#267 Stucwerk
Als aan de grond genageld sta ik in de deuropening van onze woonkamer. Mijn handpalmen zijn vochtig, mijn hart bonst. Alles in mij roept dat ik moet vluchten. Nu. Maar ik ben verlamd en even vrees ik dat mijn knieën het begeven.
Ik probeer te slikken, maar mijn mond is gortdroog en zonder houvast schiet mijn blik door de vertrouwde ruimte. Ik zoek onze trouwfoto, maar daar waar Daan en ik elkaar al jarenlang, iedere seconde van de dag innig omhelsen, vind ik nu alleen nog maar een groot kaal vlak. Ik knipper met mijn ogen in de hoop dan toch in godsnaam de contouren van de lijst gewaar te worden. Maar niets. Alles is wit; hagelwit.
Blinde paniek trekt door mijn lijf als ik besef dat het leven van Daan en mij, het leven dat we zo zorgvuldig hebben opgebouwd, in een paar grote vegen is uitgewist. Er is niets om me aan vast te klampen; onze woonkamer is een onbeschreven blad.
Als mijn ogen zich richten op de steiger vlak voor me, raak ik in vrije val.
Uit alle macht probeer ik weg te kijken, maar mijn blik wordt als een magneet omhoog getrokken.
Daar, hoog als een koning staat onze stucadoor, zijn kleren bedrieglijk wit, net als de rest van de woonkamer. Met grote vegen smeert hij het stucwerk uit op het plafond. Zijn armen bewegen als geroutineerde dansers.
'Ren!' galmt het wanhopig in mijn hoofd. Maar het is te laat.
De man op de steiger laat zijn armen zakken en draait zich langzaam om, totdat hij mij volledig in het vizier heeft.
Een grijns trekt over zijn gezicht, zijn ogen fonkelen.
'Hey dame.' Zijn stem stort als een waterval naar beneden.
Ik hap naar adem; dan ga ik kopje onder.
Chantal, betoverend deze
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Heerlijk met dat nat en droog
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Wow. Een gestoorde
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Dank Marie, Tilma en Nele
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Prachtig gedaan, echt
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol