#204 -Stille getuigen
Telkens weer cirkelen vier meeuwen krijsend om de vier fris gestreepte strandstoelen. Voor iemand die niet ziet dat de stoelen onbezet zijn lijkt dit een vredig ontspannen tafereeltje van een viertal, dat een broodje zit te eten terwijl de hongerige meeuwen hun uiterste best doen om een kruimel te bemachtigen. Het viertal is er wel, maar dat staat hier op veilige afstand van de onheilsplek. Helaas heb ik in de haast om weg te komen mijn zonnebril verloren. Die ligt daar nog ergens in het zand.
“Zie je al iets komen”, vraag ik aan Sander die met een hand boven zijn ogen de horizon aftuurt. “Niets” klinkt het dof. Ik kijk naar Emma die met de punt van haar schoen een grote halve cirkel in het zand beschrijft, precies zoals de meeuwen doen. Jaap wordt vervelend.
“Als we gewoon weer weg waren gegaan had niemand het geweten.” “Nee? En mijn zonnebril dan? Straks word ìk nog verdacht. Bovendien ben je misschien wel strafbaar als je er geen melding van maakt.” Die Jaap kon soms toch zo stom uit de hoek komen.
In de verte klinkt een sirene. Eindelijk, daar zijn ze. Een motoragent, politieauto en enkele personenauto’s. Waarschijnlijk verslaggevers die het nieuwtje opgevangen hebben. We worden alle vier apart ondervraagd, terwijl twee agenten naar de strandstoelen lopen om inspectie te verrichten. Ik zie hoe een agente zich bukt en iets opraapt. Mijn zonnebril. Kan niet missen.
Ik hoor mijn naam vallen. Nu ben ik aan de beurt. Wie ik ben, hoe oud ik ben, waar ik woon en wat ik hier doe en hoe ik er bij kom om de politie te bellen voor een rode sap- of wijnvlek in de stoffen rugleuning van een strandstoel. Ik ben verbaasd.
“Sap of wijnvlek? Geen bloed?” “Welnee. U leest teveel Agatha Christies. In het vervolg eerst even goed kijken en ruiken voordat u alarm slaat.” Ik voel me opgelaten. Ik weer. Een agent komt met een transparante plastic zak aanlopen waarin iets blinkt.
“Jan? Dit stak in het houten frame van de blauw-wit gestreepte stoel.”
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schrijfcoach Mike van Holsteijn schreef, dat dialoog meestal op de volgende regel komt. Nooit bij stilgestaan. Hopelijk is dit hier toegepast.
Na de tips die ik kreeg wat betreft "dialoog" en teveel "ik" van @John Doe heb ik de volgende bewerking aangebracht :
Telkens weer cirkelen vier meeuwen krijsend om de vier fris gestreepte strandstoelen. Voor iemand die niet ziet dat de stoelen onbezet zijn lijkt dit een vredig ontspannen tafereeltje van een viertal, dat een broodje zit te eten terwijl de hongerige meeuwen hun uiterste best doen om een kruimel te bemachtigen. Het viertal is er wel, maar dat staat hier op veilige afstand van de onheilsplek. Helaas heb ik in de haast om weg te komen mijn zonnebril verloren. Die ligt daar nog ergens in het zand.
“Zie je al iets komen”, vraag ik aan Sander die met een hand boven zijn ogen de horizon aftuurt.
“Niets” klinkt het dof. Ik kijk naar Emma die met de punt van haar schoen een grote halve cirkel in het zand beschrijft, precies zoals de meeuwen doen. Jaap wordt vervelend.
“Als we gewoon weer weg waren gegaan had niemand het geweten.”
“Nee? En mijn zonnebril dan? Straks word ìk nog verdacht. Bovendien ben je misschien wel strafbaar als je er geen melding van maakt.” Die Jaap kon soms toch zo stom uit de hoek komen.
In de verte klinkt een sirene. Eindelijk, daar zijn ze. Een motoragent, politieauto en enkele personenauto’s. Waarschijnlijk verslaggevers die het nieuwtje opgevangen hebben. Twee agenten naar de strandstoelen lopen om inspectie te verrichten. Ik zie hoe een agente zich bukt en iets opraapt. Mijn zonnebril. Kan niet missen.
Onderwijl worden wij alle vier apart ondervraagd. De geijkte vragen naar naam, woonplaats, leeftijd en de reden dat we hier zijn. Zijn laatste vraag tot mij komt onverwacht en verbaast me: hoe ik er bij kom om de politie te bellen voor een rode sap- of wijnvlek in de stoffen rugleuning van een strandstoel.
“Sap of wijnvlek? Geen bloed?”
“Welnee. U leest teveel Agatha Christies. In het vervolg eerst even goed kijken en ruiken voordat u alarm slaat.” Ik voel me opgelaten, echt weer iets voor mij. Een collega komt de ondervraging onderbreken en houdt een transparante plastic zak omhoog waarin iets blinkt.
“Jan? Dit moet je even zien. Het stak in het houten frame van de blauw-wit gestreepte stoel.”
Hoi Edith. Leuk gevonden.
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Hai Edith Holmes, Leuk
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Hoi Edith, spannend verhaal,
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Edith, spannend idd je
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Met andere reageerders heen.
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Hallo Edith, ... ik begrijp
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Heel bijzonder verhaal. Het
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Dag @Meiga. Dank je hartelijk
Dag @John Doe : Hartelijk
Edith schrijft... hebben. We
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Dag @ EdwinChatalenQuinten :
Hallo @MwMarie : Ook jij nog
Uiteindelijk is het de
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol