#272 Onbestaande liefde
Liefde zou nooit meer bestaan voor Boy, maar zijn hart ging sneller kloppen toen hij aan haar terugdacht. Het orgaan dat al een kwart leven lang bloed door zijn aderen pompte, ging steeds harder te keer, als was het een organische detector die aangaf dat hij zijn bestemming naderde.
Hij moest kalmer worden. Hij hield een hand tegen zijn linkerborst geklemd en voelde de harde stoten tegen zijn palm: bonk, bonk, bonk. Nog even en dat bloederige ding sloeg een gat door hem heen. Dan was het pas echt gebroken. Letterlijk.
‘Gaat alles goed meneer?’
Onthutst keek Boy om zich heen en raakte hij zich weer bewust van de omgeving. Hij keek uit over de grachten waarin de reflecties van prachtige historische gebouwen ontsierd werden door de schreeuwerige weerkaatsing van een batterij fluorescerend oplichtende bordelen. Achter hem bevonden zich de liefdestunnels, doorgangen met ramen waarachter de handelaars tegelijkertijd de handelswaar waren. Ze poseerden zo goed als puur natuur —what you see is what you get— als druiven aan een boom.
Hij haalde diep adem en draaide zich om. Hij keek recht in de openstaande gulp van een bejaarde.
‘Watte?’ bracht Boy wezenloos uit.
'Ik vroeg of alles in orde was' zei de bejaarde, 'U hing vervaarlijk over de reling, iets mompelend dat klonk als Sandra Lem, Sandra Lem…'
'Wat zeg je daar ouwe rukker?' zei Boy alsof hij ergens op betrapt was, ‘Waarom hou jij je niet met je eigen zaakje bezig. Straks vriest het ding nog af, en het is al zo klein!’
Boy greep de bejaarde bij de kraag om zijn woorden kracht bij te zetten; twee blauwe ogen keken hem geschokt aan.
'Het spijt me meneer!' gierde de man, 'Eerlijk waar, het was niet mijn bedoeling u lastig te vallen.’
Toen Boy zijn greep niet loste, graaide de bejaarde wanhopig in zijn jaszak: ‘Hier, ik heb wat voor u. Hiermee zullen de dames u wel opvrolijken!'
Hij hield Boy een briefje van vijftig voor. Verrast liet Boy de man los en wuifde hij het briefje weg. Hij was geen dief.
Wankelend vervolgde hij de weg die zijn kloppend kompas hem aangaf, zonder aandacht te besteden aan de dames die hem vreemd nakeken vanachter hun vitrine. Hij doorkruiste de smalle steegjes, vastbesloten dat zijn leven voorgoed zou veranderen eens hij zijn bestemming bereikte. Hij was er bijna; zijn doel was net om de hoek waar twee jongens tegen een muur stonden te niksen. Hij versteende toen de kleinste haar naam uitsprak.
'Sandra? Je gaat me toch niet vertellen dat zo'n snol je haar echte naam verklapt?'
De langste haalde zijn schouders op en nam een trek van zijn sigaret.
'Ze was wel heel open voor een snol en best intelligent,' zei hij nadat hij de rook tergend traag voor zich uit blies. ‘Ze had een gekke tattoo boven haar gleuf. Er zat wat veel haar, maar de letters Boy sprongen er wel uit.’
Dat was het laatste wat Boy hoorde. De wereld trok als een onwerkelijk waas aan hem voorbij toen hij het vol ongeloof en schaamte op een lopen zetten. Te zeggen dat hij haar net nog wilde betalen voor een beurt. Zijn ex! Zijn geliefde! Een prostituee!
Eenmaal ontsnapt aan de rode lichten die hem met hun valse beloftes bijna in haar val hadden meegesleurd, kwam er een gedachte in hem op die hem enigszins geruststelde. Hij was niet meer de enige waarvoor liefde nooit meer zou bestaan.
Speciale invulling, niet
Lid sinds
6 jaarRol
Bruno Lowagie
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch][quote=Bruno
Lid sinds
6 jaarRol
Ik zal met smart wachten.
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
OK. Ik ga eens van "juf
Lid sinds
6 jaarRol
- Ik heb moeite met "Liefde had voor Boy nooit meer bestaan"; ik begreep dat niet goed. Ik vond "Liefde zou voor Boy nooit meer bestaan" veel leesbaarder (we kunnen daarin van mening verschillen).
