De meest opvallende UKV's van deze week

In de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen kunnen schrijvers de uitdaging aangaan om een ultrakort verhaal te schrijven: 99 woorden of minder. Deze 5 verhalen of gedichten waren de leukste, beste of anderszins meest opvallende die deze week gedeeld zijn. Ook zetten we het verhaal met de meeste likes in de spotlight. Deze week zijn dat Elyse van der Roer met Troost en Paul Bastiaansen met UKKV.

Elyse van der Roer – Troost

22 juni

Om een koor had ik niet gevraagd maar de menigte was enthousiast en moeder was zelfs een sinterklaaslied niet opgevallen.
In de kist wisten we een knuffelpoes op vaders buik en dat stelde gerust.

Later maakte ik een tekening van hoe hij vijfentwintig was. Om maar met zijn contouren bezig te zijn, met zijn oogkassen waarin te veel schaduw dreef. Het oor kostte uren tot er een krakend vraagteken tussen mijn papier en potlood lag. In zijn linkerpupil gumde ik een gat omdat ik het leven er maar niet in kreeg.

Uiteindelijk biedt dat gat nog de meeste troost.

Paul Bastiaansen - UKKV

26 juni

"En, hoe was het op je werk, schat?"

"Een enorme kutdag," antwoordt de porno-acteur.

"Da's fijn voor je, lieverd."

Mechtilde Meijer - Keuzes

29 juni

Ze was de perfectie in persoon. Een gezond lijf, goed verzorgd en een prachtig gezichtje waar geen make-up iets aan zou kunnen verbeteren. Terwijl ze bescheiden de nieuwste bodycream in de bovenkant van mijn hand masseerde, vertelde ze over Balinese badrituelen.

In de auto snoof ik de geur op van mijn aankopen en dacht aan haar. 
Het bekende stemmetje in mijn hoofd klonk weer: 
Had je nou toch niet liever kinderen gewild? 
Hallo, ik ben over de zestig, zij maximaal achttien.
Dat bedoel ik, je had zo’n kleindochter kunnen hebben. 
Ik zweeg.

Cora van B - Zondagmorgen half twaalf

26 juni

Als ik de hoek omsla, komt de zwarte zwerm recht op me af. 
Een laag zacht gebrom klinkt.
Aan de flanken proberen kleintjes haastig huppelend het tempo bij te benen.
Pas op het laatste moment, als ik hun strak op de grond gerichte blikken zie, begrijp ik dat ze niet voor mij opzij gaan.
Ik schrik, stap af, grijp mijn stuur en zet me schrap. 
Breed uitwaaierend over voetpad en fietspad, mij en mijn fiets opzij duwend, passeert de colonne kerkgangers me.

Jorre Vanbaelen

29 juni

En da zuipt maar. En da poept maar. En da liegt ma tegen mekaar. En den ene trekt aan zijn fluit en de ander speelt met haar foef. En da koopt dan nen otto. En dien otto trekt op geen kloeten. En dan moeten ze nen hond hebben. Maar dien hond pist op 't tapijt. En't tapijt was van de bomma. Is't wéér ni goe. En da maakt selfies opt strand. En dan verbrandt zich da. En da maakt dan maar ruzie over ne beschermingsfactor. En dan vertrekt da maar weer. En da doet maar... Mij ni gelaten, zalleu!