Afbeelding

Schrijfoefening spelen met tijd

Foto: Pexels

Schrijfoefening: spelen met tijd

Tijd in een verhaal is anders dan tijd in de realiteit. Als schrijver manipuleer je tijd constant: je versnelt of vertraagt, afhankelijk van wat je verhaal nodig heeft. Wanneer je de tijd versnelt noem je dit ‘tijdverdichting’ en wanneer drie seconden een eeuwigheid lijken te duren spreken we van ‘tijdvertraging’. In deze oefening gaan we aan de slag met deze schrijftechnieken.


Opdracht 1

Jouw personage zit in de auto. Je bedenkt zelf waarom. Waar gaat je hoofdpersonage naartoe, waar komt hij vandaan en met welk doel zit hij in de auto? Heeft hij haast of wil hij juist niet op de plek van bestemming aankomen? Schrijf een alinea van maximaal 100 woorden waarin je over de uren durende autorit vertelt. Maak geen samenvatting van gebeurtenissen, maar maak de alinea verrassend en pakkend!

Opdracht 2

Nu zit je personage maar een paar minuten in de auto. Waarom je personage de auto pakt in plaats van de fiets doet er niet toe, of je mag zelf een reden verzinnen. Belangrijk is dat deze korte rit lang aanvoelt voor de lezer omdat je als schrijver een lange scène schrijft. Je gebruikt dus tijdvertraging. Schrijf een scène van maximaal 600 woorden. 

Opdracht 3

Combineer deze twee technieken in één scène. Blijf werken met de autorit als verhaal, maar zorg dat een deel van de scène gebruik maakt van tijdverdichting en een ander deel van tijdvertraging. Misschien is de lange autorit zo voorbij, maar gaat er van alles door het hoofd van je personage wanneer hij voor de voordeur van zijn ex staat. Het lijkt wel een uur te duren voordat hij op de bel durft te drukken. Wees creatief en gooi de technieken lekker door elkaar. Houd maximaal 700 woorden aan. 

Plaats een van jouw verhalen hieronder!