- Het beeld "Een organische metaaldetector" klopt voor mij niet. Dat metaal is er te veel aan; eigenlijk bedoel je eerder een vleesdetector. Indien je metaal bedoelt, dan in elk geval geen edel metaal :D
Ik zou er gewoon een detector van maken.
- Ik weet uit een vorige conversatie dat je het liefst in de verleden tijd schrijft, maar waarom schrijf je dan "Nog even en dat bloederige ding zal een gat door hem heen slaan"? Het leest veel vlotter als je schrijft: "Nog even en dat bloederige ding sloeg een gat door hem heen."
- Ook een zin als "Dan was het in letterlijke zin pas echt gebroken" klinkt gekunsteld.
- Door dit fragment raakte ik gedesoriënteerd:
"Hij stond met zijn rug naar twee bordelen toegekeerd, die uitkeken over de grachten en wist op dat moment even niet waar hij moest kijken. De rood oplichtende doorgangen waar halfnaakte verkopers poseerde - net snacks in de muur waar je een muntje in gooide."
Boy kijk naar de gracht en heeft twee bordelen in zijn rug. Of zijn het geen bordelen maar oplichtende doorgangen? Ook het vervolg verwart me:
"De reflecties in het water, die zowel de prachtige historische gebouwen als de kleuren omgekeerd reflecteerde. Of ten laatste de bejaarde wiens bezorgdheid beter kon worden besteed aan zijn openstaande gulp."
Wat doet die "ten laatste" in die zin waarin je de bejaarde man introduceert?
- Dit klopt niet: "hield een briefje van vijftig voor, die al snel werd weggewuifd. Boy liet de man los"
Verkleinwoorden zijn onzijdig, dus het is "een briefje dat" niet "een briefje die". Maar wat ik ook niet begrijp: hoe kan Boy dat briefje wegwuiven vooraleer hij de man loslaat. Hij heeft de man waarschijnlijk met twee handen bij de kraag. Het is al een wonder dat de man dat briefje kon bovenhalen, tenzij hij het ergens klaarzitten had voor een eigen bezoek aan de dames.
- Dit vind ik slordig geschreven: "De weg werd doorkruist door smalle steegjes en Boy besloot degene in te gaan die zijn leven voor goed zou veranderen. Hij zag twee jongens tegen de hoek van een muur leunen, uitleidend naar een andere en hij versteende bij het eerste woord dat de kleinste uitsprak."
- "De weg werd doorkruist door smalle steegjes: => passieve vorm is af te raden. Ook lijkt het red light district door de manier waarop je het hier schrijft bijna zo groot als een heel dorp.
"degene in te gaan" vind ik niet mooi geformuleerd.
"tegen de hoek van een muur uitleidend naar" vind ik ook niet prettig lezen.
"en hij versteende" => Dit smeekt om een nieuwe zin.
- Dit is een vreemde combinatie: "Niet zo'n typisch blondje; ze had zelfs een tattoo boven haar gleuf."
Ik kan me inbeelden dat veel van die typische blondjes achter zo'n raam een tattoo hebben. Vanwaar dan die "ze had ZELFS een tattoo boven haar gleuf."
- Het zou kunnen dat "Vol schaam" jongerentaal is, zelf niet meer tot de jongste generatie behorend zou ik eerder "vol schaamte" schrijven, al vind ik die "vol schaam" na "vol ongeloof" niet zo lekker lezen.
