Lid sinds

2 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#378 Winter met Johanna

‘Zo is het genoeg! Wat moet je hier?’

Johanna hield halt en keek op. Ze had niet zo op de tijd gelet, maar het was minstens een kwartier geleden dat ze het kronkelende bospaadje verliet, dus voor Nederlandse begrippen bevond ze zich in the middle of nowhere. Nadat ze haar blik in alle richtingen langs bomen en over struiken had laten gaan concludeerde ze dat het nog ernstiger met haar gesteld was dan ze al dacht. Langzaam zette ze zich weer in beweging. Alles aan haar oogde zwaar, van haar oogleden tot aan haar kletsnatte broekspijpen. De dag was die morgen mistig begonnen, maar al gauw was de mist verdreven door alle mogelijke soorten regen. Het had gemotregend, gestortregend en zelfs gehageld, maar het afgelopen uur leek het alsof zelfs de regen alle moed verloren had. Nu miezerde het alleen nog maar. Ze had nauwelijks twee stappen gezet of ze hoorde het weer.

‘Wacht eens even, ik vroeg je iets. Jij raakte mij eerst, het minste wat je kunt doen is antwoord geven.’

Johanna keek nog eens om zich heen, maar toen ze opnieuw niets zag besloot ze dat inderdaad maar gewoon te doen.

‘Ik ben op zoek naar iets.’

Zelf zag ze er niet uit alsof ze gevonden wilde worden. Boven haar bruine broek droeg ze een donkergroene regenjas. Haar blonde paardenstaart ging verscholen onder de capuchon en in plaats van een sjaal had ze een eenvoudige zwarte hondenriem om haar hals geslagen.

‘En wat is dat dan wat je zoekt?’

Johanna haalde haar schouders op en liet ze daarna meer dan ooit hangen. ‘Ik weet het niet, maar ik ben het kwijt en ik kan het niet meer vinden.’

‘Kom je hier vaker?’

‘Nee, nog nooit.’

‘Dus je zoekt je-weet-niet-wat op een plek waar je nooit geweest bent. Dat is het gekste wat ik vandaag gehoord heb. Waarom ben je uitgerekend hiernaartoe gekomen?’

‘Dat kan ik net zo goed aan jou vragen.’

‘Doe het.’

Die toon beviel haar helemaal niet, maar ze nam niet de moeite om er tegenin te gaan. In plaats daarvan ging ze op een omgevallen boomstam zitten. Dat die bekleed was met een dikke laag zompige mos leek haar niet te interesseren. ‘Ok, vertel maar, waarom ben jij hier?’

‘Kijk omhoog.’

Johanna tuurde tussen de laatste hardnekkige bladeren door naar de grauwe hemel. ‘Zeg je dat God je gestuurd heeft?’

‘Niet zó hoog.’

‘Ik zie het niet’, verzuchtte ze.

‘Een meter of twintig, ik maakte een flinke smak. Gelukkig zat ik goed ingepakt.’

‘Bedoel je die kastanjeboom?’

‘Hèhè, als ik zo traag viel als jouw kwartjes was ik nu pas halverwege.’

Toen zag ze hem eindelijk, hij lag vlak voor haar voeten. ‘Voor een kastanje gedraag je je als een eikel.’

‘Ik word niet elke dag zo hard geschopt.’

‘Sorry, je bent de eerste die bezwaar maakt. Ik bedoel, ik wilde je geen pijn doen.’ Na een korte stilte ging ze verder.

‘Dus dat is jouw uitleg, de reden waarom jij hier bent, je viel uit die boom?’

‘Precies. Ik heb nu eenmaal geen pootjes. Waar zou ik anders moeten zijn?’

‘Dat is wel heel simpel.’

‘Op elke vraag bestaat een simpel en een ingewikkeld antwoord. Ken je Ockhams scheermes?’

‘Gelukkig wel’, zei ze, ‘het zou toch wat zijn als jíj me dat moest uitleggen.’ Voor het eerst verscheen er een voorzichtige glimlach om haar mond.

‘Neem me mee alsjeblieft.’

‘Wat zeg je?’

‘Neem me mee, ik wil zien waar je woont.’

‘Geloof me, mijn huis is niets bijzonders. Blijf je niet liever hier, in de natuur?’

‘Ik ben een tamme kastanje.’

