Afbeelding
Beeld: Echt Gebeurd/PJGDesign
Beeld: Echt Gebeurd/PJGDesign
Uit de grootste blunders en anticlimaxen ontstaan de smakelijkste verhalen. Dat bleek afgelopen zondag, tijdens een nieuwe aflevering van Echt Gebeurd, dat een podium biedt aan mensen die hun mooie, bijzondere of grappige ervaringen vertellen voor een intiem publiek.
Paulien Cornelisse, die in 2008 samen met cabaretier Micha Wertheim Echt Gebeurd oprichtte, opent de middag in theatercafé Toomler in Amsterdam met een mislukking. Afgelopen weekend verkocht zij in een miezerig standje haar nieuwe boek De verwarde cavia tijdens het LINDA.festival. Cornelisse wist van tevoren: ‘Hier lopen enkel LINDA’s die mij niet herkennen en het boek niet willen lezen.’ En inderdaad: Cornelisse werd hooguit herkend als ‘iemand die meedeed aan Wie is de mol’ en nam vrijwel alle boeken weer mee naar huis.
Toch is dit geen fiasco, zegt Cornelisse. Ze wist immers van tevoren dat dit gedoemd was te mislukken. Maar wat is dan wel een fiasco? Dat illustreren de bekende en onbekende vertellers aan wie Cornelisse deze middag het podium geeft. Zij laten op verschillende manieren zien hoe je een fiasco beschrijft.
Een fiasco werkt goed in een verhaal, omdat het om een bepaalde spanningsopbouw vraagt. Je hebt ergens hele hoge verwachtingen van die zich langzaam opbouwen tot een climax en precies bij de climax blijkt alles opeens faliekant mis te gaan.
Een voorbeeld is het verhaal van de presentatrice en tv-persoonlijkheid Ymke Wieringa (bekend van tv-programma’s als Take me out en Echte meisjes in de jungle), die zich verheugde op een fotosessie voor Playboy. Een fiasco bouwt zich langzaam op, net zoals de verwachtingen van Wieringa. Ze leefde ernaar toe, stelde zich in gedachten al voor hoe het zou zijn, totdat het moment daar was. Bij het zien van de foto’s besefte ze dat ze hier niet achterstond. Precies daarom heeft het fiasco effect: haar hoge verwachtingen waren in één klap ontkracht.
Wil je je lezer of publiek direct intrigeren, dan biedt een aankondiging een oplossing. Zo dacht een van de vertellers, toen hij werd gevraagd voor de plaatselijke carnavalsvereniging in het Limburgse dorp waar hij vandaan kwam: ‘Wat kan er misgaan?’ Wanneer je dergelijke zinnen gebruikt in de inleiding van je verhaal, warm je je publiek alvast op. Men voelt direct dat er iets op het spel staat en dat maakt nieuwsgierig naar het vervolg.
Het publiek identificeert zich met de verteller wanneer deze hen deelgenoot maakt van de gedachten die hij had op het moment dat het fiasco zich voordeed. Een verteller kan het publiek daarmee manipuleren, omdat men alleen via zijn belevingswereld de vertelde werkelijkheid kan ervaren. Zonder dat je het als publiek doorhebt, worden er dingen voor je achtergehouden. Pas later blijkt wat er eigenlijk aan de hand is.
Een charmante spreekster vertelt bijvoorbeeld hoe ze een vrijwel onbekende jongeman in haar huis uitnodigde, die ze op straat was tegengekomen. Ze dacht dat ze ‘gezellig iets zouden gaan drinken.’ Doordat de vertelster alleen haar eigen veronderstellingen van dat moment presenteert, leven de luisteraars volledig met de vertelster mee. Het fiasco van deze spreekster is zo nog onverwachter en komt uiteindelijk extremer op het publiek over: de jongeman op haar sofa blijkt namelijk helemaal niets te willen drinken, maar begint in plaats daarvan zichzelf seksueel te plezieren.
Wat vertelt het fiasco ons nu? Of de situatie nu flopt, de mist ingaat, in duigen valt, sneuvelt, strandt of op niets uitloopt: iedereen is bekend met het probleem. Daarom moeten we gênante ervaringen juist blijven delen. Een fiasco verbindt, maakt mensen aan het lachen en roept herkenbaarheid op. Hoe groter de mislukking, hoe groter de kans dat deze in verhaalvorm juist wél slaagt.
Door Tara Boonstra
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!