[hr] Ik ben vervolgens in de huid van een copy editor gekropen. Ik heb twee boeken geschreven en ik kon daarvoor telkens op een uitstekende copy editor rekenen, al moet ik toegeven dat de moed mij in de schoenen zakte, telkens ik de massa rood zag op elke pagina in mijn Word document. Gelukkig kan ik hier geen revisiemarkeringen gebruiken, dus post ik enkel de tekst na redactie. [hr] Liefde zou nooit meer bestaan voor Boy, maar zijn hart ging sneller kloppen toen hij aan haar terugdacht. Het orgaan dat al een kwart leven lang bloed door zijn aderen pompte, ging steeds harder te keer, als was het een organische detector die aangaf dat hij zijn bestemming naderde. Hij moest kalmer worden. Hij hield een hand tegen zijn linkerborst geklemd en voelde de harde stoten tegen zijn palm: bonk, bonk, bonk. Nog even en dat bloederige ding sloeg een gat door hem heen. Dan was het pas echt gebroken. Letterlijk. ‘Gaat alles goed meneer?’ Onthutst keek Boy om zich heen en raakte hij zich weer bewust van de omgeving. Hij keek uit over de grachten waarin de reflecties van prachtige historische gebouwen ontsierd werden door de schreeuwerige weerkaatsing van een batterij fluorescerend oplichtende bordelen. Achter hem bevonden zich de liefdestunnels, doorgangen met ramen waarachter de handelaars tegelijkertijd de handelswaar waren. Ze poseerden zo goed als puur natuur —what you see is what you get— als snacks in een muur waar je een muntje in kon gooien. Hij haalde diep adem en draaide zich om. Hij keek recht in de openstaande gulp van een bejaarde. ‘Wut?’ bracht Boy wezenloos uit. 'Ik vroeg of alles in orde was' zei de bejaarde, 'U hing vervaarlijk over de reling, iets mompelend dat klonk als Sandra Lem, Sandra Lem…' 'Wat zeg je daar ouwe rukker?' zei Boy alsof hij ergens op betrapt was, ‘Waarom hou jij je niet met je eigen zaakje bezig. Straks vriest het ding nog af, en het is al zo klein!’ Boy greep de bejaarde bij de kraag om zijn woorden kracht bij te zetten; twee blauwe ogen keken hem geschokt aan. 'Het spijt me meneer!' gierde de man, 'Eerlijk waar, het was niet mijn bedoeling u lastig te vallen.’ Toen Boy zijn greep niet loste, graaide de bejaarde wanhopig in zijn jaszak: ‘Hier, ik heb wat voor u. Hiermee zullen de dames u wel opvrolijken!' Hij hield Boy een briefje van vijftig voor. Verrast liet Boy de man los en wuifde hij het briefje weg. Hij was geen dief. ´Laat me met rust vieze oude man´ bromde Boy en hij liet de oude man verbouwereerd achter. Wankelend vervolgde hij de weg die zijn kloppend kompas hem aangaf, zonder aandacht te besteden aan de dames die hem vreemd nakeken vanachter hun vitrine. Hij doorkruiste de smalle steegjes, vastbesloten dat zijn leven voorgoed zou veranderen eens hij zijn bestemming bereikte. Hij was er bijna; zijn doel was net om de hoek waar twee jongens tegen een muur stonden te niksen. Hij versteende toen de kleinste haar naam uitsprak. 'Sandra? Je gaat me toch niet vertellen dat zo'n snol je haar echte naam verklapt?' De langste haalde zijn schouders op en nam een trek van zijn sigaret. 'Ze was wel heel open voor een snol en best intelligent,' zei hij nadat hij de rook tergend traag voor zich uit blies. ‘Ze had een gekke tattoo boven haar gleuf. Er zat wat veel haar, maar de letters Boy sprongen er wel uit.’ Dat was het laatste wat Boy hoorde. De wereld trok als een onwerkelijk waas aan hem voorbij toen hij het vol ongeloof en schaamte op een lopen zetten. Te zeggen dat hij haar net nog wilde betalen voor een beurt. Zijn ex! Zijn geliefde! Een prostituee! Eenmaal ontsnapt aan de rode lichten die hem met hun valse beloftes bijna in haar val hadden meegesleurd, kwam er een gedachte in hem op die hem enigszins geruststelde. Hij was niet meer de enige waarvoor liefde nooit meer zou bestaan. [hr] Disclaimer: ik ben een ingenieur, geen copy editor.Ik waardeer je eigen versie
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch schreef: alleen
Lid sinds
6 jaarRol
Bruno Lowagie
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch schreef: Ik
Lid sinds
6 jaarRol
Je hebt het ''niet netjes''
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch schreef: Ik wil het
Lid sinds
6 jaarRol
Royolosch schreef: Je hebt
Lid sinds
6 jaarRol
Oké, dan is dit de eerste
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch schreef: Oké, dan
Lid sinds
6 jaarRol
Leuke setting, stukje komt
Lid sinds
10 jaarRol
Virtuosuo schreef: En bij de
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
"Ze poseerden zo goed als
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
Royolosch schreef: "Ze
Lid sinds
6 jaarRol
Virtuosuo schreef: Hij haalde
Lid sinds
6 jaarRol
Mooi verhaal en Bruno is een
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol