Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 341 – Domina (redo)

 

 

Domina

 

 

Allebei herkennen we hem meteen. Het eminente lijk bungelt half aan een klimroos in de voortuin van de villa. Het ziet er niet uit. De schouderlange haren verstrikt in de plant, zoals ik me herinner van de Bijbelverhalen. Dat er geweld in het Boek zit, weet iedereen. Maar zo rauw. Het is haar vak geweest, en in zekere zin is het dat nog steeds. ‘Jij denkt dus ook aan prins Absalom,’ zegt ze.

Even werktuiglijk als ongevraagd citeerde ze het Woord van God weer eens zodra we de tuin in kwamen lopen. 'En hij ging naar Absalom toe, die nog levend in de boom hing. Hij pakte drie speren en stak ze in Absaloms borst. Daarna kwamen er tien knechten van Joab om Absalom heen staan. Zij sloegen Absalom totdat hij dood was.'
'Ik herinner me alleen de gekuiste versie,' antwoord ik. Maar op een rare manier vind ik haar religieuze ritueeltje ditmaal wel gepast.

Anniko negeert het afzetlint en knielt haast eerbiedig bij de dode neer. Misschien voelt ze het ook. Haar kokerrok schuift omhoog, maar haar jas bedekt haar dijbeen. Ze vraagt of ik kom kijken. Haar naaldhakken zorgen nauwelijks voor een loopspoor in de tuin. Al haar gewicht rust op haar voorvoet.
Ik ben niet zo koelbloedig. 'Nee, ik blijf hier.' De camera houd ik demonstratief omhoog. Ik draai aan de lens en leg het allemaal vast.
Zonder een spoortje ironie zegt ze: 'Dit soort moorden red je ook nog wel zonder telelens, liefje.' Ze wijst op een wond.
Ik zoek een goede foto en zoom in. Zelfs op het beeldscherm staat het geweld me tegen.
'Kijk eens naar de schade.'

Straks in het lab ontgaat me niets, maar hier, in de actie, zo dicht bij de dood – je merkt dat ze het gewend is.
Ze zucht. 'Hij is aangevallen in de rug.'
'Maar hij hangt met zijn rug tegen de muur aan.'
'Precies.'
‘Dan zullen er wel kruitsporen op het lichaam zitten.’ De schedel is niet ingeslagen. Het haar is niet bebloed. Geen wurgstriemen.

‘Jules?’ Ze staat weer naast me en stopt haar handschoenen terug in de koffer. ‘Hoe goed kende jij Den Daas?’
‘Een beetje, via via. Hij heeft een reputatie bij studentes. De academie is een slangenkuil. En ik vond het een ambitieuze lul, maar dit is ziek. Dit is wraak. Een psychopaat.’ Uit het voorheen witte overhemd steken drie stangen. Het gezicht van de decaan is nauwelijks herkenbaar. De armen en benen lijken me gebroken. Overal blauwe plekken. 'Ken jij hem dan, uit het wereldje?' Dat ze van bondage houdt, overviel me, maar ik kan het wel plaatsen, en ik tref het met haar.
Ze schudt haar hoofd. ‘Sowieso is dit het werk van een gek, maar geen blinde wraak. Te mooi.'
‘Smaken verschillen,’ grap ik van de weeromstuit.
‘Flauw. Jij ziet grof geweld. Maar zie je de boodschap niet?’
‘Absalom, bedoel je? Heb je nou geen oogkleppen op, mevrouw de dominee?’
‘Kan, maar dat risico neem ik voor lief. Den Daas was al dood. De dader heeft een hoop van de Bijbel opgestoken. En hij had hulp. Of zij.'
Om ons heen ritselt het gebladerte in de wind. Ik huiver.

Onwillekeurig denk ik terug aan het corps. Wie koeltjes een feut stomdronken voert, hem vissaus met vermalen muizen laat drinken, uren in een kuil met water laat staan en een nacht lang drinkwater ontzegt, kan dit ook. Het is een makkelijke gedachte. Het kunnen mijn eigen oogkleppen zijn. Ik heb het niet meer zo op de ufjes en de ballen. Maar één ding ben ik alvast met Anniko eens. De hele styling is geen toeval. Want toeval speelt in de misdaad geen enkele rol.

