Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#44, Groei

Het is teruggekomen. De celvermeerdering. Ik voel een brok in mijn keel, ik probeer het nare obstakel weg te slikken, het lukt niet. Mijn hart slaat onregelmatig en zweetdruppels staan te dringen om zich uit mijn poriën een weg naar buiten te banen. Mijn angst groeit. Niet aan het negatieve denken, het kan ook goedaardig zijn. Ik verdrink in positieve gedachten. Mijmerend over woekerende gezwellen die ervoor zorgen dat mijn geestelijke bagage enorme proporties aanneemt. Steeds wassende inzichten, die me een sterker mens maken, completer, inhoudelijk verstandiger. "Mevrouw?" De stem van de assistente doet me opschrikken. Lijdzaam volg ik haar naar de onderzoeksruimte. In trance ontbloot ik mijn bovenlijf. Ik sluit mijn ogen en onderga de mij overbekende testen. Berustend in mijn lot. Dan overvalt de specialist me met overduidelijk schokkend nieuws. De celdeling die in me plaatsvindt is niet meer terug te draaien. Het is al in een te ver gevorderd stadium. Het kan niet meer afgebroken worden. Mijn hart springt bijna uit mijn lijf. Vol ongeloof staar ik de arts aan. Tranen wellen in mijn ogen. De emoties overweldigen me. "Hoe lang nog?" "Heeft u echt niets gemerkt?" De dokter kijkt me indringend aan, mijn man streelt mijn koud geworden vingers. "Nee, hoe lang nog?" Weer vraag ik het, vol ongeloof. "Nog drie maanden." We kijken elkaar aan. Ik zie de pretlichtjes van vreugde in de ogen van mijn partner. Hij had de hoop allang laten varen. "Nou, dan mag ik wel snel met de babykamer beginnen," zegt hij vrolijk en legt zijn hand op mijn buik. Met een eerste boksbeweging geeft de ongeborene te kennen dat het geen droom is.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik houd ervan hoe je mij op het verkeerde been zet. Ik moest de tekst na je plot nog een keer lezen, omdat ik compleet in de war was. Een leuk einde, gelukkig is dit positiever.