Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#321 - Een geluk bij een ongeluk

26 oktober 2020 - 14:43

 

Als betoverd zet ik me neer op een bank in het bos. De bank mag dan wel wat vochtig aanvoelen door de regen de laatste dagen, maar dat deert me niet. Rondom rond zie ik een kleurenpracht en ik kan echt genieten van alle tinten groen, geel, bruin en rode bladeren aan de bomen en struiken. Ik neem mijn water en neem een deugddoende slok water. Misschien heb ik de tocht wat onderschat. Ik heb tijd. Dan ben ik maar wat later.

De avondzon straalt tussen de takken door en geeft het geheel een sprookjesachtige gloed. Een merel is in een druk melodieus gesprek wat verderop en wordt begeleid door de zachte bries die de bladeren doet ruisen. Herfst. De heerlijke geur van het natte mos, van de afgebroken takjes en een zoete zweem van…

Gatverderrie, denk ik bij mezelf, wat stinkt daar nou.

In een flits bedenk ik welke uitwerpselen zo kunnen stinken, de natuurprogramma’s op tv doen me echter twijfelen. Zou dit nu die beruchte geur zijn van de stoelgang van een beer? Leven hier wel beren? Of zou dit te geur zijn van een everzwijn? Dat is misschien wel realistischer. Een jakhals? Nee. Een das? Hoe zouden die ruiken? Een hert?

Hoewel de geur toch wel duidelijk mijn neusgaten infiltreert, zie ik voor mij, of naast mij niet direct een drolletje of een plas. En beweging heb ik al helemaal niet gehoord, laat staan gezien. Enigszins teleurgesteld sta ik recht om verder te wandelen. Blijven zitten heeft geen zin, ik voel een schele hoofdpijn opkomen. Het moment van genot is voorbij.

Terwijl ik mijn jas dichtrits voel ik een trekbeweging aan mijn broek. Voorzichtig probeer ik me van die tak weg te trekken en zet een stapje opzij. Toch lijkt het of mijn broek weer blijft hangen. Ik kijk naar beneden en zie onder de bank één of ander diertje, besmeurd met stinkende poep, bewegen. Het lijkt wel of het aan mijn broek trekt.

Wat verward – dieren hebben geen handen of vingers – hurk ik en kijk ik recht in twee zielige ogen. “Help me, alstublieft, help me,” spreekt het vuile wezentje. Onder de vuile stinkende smurrie zie ik de contouren van…. een … kabouter?

Ik knipper even met mijn ogen, om te checken of ik niet dagdroom, maar zo een geur tijdens een dagdroom. Nee, dat is echt een kabouter.

“Jullie kunnen ons normaal niet zien, maar ik heb echt uw hulp nodig. Wilt u mij alstublieft helpen? Ik hang vol vuile drek, die droogt op en nu kan ik me nog maar amper voortbewegen. Wilt u me wat properder maken?”

Uiteraard kan ik hem dat niet weigeren. Ik neem wat bladeren en mos en gebruik de rest van mijn water om de kleine kabouter proper te maken. Tijdens ons gesprekje tussendoor probeer ik vooral niet te kokhalzen en maken we verder kennis. Ik weet nu iets meer over kabouters in het algemeen, over hun gewoontes, hun voedsel, hun dierenvriendjes…

Zonder de poep-douche, had ik nooit de eer gehad om eentje ook maar te zien.

Wel grappig, ik dacht altijd dat kabouters toch iets groter waren.

 

Gi

Lid sinds

8 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
26 oktober 2020 - 15:58

Als kabouters groter waren geweest, had je nog meer water nodig gehad en was hij waarschijnlijk niet in de (honden-, vogel-,katten-,beren-,enz..)poep beland. Dus inderdaad een geluk bij een ongeluk. Tof bedacht, Emy.

Lid sinds

7 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
26 oktober 2020 - 16:29

Hoi Emy, wat leuk om jou hier weer te treffen! 🙂
Je hebt een originele invulling gegeven aan de opdracht. De HP geniet van enkele rustige momenten in het bos en dan volgt er op de mijmering een ontmoeting die uitloopt op een schoonmaakbeurt. Dat werk je beeldend uit, waardoor ik het zo voor me zie. Goed gedaan!

Een paar suggesties wil ik je toch meegeven.
- Ik zou zelf de zin 'Ik neem mijn water en neem een deugddoende slok water.' iets korter maken, er staat 2x 'neem' en 2x 'water' in, je zou de woorden 'mijn water en neem' kunnen weglaten.
-  Na de 2e alinea noteer je gedachten tussen aanhalingstekens, daarna doe je dat niet. Over het algemeen hoeven gedachten niet tussen aanhalingstekens. En je gebruikt hier dezelfde (dubbele) aanhalingstekens voor zowel gedachten als het gesproken woord.
- Ik weet niet hoe groot de kabouter in jouw verhaal is, maar uit de tekst zou je kunnen afleiden dat hij niet al te klein is; HP pakt 'grote bladeren' voor het schoonmaken en tijdens die poetsbeurt leert HP  'heel wat over kabouters in het algemeen, over hun gewoontes, hun voedsel, hun vrienden…' Dat wekt de indruk dat er veel tijd in gaat zitten.

Lid sinds

5 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
26 oktober 2020 - 17:11

Hoi Emy, leuk verhaal. Je hebt een goede daad verricht. Met plezier gelezen.

Ik neem mijn water en neem een deugddoende slok water. --- Ton noemde al dat het korter kan: Ik neem een deugddoende slok van mijn water.

besmeurd onder dierenpoep  ---- hoe weet je dat het dierenpoep is? 

“Ben jij een kabouter?” vraag ik verbijsterd.

“Ja,” piept de kabouter.

Dit mag je van mij weglaten. Je zegt in de zin ervoor al dat het een kabouter is en in de zin erna bevestig je het ook nog eens.

Ik knipper even met mijn ogen, om te checken of ik niet dagdroom, maar zo een geur tijdens een dagdroom. Nee. Dit is echt. Dat is echt een kabouter.  --- dit leest niet lekker. Twee keer echt achter elkaar. Zo een mag je volgens mij schrijven als zo'n. 
..., maar zo'n geur tijdens een dagdroom? Nee, deze kabouter is echt.

 

 

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
27 oktober 2020 - 9:46

Hi Ton,

Hopelijk blijf ik weer eens wat meer op post. Ik heb ervan genoten terug te schrijven :).

Bedankt voor je opmerkingen, ik ben er mee aan de slag gegaan om wat aanpassingen door te voeren

Lid sinds

5 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
31 oktober 2020 - 9:37

Dag Emy

 

Ik denk dat het de eerste keer is dat ik van je iets heb gelezen en het bevalt me enorm, ik zou daarom zeggen: kruip weer wat vaker in die pen van je, want ik vind het een mooie tekst, en je gaf op een originele manier invulling aan de opdracht.

Erg fijn gedaan.

 

Johanna