Lid sinds

8 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#91 - Sonnet 6

Then let not winter's ragged hand deface. In raads’len spreekt de man uit Engeland. Alleen vermoedens: dat ik er in lees dat wilskracht diep in mij de kou verbant. Aan mij is niet besteed die goede raad. Geen put is diep genoeg, geen biedt een thuis voor mijn gemoed. De somberheid verslaat mijn zinnen; niets resteert er meer dan gruis. Maar dan, de eerste krokus in het perk. De leeuwerik die jubelend bevrijdt mijn ziel. En hyacinthengeur - zo sterk - verjaagt het donker naar vergetelheid. En met het zonlicht vult mij dan de waan Dat nimmer er een winter heeft bestaan.

Lid sinds

9 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooi, GS, hoe je het gevoel dat bij de overgang van de seizoenen hoort beschrijft. Vooral je laatste twee zinnen vind ik sterk. kleine aanpassing: 'verbreidt'

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Ook ik vind je laatste twee zinnen mooi, maar dan denk ik wel: het zou nog mooier zijn als je die tien lettergrepen losliet en gewoon schreef 'dat er nimmer winter heeft bestaan.' Maar dat ben ik, een poeziebarbaar.

Lid sinds

11 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ja, weinig aan toe voegen, gs. Vooral de laatste twee zinnen vind ik mooi en herkenbaar. Mooie opbouw naar die verlichting :thumbsup:

Lid sinds

8 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Allen dank, @nyceway, het woord 'verbreid' had het bij mij gelijk verbruid. Ik heb me ervan bevrijd. Dat woord ging eruit. @schrijvenmaar. Twee sonnetten in 50 jaar; zo veel meer barbaar dan ik kan jij niet zijn. En loslaten van regeltjes? Dat gaat wel heel ver voor iemand die zijn geld verdient met het schrijven van software.