Afbeelding

Veel startende schrijvers beginnen met hun verhaal zonder dat ze weten wie ze willen aanspreken. In die zin schrijven ze alleen voor zichzelf. Daarbij komen we aan op het probleem van deze week: niet weten voor welk publiek je schrijft.
Het voornaamste gevolg van dit probleem is dat lezers een zekere distantiering voelen bij de tekst. Ze voelen zich niet aangesproken door de tekst, misschien omdat het verhaal een volwassen thema heeft maar geschreven is in een kinderlijke stijl. Of andersom, zoals een webtekst over schoolkranten waarin je de lezer aanspreekt met ‘u’.
Er zijn veel doelgroepen die elk anders aangesproken dienen te worden, dus de kans dat je het goed doet zonder te weten op wie jij je richt, is zeer gering. Beslis dus nog voordat je gaat schrijven voor wie je schrijft. Wil je een kinderboek uitgeven? Doe dan eerst onderzoek naar het cognitieve niveau op verschillende leeftijden. Of richt jij je op volwassenen? Bepaal dan of het om een specifieke groep volwassenen gaat. Als je verhaal bijvoorbeeld de scheikundige wereld induikt, verwacht de lezer ook dat je het vakjargon op dat gebied kent.
Zodra je jouw doelgroep hebt vastgesteld, kun je gaan zoeken naar goedverkopende boeken binnen het gekozen genre en publiek. Hoe spreken zij de doelgroep aan, is er een bepaalde stijl waar je op moet letten, et cetera. Laat je inspireren door wat werkt en verweef dat met jouw eigen creativiteit.
Daarnaast kun je onderzoek doen naar de doelgroep zelf. Ken je mensen die het soort boeken lezen die jij wilt schrijven? Stel ze dan eens wat vragen, bijvoorbeeld wat ze graag lezen en hoe ze het liefst worden aangesproken. Of zoek online, bijvoorbeeld op een forum, waar lezers discussiëren over dat soort boeken.
Uiteraard schrijf je vooral voor jezelf, omdat het een behoefte van je is. Maar bedenk dat een boek gelezen dient te worden; dat is immers de functie van een boek. Houd dus altijd rekening met wat het publiek wil lezen en hoe jij hen kunt voorzien in die behoefte.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!