#204 -Stille getuigen

29 juli 2018 - 18:35
Telkens weer cirkelen vier meeuwen krijsend om de vier fris gestreepte strandstoelen. Voor iemand die niet ziet dat de stoelen onbezet zijn lijkt dit een vredig ontspannen tafereeltje van een viertal, dat een broodje zit te eten terwijl de hongerige meeuwen hun uiterste best doen om een kruimel te bemachtigen. Het viertal is er wel, maar dat staat hier op veilige afstand van de onheilsplek. Helaas heb ik in de haast om weg te komen mijn zonnebril verloren. Die ligt daar nog ergens in het zand. “Zie je al iets komen”, vraag ik aan Sander die met een hand boven zijn ogen de horizon aftuurt. “Niets” klinkt het dof. Ik kijk naar Emma die met de punt van haar schoen een grote halve cirkel in het zand beschrijft, precies zoals de meeuwen doen. Jaap wordt vervelend. “Als we gewoon weer weg waren gegaan had niemand het geweten.” “Nee? En mijn zonnebril dan? Straks word ìk nog verdacht. Bovendien ben je misschien wel strafbaar als je er geen melding van maakt.” Die Jaap kon soms toch zo stom uit de hoek komen. In de verte klinkt een sirene. Eindelijk, daar zijn ze. Een motoragent, politieauto en enkele personenauto’s. Waarschijnlijk verslaggevers die het nieuwtje opgevangen hebben. We worden alle vier apart ondervraagd, terwijl twee agenten naar de strandstoelen lopen om inspectie te verrichten. Ik zie hoe een agente zich bukt en iets opraapt. Mijn zonnebril. Kan niet missen. Ik hoor mijn naam vallen. Nu ben ik aan de beurt. Wie ik ben, hoe oud ik ben, waar ik woon en wat ik hier doe en hoe ik er bij kom om de politie te bellen voor een rode sap- of wijnvlek in de stoffen rugleuning van een strandstoel. Ik ben verbaasd. “Sap of wijnvlek? Geen bloed?” “Welnee. U leest teveel Agatha Christies. In het vervolg eerst even goed kijken en ruiken voordat u alarm slaat.” Ik voel me opgelaten. Ik weer. Een agent komt met een transparante plastic zak aanlopen waarin iets blinkt. “Jan? Dit stak in het houten frame van de blauw-wit gestreepte stoel.” -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Schrijfcoach Mike van Holsteijn schreef, dat dialoog meestal op de volgende regel komt. Nooit bij stilgestaan. Hopelijk is dit hier toegepast. Na de tips die ik kreeg wat betreft "dialoog" en teveel "ik" van @John Doe heb ik de volgende bewerking aangebracht : Telkens weer cirkelen vier meeuwen krijsend om de vier fris gestreepte strandstoelen. Voor iemand die niet ziet dat de stoelen onbezet zijn lijkt dit een vredig ontspannen tafereeltje van een viertal, dat een broodje zit te eten terwijl de hongerige meeuwen hun uiterste best doen om een kruimel te bemachtigen. Het viertal is er wel, maar dat staat hier op veilige afstand van de onheilsplek. Helaas heb ik in de haast om weg te komen mijn zonnebril verloren. Die ligt daar nog ergens in het zand. “Zie je al iets komen”, vraag ik aan Sander die met een hand boven zijn ogen de horizon aftuurt. “Niets” klinkt het dof. Ik kijk naar Emma die met de punt van haar schoen een grote halve cirkel in het zand beschrijft, precies zoals de meeuwen doen. Jaap wordt vervelend. “Als we gewoon weer weg waren gegaan had niemand het geweten.” “Nee? En mijn zonnebril dan? Straks word ìk nog verdacht. Bovendien ben je misschien wel strafbaar als je er geen melding van maakt.” Die Jaap kon soms toch zo stom uit de hoek komen. In de verte klinkt een sirene. Eindelijk, daar zijn ze. Een motoragent, politieauto en enkele personenauto’s. Waarschijnlijk verslaggevers die het nieuwtje opgevangen hebben. Twee agenten naar de strandstoelen lopen om inspectie te verrichten. Ik zie hoe een agente zich bukt en iets opraapt. Mijn zonnebril. Kan niet missen. Onderwijl worden wij alle vier apart ondervraagd. De geijkte vragen naar naam, woonplaats, leeftijd en de reden dat we hier zijn. Zijn laatste vraag tot mij komt onverwacht en verbaast me: hoe ik er bij kom om de politie te bellen voor een rode sap- of wijnvlek in de stoffen rugleuning van een strandstoel. “Sap of wijnvlek? Geen bloed?” “Welnee. U leest teveel Agatha Christies. In het vervolg eerst even goed kijken en ruiken voordat u alarm slaat.” Ik voel me opgelaten, echt weer iets voor mij. Een collega komt de ondervraging onderbreken en houdt een transparante plastic zak omhoog waarin iets blinkt. “Jan? Dit moet je even zien. Het stak in het houten frame van de blauw-wit gestreepte stoel.”

Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 juli 2018 - 18:58
Hoi Edith. Leuk gevonden. Spannend ook, met een onverwacht einde. Blijkt er toch iets aan de hand te zijn. Om het even over dialoog te hebben, zoals ik het begrepen heb, begin je een nieuwe regel telkens er iemand anders aan het woord komt. Je kan die regel ook wat laten inspringen, zo maak je de tekst overzichtelijker. Dus als Sander 'niets' antwoordt op de vraag van de hp, hoort dat (volgens mij toch) op een nieuwe regel. En de volgende zin is een gedachte van de hp, dus die krijgt weer een nieuwe regel. Idem voor 'nee?En mijn zonnebril dan?' Dat is een antwoord van de hp op iets dat Jaap zegt, dus ...nieuwe regel.

Lid sinds

6 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 juli 2018 - 19:34
Hai Edith Holmes, Leuk spannend verhaal met goeie insteek(grapje). Wat betreft de dialogen kan je die beter op een nieuwe regel beginnen.om de leesbaarheid te vergroten. Ook iets meer aandacht voor je publiceert. bv. ik hoor ik mijn naam vallen..erg veel ik... Verder goed verhaal en met plezier gelezen.

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 juli 2018 - 19:51
Hoi Edith, spannend verhaal, waarin het blijft gissen naar wat er is gebeurd. "Het viertal is er wel, maar dat staat hier op veilige afstand van de onheilsplek." Misschien beter: "maar wij staan hier..." ? Omdat je de rest vh verhaal ook in de ik-vorm schrijft?

Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 juli 2018 - 21:23
Edith, spannend idd je verhaal. Ik laat me graag meedeinen op verhalen. Ook ik zit met het viertal dat om onduidelijke redenen weggaan is uit de 4 stoelen? Zo begrijp ik het, is dat je bedoeling? Ik vind je idee erachter origineel en je maakt me nieuwsgierig met de vondst aan het einde. Dus vanuit dat oogpunt: goed gelukt. Succes en fijne avond.

Tja

Lid sinds

15 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
30 juli 2018 - 18:14
Met andere reageerders heen. Waarom zitten ze niet meer op hun stoel? Bang voor de meeuwen? Wie spreekt de laatste zin uit? Wel grappig dat de politie gebeld wordt voor een rode vlek. Dat is toch een mes dat blinkt?

Lid sinds

11 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
31 juli 2018 - 14:59
Hallo Edith, ... ik begrijp best waarom jullie de stoelen hebben verlaten na het roepen van de polltie. Dat is natuurlijk ivm sporenonderzoek. Leuk verhaal.Wat een opluchting je stond dus niet voor jan-joker.

