Afbeelding

Redacteur Hans de Groot geeft elke twee weken Van Dale taaltips. Deze keer de vraag: Is het beide of beiden?
Alle twee kan (om verwarring te voorkomen schrijf ik hier niet: Beide kan).
Als er een zelfstandig naamwoord volgt, schrijf je altijd: beide. Dus:
Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding.
Beide apparaten zijn bij ons verkrijgbaar.
Volgt er geen zelfstandig naamwoord en gebruik je beide(n) dus zelfstandig, dan ligt de zaak anders.
Je schrijft een -n achter beide als je verwijst naar personen: beiden.
Dus: Hij heeft twee broers. Beiden wonen in Roermond.
In alle andere gevallen schrijf je geen -n: beide.
Dus: Die auteur heeft twee boeken geschreven. Beide staan bij mij in de boekenkast.
Log in op Dikke Van Dale Online en/of Hedendaags Nederlands en ervaar het gemak en de zekerheid van het juiste antwoord op je taalvraag. Hier vind je de betekenis van elk woord in het Nederlands, de juiste spelling, morfologie en (hoorbare!) uitspraak. Ook heb je automatisch toegang tot Synoniemen Online en de Van Dale App voor mobiel en tablet.
Altijd en overal je onlinewoordenboek bij de hand!
Met een combinatie-abonnement Schrijven Magazine en Boekenkrant krijg je 50% korting én veel leesplezier.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Nog beter leren schrijven? Volg dan een online schrijfcursus bij Schrijfcurssen.nu! In 4 lessen + feedback, te doen wanneer het jou uitkomt. Met korting voor abonnees!