Afschaffen of handhaven van de Wet op de vaste boekenprijs?

Deze zomer beslist de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Bussemaker, over het voortbestaan van de Wet op de Vaste Boekenprijs. Thérèse Major heeft zich in het onderwerp verdiept en doet uitgebreid verslag.

Voor vier partijen wordt dit een belangrijk besluit: voor de lezer, de schrijver, de boekhandelaar en de uitgever. En er is nog een vijfde partij, om wie het allemaal draait: het boek zelf. De voor- en nadelen voor alle betrokkenen komen in dit artikel ruim aan bod.

Tegelijkertijd staat het gegeven van de vaste boekenprijs niet op zichzelf. In de meeste landen in Europa wordt hij gehanteerd, maar overal verschillend. Zo reguleert de Noorse overheid de inkoop van bibliotheken (standaard 1.000 exemplaren per uitgave per schrijver, en 1.500 wanneer het om kinderboeken gaat; daar bovenop ontvangt de schrijver dan nog royalty's), in Engeland betaalt men geen btw, en in Frankrijk is er al een wet op de vaste boekenprijs voor e-books. Lees er hier meer over.

Tot slot is het interessant om via een eenvoudige berekening eens te zien wat het prijstechnisch oplevert wanneer de vaste boekenprijs losgelaten wordt, en wat daarvan naar verwachting van de Autoriteit Consument en Media de gevolgen van zullen zijn, een nogal eenzijdige visie.