2 augustus 2018 - 23:09
Dag @Meiga. Dank je hartelijk voor het lezen en je reactie. Ik zal je uitgewerkte versie over het dialoog goed lezen en ter harte nemen. Het leek mij allemaal maar wat omslachtig om alle dialogen op nieuwe regels te beginnen, maar vooruit met de geit. Fijn, dat je mijn verhaal kon waarderen en de spanning aanvoelde.

2 augustus 2018 - 23:15
Dag @John Doe : Hartelijk dank voor je bezoekje en reactie! Dat "insteekgrapje" is een goeie! Aha, weer die dialogen. Daar mag ik dus wel wat aan sleutelen. Je schrijft: Ook iets meer aandacht voor je publiceert. JE BEDOELT?? STAAN ER MEER FOUTEN IN? HET IS OOK ZO ELLENDIG WARM, DAT LOGISCH NADENKEN ER NIET MEER BIJ IS. bv. ik hoor ik mijn naam vallen..erg veel ik... JA, TE VEEL "IK-GEBRUIK?" Dat komt: het is zo'n gemakkelijke persoonsvorm waar ik me in kan verplaatsen. De 'ik persoon heeft niets met mijzelf te maken. Alles is fictief, maar de "ik" was wel zo stom om haar zonnebril te verliezen op de bewuste plaats.

Lid sinds

6 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
3 augustus 2018 - 18:15
Edith schrijft... hebben. We worden alle vier apart ondervraagd, terwijl twee agenten naar de strandstoelen lopen om inspectie te verrichten. Ik zie hoe een agente zich bukt en iets opraapt. Mijn zonnebril. Kan niet missen. Ik hoor ik mijn naam vallen. Nu ben ik aan de beurt. Wie ik ben, hoe oud ik ben, waar ik woon en wat ik hier doe en hoe ik er bij kom om de politie te bellen voor een rode sap- of wijnvlek in de stoffen rugleuning van een strandstoel. Ik ben verbaasd. Een agente bukt zich en raapt iets op. Mijn zonnebril. Onze namen vallen en een agent kijkt me van onder zijn borstelige wenkbrauwen aan. Met een blokje en pen in de hand komt hij op me af. Ik kan al bedenken wat hij gaat vragen, waar woon je , hoe oud ben je,.wat doe doe je hier en bovenal waarom heb je 112 gebeld? Op het moment dat hij zijn ondervraging wil beginnen roept een collega vanaf de plaats delict. 'Jan, dit moet je even zien.' Onbewust houd ik mijn adem in. Twee keer 'ik" tegen negen keer in jouw stukje Edith. Te veel ik haalt de vaart uit het verhaal en leid af. van waar het om gaat. Ik ben zo dicht mogelijk bij je eigen inzending gebleven. Hoop dat je hier iets aan hebt, Holmes. Fijne avond.

4 augustus 2018 - 15:21
Dag @ EdwinChatalenQuinten : Dank je voor het lezen en je positieve reactie. Misschien heb je gelijk wat betreft "wij" in plaats van het viertal. Stil blijven raden wat hier aan de hand is. Daar is het een open eind voor. Wie weet schrijf ik er nog eens een vervolg aan vast.

4 augustus 2018 - 15:25
Hallo @MwMarie : Ook jij nog bedankt voor je bezoek en reactie. Fijn, dat jij je liet meeslepen. Je schrijft "Ook ik zit met het viertal dat om onduidelijke redenen weggaan is uit de 4 stoelen?" >>Die reden komt pas aan het eind tot uiting. De rode vlek was angstaanjagend en mogelijk toch iets meer dan een rode sap- of wijnvlek" Je schrijft: Ik vind je idee erachter origineel en je maakt me nieuwsgierig met de vondst aan het einde. Dus vanuit dat oogpunt: goed gelukt. DANK JE WEL! Succes en fijne avond. JIJ NOG EEN FIJN WEEKEND, mocht je dit nog lezen.