Afbeelding
Beeld Pexels
Beeld Pexels
Spanning creëren in een kort verhaal is niet altijd makkelijk. Kies eens voor een andere manier om dat te doen, namelijk door de 4 belangrijkste momenten in je verhaal aan te pakken.
Een fotograaf zet vaak datgene wat hij wil fotograferen in het midden van zijn beeld. Dit maakt dat de foto’s oppervlakkig en saai worden. Daarom wordt er wel eens gebruik gemaakt van de methode ‘de gulde snede’. Dit betekent dat je twee horizontale en twee verticale lijnen in je beeld hebt. Je zet het object op een van de kruispunten die door de lijnen ontstaan zijn. Als schrijver kun je ook meer spanning creëren door naar de vier scharnierpunten in je plot te kijken.
1. Point of attack
De point of attack is de eerste verandering in je verhaal. Hier begint het verhaal pas echt. Alles daarvoor was een aanloopje, een inleiding als het ware. Omdat een kort verhaal geen lange inleiding heeft, komt de point of attack al vrij snel. Dit zorgt voor tempo in je verhaal. De point of attack is wanneer je personage iets anders gaat doen dan wat hij dagelijks doet. Hij kijkt bijvoorbeeld elke dag kijkt hij naar buiten, terwijl hij zelf altijd binnen blijft. Totdat hij op een dag ineens de deur uitgaat.
2. Point of no return
De point of no return volgt vaak de point of attack op. Het is het moment waarop de andere dag definitief anders wordt. Wanneer de jongen in de deuropening staat, maar toch besluit om niet de drempel over te gaan, wordt deze dag niet definitief anders vergeleken met alle andere dagen. Wanneer hij wel de drempel overgaat en de wijde wereld instapt wel. Er is geen weg meer terug. Na de point of attack kun je wat rust inbouwen, zodat de lezer gaat twijfelen of deze verandering blijvend is of niet. Wanneer er net wat rust is, kom je met de klap van de point of no return.
3. Andere scharniermomenten
Na de eerste twee scharnierpunten, de point of attack en de point of no return, komen er verschillende andere punten. Dit zijn punten waarop bijvoorbeeld de jongen die voor het eerst naar buiten gaat iemand tegenkomt, of wanneer hij een eend brood voert. Het is afhankelijk van de lengte en de aard van je verhaal of je een paar of juist heel veel scharnierpunten hebt.
4. Epifanie
Een ander woord voor epifanie is openbaring of ‘het plotselinge moment van inzicht’. Dit hangt vaak samen met de catharsis: het moment dat de lezer het licht ziet, dat hij een belangrijk gevoel of inzicht krijgt. Dit moment volgt de andere punten op en geeft een blijvende wending aan je verhaal.
Wanneer de jongen na een dag buiten geweest te zijn, besluit om niet meer naar buiten te gaan, dan is er wel sprake van een epifanie, maar een magere. Wil je er meer diepgang aan geven dan kun je het verhaal nog even door laten gaan. Hij heeft nu de buitenwereld geproefd. Maar als hij ervoor kiest om de rest van de wereld niet te gaan ontdekken, omdat hij daar het nut niet van inziet. Want hij belandt toch elke keer weer thuis. Dan heb je te maken met een inzicht waarmee het verhaal in een ander licht komt te staan. Het verhaal gaat namelijk niet om de vlucht uit de werkelijkheid, maar om de onmogelijkheid om uit de werkelijkheid te kunnen ontsnappen en de noodzaak om dat te accepteren.
In veel verhalen is de epifanie dat ene moment waar het verhaal om draait. Door verder te schrijven kun je dus een andere richting aan je verhaal geven, maar hoe weet je wanneer je moet stoppen met schrijven? Het gaat niet om verder schrijven, maar om het opzoeken van de bodem: creëer diepgang in je verhaal. Je kan niet alleen de bodem laten zien. Je moet daar eerst naartoe werken en dat kost tijd. Het proces van het wegzakken in de put, op zoek gaan naar de grond, hoort er nu eenmaal bij. Door je personage dit proces te laten meemaken, ervaart je lezer ook de klap op de grond.
Van onder naar boven
Laat je epifanie van onder je verhaal naar boven toe komen. Veel scharnierpunten zitten aan de oppervlakte en blijven daar ook. Je epifanie is het scharnierpunt waarmee je de diepte in gaat. Er moet iets gebeuren waardoor de lezer met een andere blik naar het verhaal gaat kijken. Er wordt iets blootgelegd dat er al was, maar dat het personage en de lezer zelf nog niet hadden willen of kunnen zien.
Blijf in het heden
Een flashback is vaak geen scharnierpunt en daarmee ook geen epifanie. Een herinnering levert zelden iets nieuws op voor het personage. Geen verandering betekent geen keerpunt. Oftewel: Een keerpunt moet een verandering in het heden zijn, hoe klein deze ook is. Soms kan een herinnering wel horen bij een verandering in het nu. Bijvoorbeeld wanneer het personage een gebeurtenis vanuit het verleden in een nieuw perspectief kan zien.
Geen toverkunsten
Sommige schrijvers gaan een konijn uit een hoge hoed toveren. Zo was het hele verhaal een droom of was die man een vrouw. De epifanie mag van een andere orde zijn vergeleken met je eerdere scharnierpunten, zolang het in het verlengde van je verhaal ligt. Toveren is niet aan de orde.
Door Nicolette Hendriks
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.