 

======================

 https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/7f/Muerte_de_absalon_en_el_CESEDEN_%28cropped%29.jpg

======================

 

 

***

 

Domina

(oud)

 

‘Jij denkt dus ook aan prins Absalom,’ zegt Anniko.
Het eminente lijk bungelt half aan een klimroos in de voortuin van de villa. Het ziet er niet uit. De schouderlange haren verstrikt in de plant, inderdaad; net zoals ik me herinner van de Bijbelverhalen, maar de details was ik vergeten. Sinds ik Anniko ken, kijk ik kritischer. Dat er geweld in het Boek zit, wist ik natuurlijk. Dat weet iedereen. Maar zo rauw. Ze lepelt het vaak voor me op, het is tenslotte haar vak. En in zekere zin ook haar hobby. Qua doelmatig geweld.

Even werktuiglijk als ongevraagd citeerde ze het Woord van God weer eens zodra we de tuin in kwamen lopen. 'En hij ging naar Absalom toe, die nog levend in de boom hing. Hij pakte drie speren en stak ze in Absaloms borst. Daarna kwamen er tien knechten van Joab om Absalom heen staan. Zij sloegen Absalom totdat hij dood was.'
'Ik herinner me alleen de gekuiste versie,' antwoord ik.

Afgelopen september viel ze me voor het eerst op. Wie draagt er nou jurkjes op een camping? De wandelweek bij Aywaille was bedoeld om te ‘bonden’ en bij ons is dat nogal gelukt – ik spreek niet voor de rest van de Utrechtse professoren, vooral heren. Mijn hoffelijkheid speelde ze genadeloos uit. Wie gaat er dan ook wandelen op pumps. ‘Zeg, Van Huisch,’ kreeg ik prompt te horen, ‘kijk je wel uit met die feminist in je armen?’ De jaren nul bereikten de uni een jaar of twintig na dato.

Er stond tegenover dat zij, een theoloog, mij alweer een paar maanden met zich meetorst. Ik ben een handige dommekracht met feitenkennis. Toch vind ik die gedachte nu te cynisch. Was ik werkelijk zo inwisselbaar, dan had ze allang een andere eikel van straat geplukt. Ergens, diep onder haar hoge voorhoofd en haar raffinement, is ze gewoon aardig en kan ze me vast gebruiken voor forensisch onderzoek, nam ik aan – en dat bleek. Want in haar vrije tijd pluist ze al jaren moorden uit op de Heuvelrug. Daarnaast houdt ze van bondage, dat nieuw voor me was, maar ik tref het met haar.

‘Jules?’ Ze staat weer naast me en stopt haar handschoenen terug in de koffer. ‘Hoe goed kende jij Den Daas?’
‘Een beetje, via via. Hij heeft een reputatie bij studentes. De academie is een slangenkuil. En ik vond het een ambitieuze lul, maar dit is ziek. Dit is wraak. Een psychopaat.’ Uit het voorheen witte overhemd steken drie stangen. Het gezicht van de decaan is nauwelijks herkenbaar. De armen en benen lijken me gebroken. Overal blauwe plekken. 'Ken jij hem dan, uit het wereldje?'
'Nope. Sowieso is dit het werk van een gek, maar geen blinde wraak. Te mooi.'
‘Smaken verschillen,’ grap ik van de weeromstuit.
‘Flauw. Jij ziet grof geweld. Maar zie je de boodschap niet?’
‘Absalom, bedoel je? Heb je nou geen oogkleppen op, mevrouw de dominee?’
‘Kan, maar dat risico neem ik voor lief. Den Daas was al dood. De dader heeft een hoop van de Bijbel opgestoken. En hij had hulp. Of zij.'
Om ons heen ritselt het gebladerte in de wind. Ik huiver.

Onwillekeurig denk ik terug aan het corps. Wie koeltjes een feut stomdronken voert, hem vissaus met vermalen muizen laat drinken, uren in een kuil met water laat staan en een nacht lang drinkwater ontzegt, kan dit ook. Het is een makkelijke gedachte. Het kunnen mijn eigen oogkleppen zijn. Ik heb het niet meer zo op de ufjes en de ballen. Maar een ding ben ik alvast met Anniko eens. De hele styling is geen toeval. Want toeval speelt in de dood geen enkele rol.

