Afbeelding
Beeld Pexels
Beeld Pexels
Elk verhaal heeft een idee als grondslag: de schrijver wil vertellen wat hij over een bepaalde zaak denkt of voelt. Om deze gedachte uit te werken heeft hij drie gegevens nodig: een personage, een setting en een gebeurtenis.
Van Zijne Excellentie wordt verwacht dat hij compassie heeft met de burgers van zijn land - dat is niets opmerkelijks. Opmerkelijk wordt het, indien de compassie zich een weg zoekt in idealen van humaniteit die, daadwerkelijk uitgevoerd, desastreus uitwerken voor de burger.
Dit is de basis van de novelle Een onaangename geschiedenis van de Russische schrijver F.M. Dostojevski (1821 - 1881). Met het verhaal werkt hij het idee uit dat burgers vele malen beter af zijn zónder Zijne Excellentie dan mét.
Maar hoe werk je een idee nu goed uit?
Een publiek figuur dat bij veel mensen gevoelens oproept is geschikt voor de uitwerking van een verhaalidee. Zo iemand brengt - al dan niet onbewust - herkenning teweeg bij je lezers, en herkenning verhoogt het leesplezier. Noem deze persoon niet met naam en toenaam, maar vorm hem om tot een personage, zodat je vrij bent om zijn eigenschappen te manipuleren.
Houden we Zijne Excellentie van Dostojevski in beeld, dan zien we dat de man - Ivan Illich Pralinski - bijzonder ingenomen is met zichzelf, vooral vanwege zijn diepe liefde en hooggestemde idealen ten aanzien van ‘het volk’. Tegelijkertijd heeft hij de neiging in depressie te vervallen wanneer hij zijn tekortkomingen - te veel eigenliefde en daardoor ziekelijke gewetenswroeging - in ogenschouw neemt.
Deze tweeslachtigheid is wat men in de verteltheorie noemt: zijn innerlijk conflict.
Lezers kunnen zich in gedachten gemakkelijk verplaatsen naar een setting die ze kennen. Het voordeel voor jou als schrijver is dat je kunt spelen met gegevens waar iedereen een voorstelling bij heeft, zonder veel te hoeven uitleggen.
Pralinski wil zijn bewogenheid met het volk in praktijk brengen door - na het nuttigen van enkele glazen champagne - ongenodigd het bruiloftsfeest van een van zijn ondergeschikten te bezoeken. Maar al bij de eerste stap die hij over de drempel zet, steekt de andere kant van zijn persoonlijkheid de kop op: hij gaat enorm twijfelen of hij hier wel goed aan doet. Doordat hij al behoorlijk aangeschoten is, heeft hij niet meer het vermogen om een stap terug te doen en het pand te verlaten.
Pas wanneer zaken fout lopen, is te zien waar de kink in de kabel zit. Daarvoor is het nodig gebeurtenissen desastreus te laten verlopen.
Om zijn gemoed in balans te brengen nuttigt Pralinski tijdens het bruiloftsmaal het ene glas alcohol na het andere, waardoor zijn conflict cumuleert van dieptepunt naar dieptepunt bij elke slok die hij neemt: hij voelt de argwaan van de bruiloftsgasten en is niet in staat zijn liefde voor hen over te brengen. Tenslotte zijgt hij kwijlend en laveloos ineen en blijft voor dood op de vloer liggen. En passant begrijpt de lezer dat Pralinski de drank heeft genuttigd die de arme bruidegom voor zijn bruiloftsgasten bedoeld had, en die het feestgedruis verlaten, nu er niets meer te drinken is.
De eigenschappen van je personage komen des te sterker naar voren, wanneer ze gespiegeld worden door een tegenpersonage. Bij voorkeur plaats je die in een gunstiger daglicht dan je hoofdpersonage. Dat maakt het contrast sterker, waardoor je verhaalidee beter uit de verf komt.
Het is de moeder van de bruidegom die compassie met Zijne Excellentie voelt en deze effectief in praktijk brengt. Ze sleept hem naar het enige fijne bed dat in huis aanwezig is: het bruidsbed, fraai opgemaakt met witte en roze zijden lakens. Daarin leegt de hoogwaardigheidsbekleder diverse keren zijn bedorven maag, en het oude, arme moedertje verzorgt hem met bemoedigende en sussende woorden.
Ondertussen weet de wanhopige, berooide bruidegom zich geen raad met zijn woedende bruid noch met zijn panische gedachten over hoe het met zijn carrière moet, nu zijn meerdere in zo’n desperate toestand is gekomen tijdens zíjn bruiloftsfeest. Tenslotte is híj het die een beslissende stap zet - en niet Zijne Excellentie, want die is verzonken in een dagenlang durende apathie.
Het verhaalidee van Een onaangename geschiedenis kun je moeiteloos overhevelen naar bijna elke politieke situatie en iedere hoogwaardigheidsbekleder. Het verhaal is na anderhalve eeuw nog steeds actueel. Dat is de kracht van een goed uitgewerkt idee.
Door Thérèse Major
Thérèse Major is auteur en schrijfcoach. Haar werk verscheen bij o.a. de uitgeverijen Querido en Nieuw Amsterdam. Bij Schrijven Online verzorgt zij de cursus Literair proza schrijven, kun je dat leren? en Ieder kind kan verhalen schrijven. In de Taalwerkplaats Drenthe organiseert zij o.a. elke eerste zondag van de maand een Schrijverscafé.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.