#97 - Verantwoording
[…]
De figuren die ik schilder zouden verderfelijk zijn, perfide verzinsels ontsproten aan een verdoolde geest. Nu heb ik allerminst de behoefte om mij tegen de holhoofdige lieden die zulke onzin zwetsen te verdedigen; met u zou ik evenwel graag een persoonlijke herinnering willen delen.
Ik was een jaar of twaalf toen een brand een groot deel van Den Bosch verwoestte. Waar anderen uitsluitend zagen hoe de vlammen in hun macabere dans zochten naar weerloze prooien om te verdelgen, zag ik echter meer.
Ik zag duivels rondvliegen, koortsachtig op zoek naar hun volgelingen die dreigden in het vuur om te komen. Ze gingen huizen en holen in, verzamelden hun discipelen en brachten ze in veiligheid, onderwijl lachend en schuine taal uitslaand.
Daarnaast zag ik ook engelen en ook zij vlogen in het vuur. Maar zij kwamen niet om de rechtschapenen te redden, doch om de ontslapenen weg te voeren.
Ogenschijnlijk leek het of de kwade machten tegenover hun volgelingen een nobeler taak verrichtten dan de goede, maar het was helder voor mij dat zulks niet het geval was. Integendeel. De onrechtvaardigen werd geen rust gegund - zoals hun dat nooit gegund zal worden -, terwijl de rechtvaardigen hun eeuwigdurende beloning een aanvang zagen maken.
Deze strijd tussen goed en kwaad heb ik nooit zo sterk gezien als destijds.
Hoe vaak heb ik niet verlangd naar deze hemelse beloning; mijn tijd bleek nog niet te zijn gekomen. Voor het zover is, ligt er voor mij nog de taak om een ieder te doen beseffen welke strijd er gaande is en om hen aan te sporen de juiste weg te wandelen. De duivels en creaturen op mijn schilderijen zijn niet anders dan die ik als twaalfjarige heb gezien.
Ik hoop u binnenkort weer te zien,
Uw toegenegen dienaar,
Jeroen Bosch
@gs, waardering voor je
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Graag gelezen, mooie Bosche
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
@Mili, @mw.Marie: dank jullie
Lid sinds
9 jaar 1 maandRol