Afbeelding

Simone Atangana Bekono

Foto: Melanie Marsman

Simone Atangana Bekono schreef Beste Boek voor Jongeren en ze deelt haar ervaringen!

Ze kreeg niet bepaald de ruimte om zich in de luwte te ontwikkelen. Prijzen, optredens en recensies vliegen Simone Atangana Bekono om de oren als haar afstudeerwerk/eerste dichtbundel in 2016 ineens wordt opgepikt. Ook haar debuutroman Confrontaties doet het goed: het is uitgeroepen tot het Beste Boek voor Jongeren. In Schrijven Magazine vertelt ze over haar ervaringen.  


‘Voor mijn gevoel zou ik pas na mijn afstuderen aan mijn eerste ‘echte werk’ beginnen. Ik werd nogal overdonderd door alle aandacht rondom mijn bundel en het feit dat een uitgeverij een herdruk wilde doen. Natuurlijk was die aandacht hartstikke fijn, maar naar mijn idee was ik nog helemaal niet ‘echt’ gedebuteerd. Er lag ineens een bepaalde druk op mijn eerstvolgende stap. Daar kwam ik overigens niet eens aan toe door allerlei reizen en optredens. Al die ontwikkelingen zorgden ervoor dat ik mij begon af te vragen of ik het eigenlijk wel kon. Of ik goed genoeg was. Gevoelsmatig leek het allemaal een beetje toeval dat de bundel opgepikt werd. Straks kom je met een eerste boek en lacht iedereen je uit. Uiteindelijk wist ik wel: ik ben een debutant. Het fijne daarvan is dat er eigenlijk niemand op je zit te wachten. Zo’n gedachte kan je ontzettend veel vrijheid geven. Je hebt alle tijd om het te maken zoals je wil. Voor mij ontstond die ruimte om te gaan schrijven pas weer toen ik minder tijd op het podium doorbracht.’

Blind puzzelen

‘In eerste instantie had ik nooit verwacht dat ik zou gaan schrijven of dat ik een schrijver zou kunnen worden. Naar mijn idee was dat meer iets voor rijke en intellectuele mensen. Juist tijdens mijn studie Media & Cultuur kwam ik erachter dat ik het meest van taal houd. Het komt anders aan dan beeld of geluid, het is mediatiever. Ik ben iemand die erg associatief werkt en denkt, eerder op gevoel. Daarom besloot ik over te stappen naar Creative Writing aan ArtEZ, zonder dat ik ooit iets serieus had geschreven. Voor mij was het schrijven vooral een manier om de wereld te begrijpen en om mijn creativiteit op een nieuwsgierige manier te kunnen uiten. Dat is tegelijkertijd de reden waarom ik met een heel boekwerk aan losse stukken kwam aanzetten bij mijn redacteur. Samen zijn we op zoek gegaan naar een lijn in al die schetsen. In de meeste stukken overheerste een beklemmend gevoel en ik zag vaag een hoofdfiguur voor mij. Het was iemand die erg in zijn eigen hoofd zat en ergens was opgesloten. De taal was hard, de woorden ketsten van de muren. Zodoende ontstond het idee om het verhaal zich in de gevangenis te laten afspelen. Uit al die verschillende ideeën en associaties verscheen langzaam een plot. Die was nooit leidend, maar stond eerder in het teken van de taal en thema’s waarover ik wilde schrijven. Het is achteraf gezien nogal een heftige manier om aan je verhaal te komen. Een groot gedeelte van de tijd wist ik niet waar ik nou eigenlijk mee bezig was en waar ik naartoe aan het werken was. Alsof je blind aan het puzzelen bent.’

Een schrijfkamer

‘Het maken van dit boek heeft mij wel enorm veel vertrouwen gegeven. Door het af te maken, ondanks alle druk en twijfels en onzekerheden. Want het schrijfproces valt altijd tegen en je wordt geconfronteerd met je eigen zwaktes. Vaak komen die momenten ook nog eens precies op het punt waarvan je had gehoopt dat het niet zou komen. Door zo’n proces te hebben meegemaakt, weet ik een stuk beter wat voor mij werkt. Zo verwacht je ergens van jezelf dat je als schrijver altijd en overal moet kunnen werken. Toch merkte ik dat er eerst een soort rust moest worden gecreëerd voordat ik echt goed en geconcentreerd kon werken. Wat mij daarbij het meest geholpen heeft, is het inrichten van een schrijfkamer. Als je een werkplek hebt, dan voelt het ook alsof het je werk is. Dat is zo’n belangrijke omslag in je denken. Door zo’n eigen plek te creëren, veranderde ook mijn schrijfritme. Eerder zette ik om elf uur ’s avonds nog weleens een pot koffie, om dan maar aan de eettafel te blijven zitten tot ik er een zin had uitgeperst. Dat werkte niet. Als je er om tien uur ’s avonds niet uitkomt, dan gaat dat om drie uur ’s nachts ook niet gebeuren. Het is vaak een beeld van ‘de schrijver’ dat in de weg zit. Alsof je bijvoorbeeld geen productieve dag hebt gehad als je niet doodmoe je bed in rolt. Tuurlijk, het geeft een goed gevoel om snel en veel te schrijven. Dan heb je het idee dat je lekker bezig bent. Alleen garandeert dat absoluut geen goede tekst. Het maakt ontzettend veel uit hoe je je tijd inzet. Overdag ben ik helder en dan schrijf ik beter en gerichter. Misschien zijn het wat minder uren, maar ik gebruik mijn tijd dan liever om goed te schrijven. Uiteindelijk is het alleen maar meer werk om van zo’n stapel schrijfsels één geheel te maken.’

Over Simone Atangana Bekono

De schrijfcarrière van Simone Atangana Bekono (1991) schiet als een raket de lucht in. Zo wordt haar afstudeerbundel direct bekroond met de Poëziedebuutprijs Aan Zee en ontving ze in 2019 het Charlotte Köhler Stipendium. Dit jaar was ze kanshebber voor de Libris Literatuur Prijs met haar debuutroman Confrontaties, uitgegeven door Lebowski Publishers.

Dit artikel verscheen eerder Schrijven Magazine editie 2 van 2021.
 

Uitgeven