#387 - Koorgeluiden
Koorgeluiden
Het kerkkoor, ik mocht voorzingen, mijn hart klopte in mijn keel. Ik zie me nog staan als tienjarige in die grote kerk. Op zondag zaten we altijd op de familiebank. Wij kinderen verveelden ons stierlijk en waren blij als we op konden staan. De ouwel was niet vies. Bij het teruglopen naar je plek kon je lekker de kniekussentjes van hun haakjes wippen. Dat verveelde na een paar missen ook en daarom leek het koor achter het altaar de oplossing.
Thuis mocht ik nooit meezingen. 'Jij klinkt vals', klonk het in koor als ik dat op verjaardagen toch probeerde. Het voorzingen ging snel. De halve klas had zich aangemeld. Ik zong luid galmend door de lege kerk, Heer geef mij dank. 'Dank, stop maar, jij kan komen' en de dirigent vertelde mij wat te doen. De daarop volgende zondag stond ik parmantig op de voorste koorrij te playbacken.
Deze herinneringen gaan door mij heen bij het naderen van de studio. Pianoklanken en kwebbelende vrouwen hoor ik al van ver. Gelukkig komt Milou net aan, zij vroeg mij vandaag mee te gaan. Alleen luisteren zou al voldoende zijn, daarvan zou ik al zin krijgen om mee te doen. Met kloppend hart loop ik mee naar binnen. De dame achter de vleugel heet me welkom. Ze vraagt de kwebbels te gaan zitten en wijst mij een kruk aan in hun midden.
'Wil je over jezelf vertellen of zal ik maar van wal steken?' Terwijl Anne me dat vraagt kijkt ze me doordringend aan. Mijn wangen worden warm en ik voel me weer dat kleine meisje. 'Moet ik niet voorzingen?' vraag ik timide. 'Nee hoor, jouw stem horen we later wel.' Ik besluit eerlijk te zijn en zeg dat ik onervaren ben. Ik weet niet eens hoe mijn stem klinkt. Pratend, schreeuwend en fluisterend ken ik mijn stem wel, maar niet zingend.
Anne stelt me gerust. Zegt dat ze eerst in gaan zingen en dan moet ik maar zien of ik luister of meedoe. De eerste tonen klinken en ik zie de groep tot leven komen. Voeten bewegen mee op het ritme. Twee dames gaan al zingend staan. Nummer na nummer zingt het koor. Ik ga er volledig in op. Als uit het niets open ik mijn mond en voel ik dat ik meezing.
De ouwel was niet vies…
Lid sinds
3 jaar 5 maandenRol
De ouwel was niet vies. Heeft helemaal niets met het verhaal te maken, maar zet de sfeer goed neer. Ik hou ervan. Als ik een ding mag opmerken; alhoewel je het mooi rond maakt met angst en durf, voelt het toch alsof het verhaal eindigt met een anticlimax.
Hoi Elrie, een lief verhaal…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Elrie, een lief verhaal. De laatste zin voegt voor mij niets toe.
het koor op het altaar ---> het altaar is een tafel waarop de rituele handelingen worden verricht. Ik zie daar geen koor op staan. Misschien het koor achter het altaar?
'Jij klinkt vals' klonk het in koor als ik dat op verjaardagen toch probeerde. ---> achter vals hoort nog een komma.
Dank Sakura en Fief, de…
Lid sinds
3 jaar 1 maandRol
Dank Sakura en Fief,
de laatste zin heb ik weggehaald, ik begreep wat jullie bedoelden. Het koor achter het altaar moet het zijn. Stomme fout van mij.
Ik vind de eerste alinea een…
Lid sinds
6 jaar 4 maandenRol
Ik vind de eerste alinea een beetje rommelig. Misschien kun je daar nog even mee stoeien. Verder is het een leuk en herkenbaar verhaal.
Hoi Elrie, Wat een leuk…
Lid sinds
8 jaarRol
Hoi Elrie,
Wat een leuk verhaaltje over een vrouw die haar stem vindt. Heel dapper, is ze. Goed dat ze haar hart volgt. De enige opmerking die ik heb, is over dit: de komma hoort vóór het aanhalingsteken, dus: 'Jij klinkt vals,' of een punt: 'Jij klinkt vals.'
Bedankt!
Yvette
De enige opmerking die ik…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Welnee, die hoort er in dit geval achter. Ervoor doe je alleen als je die eigenwijze, onlogische ELDA-regel volgt. Niet doen. Lekker laten staan.
Mooi verhaal, het brengt mij weer even terug naar de koorschool waar ik op zat als kind. Maar ik zong als een engeltje.
Dank Musonius, je zal nu dan…
Lid sinds
3 jaar 1 maandRol
Dank Musonius, je zal nu dan wel als een grote engel zingen.
Elrie, bedankt om mij ook…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Elrie, bedankt om mij ook terug te brengen naar de wat griezelige zolder op school waar wij als elfjarige knapen daarenboven het 'Dies Irae' moesten instuderen. De tekst stond in een groot boek op een katheder die boven onze hoofden uitkwam. Ik vermoed dat de hoge zolder met de vele houten balken gekozen werd omwille van de goede akoestiek. Het kan ook zijn dat we de andere klassen niet mochten storen of was het omdat wij dan dichter bij de engelen waren?