Daar had Johanna niets tegenin te brengen. Ze boog voorover en raapte de kastanje voorzichtig van de grond. Hij was een beetje vies en er plakte een blaadje aan. Met zijn afgeplatte onderkant had hij iets van een pepernoot. Aan de ene kant zat zijn gezichtje, aan de andere kant een schattig puntig kontje. Nadat ze hem aan haar broek had afgeveegd glom hij haar tegemoet. Ze wilde hem in haar broekzak steken, maar hij protesteerde onmiddellijk.

‘Daar zie ik toch niets?! Leg me liever in je capuchon.’

Pas toen had ze door dat het gestopt was met miezeren. Ze deed haar capuchon naar beneden en liet de kastanje er behoedzaam in zakken.

‘Dat is beter, we gaan. Moet je hond niet mee?’

‘Ik heb geen hond’, antwoordde ze. ‘Niet meer.’

Het was een heel eind lopen. Na het kronkelpad werden de paden langzaam rechter en breder en uiteindelijk hield het bos op en bereikten ze een klein industrieterrein. Ze passeerden autoshowrooms, verschillende loodsen en zelfs een McDonald’s voordat ze stopten bij een uitzonderlijk troosteloos uitziende flat.

‘Hier woon ik.’

‘Wauw, zoiets heb ik nooit eerder gezien.’

‘Heeft iemand je ooit verteld dat je een eigenaardig gevoel voor humor hebt?’

‘Nee, jij bent de eerste.’

De lift had geen storing die dag en bracht ze in een mum van tijd naar de zesde verdieping. Johanna’s flat was een zwijnenstal, maar ze deed geen enkele poging om zich te verontschuldigen. Ze pakte de kastanje uit de capuchon en hing haar jas over de verwarming.

‘Wat doen we nu?’ vroeg hij.

‘We gaan slapen, jij mag bij het fruit.’ De fruitschaal stond op het aanrecht. Tegen de schaal stond een envelop.

‘Wat is dat?’

‘Niets’, zei Johanna. ‘Een brief die ik had geschreven, maar nu hoeft het niet meer’ en terwijl ze dat zei verscheurde ze hem in acht stukken. De kastanje legde ze tussen een tros bruine bananen en drie uitgedroogde mandarijnen. Het was niet het viersterrenonderkomen waarop hij gehoopt had, maar hij voelde wel aan dat het geen zin had om ertegen te protesteren.

‘Welterusten.’

‘Slaap lekker, ik ben zo moe’ zei ze.

Dat bleek geen leugen, want wat volgde mag een winterslaap genoemd worden. Niet minder dan vijf maanden bracht ze grotendeels in bed door. Zoals Johanna de kastanje eens in beweging gebracht had, zo probeerde hij nu haar in beweging te krijgen. Elke ochtend vroeg hij of ze de gordijnen open wilde doen. Soms deed ze dat. Hij spoorde haar aan om de appels te eten voordat ze melig werden en op zijn nadrukkelijke verzoek verplaatste ze zich wel eens naar de bank om een boek te lezen. Als er boodschappen gedaan moesten worden ging hij altijd mee. Ze wist vaak niet wat ze moest kiezen en dan fluisterde hij haar iets gezonds in. Op die momenten wist ze niet wat ze zonder hem zou moeten.

Het was daar in de supermarkt dat ze het briefje zag hangen: ‘Wegens allergie ter overname, labrador reu, zeven maanden oud, lief, zindelijk.’ Ze durfde eigenlijk niet te bellen, maar hij sprak haar moed in. De volgende dag gingen ze al vroeg op weg. Vanaf het eerste moment leek de hond opgetogen om haar te zien. Hij was duidelijk een ongeleid projectiel, maar hij had energie voor twee en dat was precies wat ze nodig had. Niet veel later stonden ze met hun drietjes in de lift. Dat dacht ze tenminste. Toen ze haar jas ophing bleek haar capuchon leeg. Ze voelde meermaals, ook in alle zakken, en ze keek op de grond, achter de schoenen en onder het dressoir, maar ze vond hem niet. Was ze hem misschien vergeten? Eigenlijk wist ze niet meer zeker of ze hem wel meegenomen had. In de hoop hem alsnog tussen de peren te vinden haastte ze zich naar de keuken. Daar zag ze hem. Nee, niet hem, niet de kastanje. Tegen de schaal stond een envelop.

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Genoten, MP, lekker komisch-onalledaags vertrekpunt, fijne beschrijvingen, een intrige en een cliffhangertje als toegift. Dank je wel!

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Goed gedaan. Een verhaal dat op het eerste oog lekker voortrolt, maar steeds meer diepte onthult. Heerlijk ook de kleine details, zoals een lift die die dag geen storing had.

