Lid sinds

9 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#344 De eerste alinea vertelt het allemaal

 

Ik weet zeker dat het boscafe-restaurant mij als bezoeker gekozen heeft. De zwaartekracht heeft me opgetild en op de ijzeren stoel met bijpassend kussen neergedropt, en de Prosecco op het tafeltje gezet. Zo dadelijk zal ik – na netjes te hebben afgerekend – van mijn stoel worden meegesleurd en op een onbekende plek in het bos worden gedropt, ter voorbereiding op een lange boswandeling waarin ik de weg kwijt raak. 

Terwijl ik vluchtig een slok neem wordt de lege Bosbaan gevuld met de vierpersoons roeiboten van de studentenvereniging. Maandenlang hebben ze erop moeten wachten, maar toch lijken ze niet als speelse honden langs de kant te staan. Toen ik hun leeftijd had zou ik het geduld niet hebben gehad. Waarschijnlijk zou ik iedere vorm van overheidsbemoeienis naast me neerleggen om de Koning van de Bosbaan te blijven. 

De stuurman van een van de roeiboten valt op door zijn lengte. Stuurmannen zijn vaak de onderdeurtjes, maar hier is sprake van een reusachtige uitzondering. Lang, golvend, bruin haar en dromerig voor zich uitkijkend. Het kan hem niet zijn, hij zou allang afgestudeerd moeten zijn. Hoewel de persoon in kwestie altijd gebeden heeft de eeuwige student te blijven. 

Mijn vingers trillen als ik het lege proseccoglas vasthoud. De portemonnee uitdagend op tafel. De serveerster wenken, pin langs het apparaat halen en in het bos verdwijnen lijken kleine handelingen. Maar vanuit mijn ooghoek zie ik dat hij uit de roeiboot is afgestapt en - in het tempo waarin hij altijd met de roeiboten meesprintte - op me afbeent. 
'Joost, we zijn net begonnen man. Het is altijd hetzelfde met jou,' roept een van zijn bootgenoten. De naam, het typerende gedrag, en de grote blauwe irissen. 

Joost' schoenen lijken het water van de Bosbaan te hebben getoucheerd. Het valt me mee dat zijn broek nog geen waterdruppels tot zich heeft genomen. 
'Marcel', zegt hij met een stem die nog net zo jongensachtig klinkt als toen. Het liefst zou ik niets terug willen zeggen. Hij hoeft mijn zwaarder geworden, lijzige stem niet te horen.  
'Joost, waar ben jij vandaan komen vallen?' 
Joost glimlacht het weg. Hij was altijd al goed in het weglachen van al mijn idiote vragen en opmerkingen die ik vooral in zijn aanwezigheid maakte.  
'Het watermonster heeft me naar je toe gestuurd.'  

Ondertussen zijn de drie overgebleven bootgenoten zonder stuurman vertrokken. Joost kijkt er een ogenblik naar, maar staart me dan weer aan met zijn kenmerkende strakke blik. Als ik terugga naar het stoeltje, zal alles wat ik in de eerste alinea heb voorspeld gebeuren. Joost zal waarschijnlijk in een van de klimbomen van het Fun
Forest klauteren en me roepen, zonder reactie van mijn kant. Het toeval zal uitwijzen wat mijn volgende stap is. 

 

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Even denken. Ik lees hier denk ik: een nakende homoseksuele relatie, of een mannenvriendschap. Of een oude ruzie. Een zijdelingse verwijzing naar corona. Het toeval lijkt te bestaan uit de reactie van Joost mag het weten. Ik mis denk ik net te veel concreetheid om er een plot van te kunnen breien. Het roeien lijkt er ook geen rol in te spelen. De sfeer is mooi dromerig. Zit ik goed?

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik vind het een heerlijk smerig verhaal. Je hebt met succes dubbele betekenissen verborgen in een erg leuk verhaal. Met fenomenale titel. Ik las de eerste alinea tien keer.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Gaat die Joost die het mag weten nu in alle verhalen opduiken?
Aan de afvaart van de Lesse is er zeker ergens een Bosbaan te vinden maar ergens in het verhaal ben ik de draad verloren. Edoch goed geschreven. Een herschrijf kan hier wonderen doen.

Lid sinds

9 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Kruidnagel

Denk dat je het goed verwoord. Idee was dat Marcel zijn oude liefde Joost tegenkwam. Joost zag hem ook wel zitten, maar was wat te veel een flierefluitertje om echt een serieuze relatie te willen. Roeien speelt zeker een rol; Joost zit nog steeds bij de studentenroeivereniging waar Marcel dus ook ooit zijn kunsten uithaalde. Toeval heb ik geprobeerd onzichtbaar in het verhaal te verwerken; Marcel belandt zomaar op een plek waar Joost 'toevallig' ook is. Of hij langer bij Joost blijft of in het bos verdwijnt hangt ook van het toeval af.

Lid sinds

9 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ GI

Dank voor het lezen. Die Bosbaan kende ik nog niet, benieuwd of je daar ook zo goed kan roeien. De Bosbaan in mijn verhaal is vlakbij de ingang van het Amsterdamse Bos, een watertje van zo'n 2 kilometer in lengte waar veel internationale roeiwedstrijden worden gehouden. Hoewel we inmiddels al bij de volgende weekopdracht zijn hoor ik het graag als je nog tips hebt voor een herschrijf.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Virtuoso, ik heb de tekst met meer aandacht opnieuw gelezen en ook de reacties. Op enkele woorden na (in de eerste alinea zou ik de eerste neer gedropt veranderen in bijvoorbeeld neer geploft omdat er verder in de zin al gedropt staat),  hoeft er niet echt herschreven te worden. Ik heb nu alles volledig begrepen.