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goed herschreven. Pittig verhaal, maar zeer lezenswaardig. Goed beeld van de twee speurders. Met plezier gelezen.

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Ik heb de herschrijf gelezen. Mooie setting, die steeds iets meer onthult van de personages. De Bijbelse referenties werken voor mij als lezer goed, geeft er net wat meer drama en diepte aan.

Deelder indachtig: Absalom, ooooh Absalom, ga naar de kapsalon!

Mooi verhaald.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor je compliment, Hadeke! Haha, goeie link hè, met die kapsalon. Ik had hem ergens in een tussenversie staan. Wist niet dat er ook een grap van Jules over was (echt toeval dus dat mijn hulpje ook Jules heet).

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Kruidnagel: herschreven versie gaat steeds meer lijken op het begin van een detective. Loopt gladjes, beeldend geschreven. Paar kleinigheden: kruitsporen in het lichaam? op het lichaam of in de wond, zou ik zeggen. Op basis van krimi's kijken, dat wel. En kijk je niet door de zoeker als je een foto maakt - zeker met een stevige zoomlens op je camera? Beeldscherm is voor later, lijkt me.

Inzake de wat-dat discussie antwoord van de Taaladviesdienst gekregen: "bondage, dat" kan in het HN zonder probleem. Net als veel meer, blijkens dit artikel. Ik zou bijna zeggen: "mijn taal is het niet meer", maar dat zouden de tachtigers uit de voorvorige eeuw waarschiijnlijk ook zeggen naar aanleiding van mijn schrifturen. 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Bobcom,

Jawel, gisteren aan het einde van de middag werd ook ik verblijd met een kopie van het antwoord op (ik vermoed) jouw (haast) identieke taalvraag, inclusief verwijzingen naar ons beider ANS, en naar een soortgelijk probleem plus oplossing uit AD 2008. Blijkt 'dat' dus inderdaad te moeten, omdat 'bondage' geen concreet 'ding' aanduidt, en dus toch gewoon over een kam wordt geschoren met non-count nouns zoals 'regen' – maar ook vanwege het betekenisverschil met 'die' (dat verwijst naar de volledige (gewezen) bijzin 'dat ze van bondage hield'). Of, in de woorden van ANS: 'Hier is sprake van een soort verwijzing die vooralsnog niet duidelijk te omschrijven is.' Zijn we mooi klaar mee.

Het was weer alsof ik in de collegebanken zat, toen ik die mail las en die pagina's. Zo lekker taai, zo lekker mijn vak. Ik ben vertaler (Engels, maar dat terzijde) en op de uni werd gezegd dat je moedertaalgevoel eronder leed als je emigreerde naar je liefdestaal – terwijl en la calle de enige echte manier is om dat fingerspitzengefühl te krijgen. Dilemma de pemma. Ik ben hier gebleven voor de liefde. En het geld.

Bedankt voor je compliment! Ik weet niet veel van kruitsporen, maar verdraaid, gunshot residue, je hebt gelijk. Lui van me. Aangepast. Met het schermpje en inzoomen doelde ik (eigen compactcamera-ervaring, maar DSLR heeft dat ook) op het meteen raadplegen van genomen foto's. Dan kun je details ook (alvast) vergroten; natuurlijk later op groot scherm pas echt. In het verhaal wil Jules de warme wond gewoon niet zien. Het was onduidelijk. Ik heb het een beetje aangepast.

Taalverandering. Zelf hoop ik dat de spatie een opmars gaat maken ten koste van dat oerlelijke verbindingsstreepje. Maar misschien is dat een voorbode van interferentie. De Tachtigers ken ik helaas officieel maar oppervlakkig, al geloof ik dat juist zij wel openstonden voor wat leven in de brouwerij, zij het geformuleerd als spitsvondige metafoor in plaats van platgetreden paadje. Bij Engels heb ik natuurlijk wat beter opgelet, maar daar mag sowieso al van alles.