Er zitten wel veel 'afslagen' in je verhaal, dat het net een andere kant opgaat dan ik als lezer verwacht. Dat maakt dat aandachtig lezen wel nodig is. Voor een kortverhaal wel een risico, maar hier red je er wel goed uit.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Wauw, mooie gelaagdheid en suggestie en een liefdevolle toon. De eenzaamheid en psychotische waan die passen bij een pratende kastanje. En dan Johanna opvoeren. Kernachtig: 'ik weet het niet, maar ik ben het kwijt en ik kan het niet meer vinden.' 

Juist daarom zou ik kiezen voor een titel zonder flauwe woordgrap.

Graag gelezen!

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Mespunt, mooi verhaal met veel fantasie geschreven. Met plezier gelezen. Ben wel benieuwd wat er met de kastanje is gebeurd. Op naar het vervolg.

 

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik denk dat daar nu een metaforische labrador omheen zit, en dat Johanna de note alsnog gaat versnipperen, of laat opeten.

Lid sinds

2 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag mespunt, 

Mooi en boeiend verhaal. Prettig dat er geen woordlimiet was :) Het is ook iets dat ik meermaals kan lezen en telkens anders interpreteren. Zoals ik het nu zie, is de kastanje zelf vertrokken uit haar of het leven, net zoals zij dat wilde doen. Hij begeleidde haar mooi naar een nieuwe verbondenheid met een ander wezen, maar ik vraag me af of er ook ruimte was in hun relatie voor hem en zijn noden. In die zin kan het zelfs zijn dat hij haar tot die nieuwe hond leidde uit eigenbelang. Leuk om over na te denken en telkens iets nieuws te ontdekken/verzinnen. 

Er zit humor in (dat hij pas halverweg zou zijn, vind ik grappig!) en intelligentie (aan mij mocht die kastanje gerust Ockhams scheermes uitleggen, nu deed google dat). Knap gedaan!

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik denk dat ze levensmoe was, omdat haar hond dood was gegaan, maar niet echt levensmoe, en dat ze vast iets met kastanjes heeft, uit haar kindertijd misschien, want die heeft ze onbedoeld bedacht om haar moed in te praten, en toen vond ze een nieuwe hond, en de kastanje kon dus weg uit haar hoofd, en toen bleek de levensafscheidsbrief voor kennelijke nabestaanden er gewoon nog te staan.

Lid sinds

2 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Oh ja, het wordt er zo alleen maar mooier op! En is de kastanje exact wat ze zocht. En was die er altijd al, in haar eigen hoofd, de kracht om uit haar depressie te klimmen...

Lid sinds

2 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor alle reacties. Het is fijn om te lezen dat het verhaal gewaardeerd wordt. Ik heb een paar kleine wijzigingen aangebracht en de titel veranderd. Die was inderdaad flauw KN en paste niet bij het verhaal.

Het klopt dat ik mijn kans schoon zag bij het ontbreken van een woordlimiet, maar eerlijk gezegd was ik in eerste instantie geneigd om deze opdracht over te slaan. Zelf heb ik een sterke voorkeur voor verhalen die op zijn minst waar zouden kúnnen zijn, dus een dialoog met een kastanje stelde me voor een uitdaging. Vooral met het slot heb ik behoorlijk geworsteld. In de sprekende kastanje als imaginaire vriend van iemand die het mentaal zwaar heeft kon ik zelf nog meegaan, maar bij een kastanje die een brief achterlaat dreigde ik mezelf te verliezen. Ondanks dat leek het mij het meest passende eind. Jouw invulling spreekt mij aan Kruidnagel, maar wie er iets anders in wil lezen vindt daarvoor gelukkig de ruimte.

Het belangrijkste wat de kastanje in mijn ogen te bieden heeft is (zelf)acceptatie. Hij oordeelt niet, legt geen druk op en vindt Johanna niet zielig. Het is wat het is en hij is er eigenlijk alleen maar bij. Johanna heeft het moeilijk, maar ze behoudt de controle en haar waardigheid en ik hecht er belang aan om dat aan personages mee te geven.

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Mespunt

Je verhaal lijkt op het eerste zicht er eenvoudig geschreven maar het ontwikkelt zich op een erg goede manier. Ik vind je dialogen erg plezant om te lezen en er zitten een aantal beschrijvingen in die ik gewoon 'af' vindt, zoals deze zinnen: Hij was een beetje vies en er....

Ik had nog nooit gehoord van Ockhams scheermes, maar dat heb ik even gegoogeld: goed gevonden.

Je hebt deze opdracht met verve vervuld.

Johanna