# 272 – Midden in het leven
Mijn lief, soms zie ik je weer fietsen in de stad zoals de allereerste keer dat ik je zag, zo mooi. Het beeld van jou van toen.
En als ik jou mis van destijds, dan denk ik ook: hoe zou het gaan met A, de eerste die mij zag en kende? Of met L, de eerste waar ik echt verliefd op was, al was het half mijn evenbeeld dat ik aanbad? Het vreemde van een grote stad is dat je ineens na jaren L kort bij een stoplicht spreekt. Maar dan is het nabijheid die de afstand schept, want L die ik aanbad bestaat niet meer, behalve in het rijk van mijn verleden, net als jij, en jij regeert. Het wordt bewoond door talloze gedaantes en door namen die nog staan voor iets dat was.
Zelf ben ik ook zo'n schim, want wat is het aan mij dat niet vervliegt? Mijn naam en mijn herinneringen, als ik mazzel heb althans. En toch moet ik mijn brille en mijn joie de vivre houden: God save my sex appeal.
Toch wil ik A nog wel eens zien, die eerste, maar online is ze voor mij al jaren spoorloos. We hadden nog een veel te lange toekomst, dat gaf onrust. Als kind dacht ik dat er een hemel was waar oma heen ging na haar dood, één grote, toffe reünie. Maar eeuwigheid, dat is geen tijd, geen plaats, net als het rijk van mijn verleden, of de stad waar je elkaar ineens weer spreekt.
Mijn premature lief, F, je kent haar wel, vond ook de dood, toen het niet mocht, we hadden nog een veel te lange toekomst. Ik hoop niet dat ik haar weer zie, dat durf ik niet, straks gaat het alsnog stuk. Dan maar onaf.
En ik heb jou vast en het gezin, mijn anker in de tijd, in het nu dat altijd stroomt. Mijn lief, je draagt mijn zoon, ons jongste kind, wat heeft hij veel gemist van wie wij zijn. Wie praat hem bij? De mythen en legenden over ons. Maar alles zal eerst draaien om zijn leven, zijn verhaal, het centrum van zijn wereld. Tegen de tijd dat het hem boeit zijn wij al oud. Het jaar 2000 klonk mijn leven lang ver weg en nu het bijna uit het zicht verdwenen is komt hij, een nieuw begin, een bundel toekomstpotentieel, maar nu alleen nog maar verwachting en onzekerheid. A's zoon is nu al veertien jaar gematerialiseerd, dat had mijn kind kunnen zijn. Een vreemd idee, ik heb geen kinderen van veertien in mijn bubbel, behalve in het rijk van mijn verleden, bij de schimmen en gedaantes van de mensen om me heen, of ik ze nooit meer zie, of juist voortdurend, zoals jij, zoals je was, zo jong en nieuw, of gisteren nog.
Wat een mooi beschreven ode
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hey Fief, dank je! Tja, de
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol
Kruidnagel schreef: Hey Fief,
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Zucht, ook alweer zo'n
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol
Hallo Kruidnagel, … ben onder
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Riny schreef: Hallo
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol