Lid sinds

4 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#260- Spiegel- Vanitas/ Superbia

Oh, daar ben je weer. Het is zeker weer tijd voor ons half- zesje. Ik zag je vijftien minuten geleden nog in een winkelruit. Vijf minuten geleden in het schermpje van je telefoon. Je zoekt me de laatste tijd nog vaker op dan voorheen. Wees welkom, treed nader en verlies jezelf wederom in mij. Je hebt me gemist, of niet? Je hebt vooral jezelf gemist… Ik kon vroeger nog wel genieten van onze tijd samen. Het was leuk te zien hoe je als klein meisje je lippen stiftte, rouge en oogschaduw opdeed, je haar in de krullers… Ik was erbij op je meest intieme momenten. Toen je je behaatje opvulde met tissues, later met kipfileetjes. Je hield me tussen je benen om te zien hoe dat er nu eigenlijk uitziet, daar beneden. Ik hoop dat je daar iets aan hebt gehad, in het ontdekken van je seksualiteit. Het ontdekken van je vrouwelijkheid was niet zo moeilijk. Je schoonheid en je sex-appeal hebben er altijd al vrij dik bovenop gelegen. Je neemt me ter hand, nu lach je nog. Nu bevalt het je nog, wat ik je laat zien. Je bekijkt jezelf minutieus, zoals je altijd gedaan hebt. Ben je soms moedwillig op zoek naar imperfecties? We weten allebei hoe ongelukkig je bent als je zo direct je make- up verwijderd en je je ware zelf in mij weerspiegeld ziet. Is het werkelijk zo moeilijk te accepteren dat je er niet meer uitziet zoals toen je twintig was? Of dat je er ook niet meer zo uitziet als twintig jaar geleden? Is je uiterlijk het enige dat je ziet als je je tijdens onze onderonsjes weer eens tegen mij aanvlijt? Ik laat je zoveel meer zien. Ik kan je laten zien wie jij bent ik het diepst van je kern. Maar jij kijkt niet verder. Ik ben teleurgesteld in je… Vroeger zong je tegen mij, terwijl je ervan droomde de beste zangeres te zijn. Je oefende je beëdiging als advocate, met mij als je enige toeschouwer. Goed dan, jij zag alleen jezelf, maar in stilte genoot ik van je ambities. Ik was trots! Nu zie je alleen nog je gezicht. Je ziet niet meer de toekomst in mij, niet meer de mogelijkheden. Je ziet alleen wat geweest is. Denk je dat het me niet is opgevallen dat je probeert vast te houden aan wat niet meer is? Verdrietig trek je je huid glad. De lachrimpels, je kraaienpootjes, je frons… ze verdwijnen. Eventjes. Je bent steeds maar in de weer met smeerseltjes, elektrische stootjes, slakkenslijm. Je draagt mouwen, zodat niemand je bovenarmen ziet zwabberen; je draagt een shawl om je hals; handschoenen omdat je bang bent dat je handen je ware leeftijd tonen. Je hebt aan je gezicht laten sleutelen, of niet? En voor wat? Heb je dan niet in de gaten dat het allemaal voor niets is? Je pogingen zijn zo, zo futiel. Schoonheid is vergankelijk, zo is het bedoeld. Het hóórt vluchtig te zijn. Een leven geofferd aan het behouden van schoonheid, is een leeg leven. Je bent een intelligente dame, dat zou je moeten weten. Oh, Jij denkt dat ik niet doorheb dat het niet louter om het behouden van je uiterlijk gaat? Dat je verlangen mij niet opviel? Een verlangen beter, belangrijker en aantrekkelijker te zijn dan de anderen? Dat ik blind zou zijn voor je eigenliefde? Ik was erbij toen Narcissus wegkwijnde en stierf aan een watertje. Verliefd op zijn weerkaatsing. Verliefd op mij! Dat Lucifer ter aarde stortte, is mijn verantwoordelijkheid. Ik maakte dat Icarus te dicht bij de zon vloog. Het portret van Dorian Gray is een lofzang aan mij die me nog heerlijk in het gehoor ligt en ik kan me nog altijd warmen aan de Vreugdevuren van de IJdelheden in de vijftiende eeuw. Jij dacht dat het Eris was die de gouden appel tussen Hera, Athena en Aphrodite wierp? Ha! Wie denk je dat je bent? Denk jij je werkelijk te kunnen meten aan hen die mij aanbaden? Voor me streden, zich aan mij opofferden. Wat heb jij ooit voor me gedaan? Behalve dat je iets te vaak naar jezelf kijkt. Hoe offer jij je aan me op?

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Miller, Mooi stuk. Wat mij betreft gaat het wel iets te lang door. Dit zou het slot kunnen zijn, als wijsheid die inderdaad in vergetelheid lijkt te zijn geraakt:
Schoonheid is vergankelijk, zo is het bedoeld. Het hóórt vluchtig te zijn.

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Lekker no-nonsense, de sfeer doet me een beetje denken aan Het spook van de opera, tikje grotesk en gothic. Het einde ligt er ook wat mij betreft iets te dik bovenop (maar ik snap de verleiding; dat past dan wel weer in het thema ;-) ).

Lid sinds

4 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoewel ik de lezer in de eerste paar alinea's wil doen geloven dat een spiegel aan het woord is, die al een leven lang optrekt met dezelfde vrouw- en met nostalgie en weemoed terugdenkt aan simpeler tijden- is hier in werkelijkheid een god(in) aan het woord. De spiegel (net als ieder spiegelend oppervlak) is een personificatie van deze godheid; zijn belangrijkste attribuut. Het is een portaal, waarmee hij eenieder in de gaten kan houden die ontvankelijk is voor zijn macht en bereid is hem te aanbidden (middels zelfaanbidding). Via dit portaal spreekt hij de HP nu aan. Het is de god Vanitas/ Superbia. Ik heb me hierbij laten inspireren door: 1. De twee vormen van ijdelheid. a) Vanitas, een bekend thema in de beeldende (vaak schilder-) kunst, waarmee de vergankelijkheid, zinloos- en leegheid van het leven worden aangeduid. Alles is vluchtig, verdwijnt bij tegenslag, tijd en de dood. b) Superbia, als eerste en ergste van de zeven hoofdzonden. Het is hoogmoed (een verlangen belangrijker en aantrekkelijker te zijn dan anderen, zich superieur te achten) dat aan de andere hoofdzonden ten grondslag ligt. Een liefde voor zichzelf. 2. Het gegeven dat godheden in de oudheid dikwijls werden vereenzelvigd met andere godheden. Binnen hun eigen mythologie, maar ook daarbuiten, wanneer culturen met elkaar in aanraking kwamen (of bij assimilatie, na oorlogen). De Egyptische godin Bastet bijvoorbeeld, vertegenwoordigde de goedaardige kant van de godin Hathor. Sekhmet was dan weer haar straffende tegenpool. Bastet werd gelijkgesteld met de Griekse godin Artemis, die op haar beurt weer bekend stond onder de naam Diana in de Romeinse mythologie. Meerdere namen voor een zelfde of vergelijkbare god(in) is er dan een aanwijzing voor dat een van die namen uit een oudere religie stamt: de (moeder)godin met de meeste macht, als hoogste godheid (in dit geval is Superbia de oudste en machtigse godheid, waar de god Vanitas bij is 'ondergebracht'. Ik heb ervoor gekozen Vanitas/ Superbia eerst een wat melancholische en sentimentele toon te geven. God of niet, hij kent de HP al haar hele leven, heeft haar zien opgroeien. Daarna spreekt hij haar aan in de hoedanigheid van Vanitas. "Waarom doe je dit eigenlijk? Het is voor niets, heb je dat niet door?" Het is een wat cynische, belerende toon. Het stuk dat net iets te veel is, dat er net iets te dik bovenop ligt (feedback die ik overigens wel begrijp), is juist erg belangrijk. Hier toont de god zijn ware gezicht: Superbia. In deze hoedanigheid is het een kwaadwillige god, die totale onderworpenheid eist van zijn onderdanen (zie ook zijn laatste vraag, wellicht meer een gebod). Je voorstel voor een laatste zin zou inderdaad een mooi slot zijn janpmeijers, maar ik schreef dit stuk niet om deze in de vergetelheid geraakte wijsheid te verkondigen. Wel om deze god aan het woord te laten. Dat het einde er wat dik bovenop ligt, vond ik zelf ook goed in het thema passen. In dit laatste stuk laat hij maar al te graag zien hoe lang hij al meedraait en hoe ver zijn macht reikt. Dat hij hier de HP klein maakt en zichzelf groot, past natuurlijk goed bij de god van de hoogmoed, koning van de grootheidswaanzin. Uiteraard maakt hij zich schuldig aan narcisme. Die laatste alinea, dat opschepperige, dat hoog van de toren blazen, dat hoort bij Superbia. Ik vond zelf dat tikje groteske wel passen. Hij is trots op zijn prestaties. Let vooral ook op de Vreugdevuren van de IJdelheden die ik in dit rijtje heb gezet. Tijdens deze vreugdevuren werden voorwerpen verbrand die aanzetten tot ijdelheid. Deze vreugdevuren waren dus tégen deze god gekeerd. Hij ziet het echter als iets dat hij heeft bereikt, geniet van deze aandacht. Ongetwijfeld zou hij iets zeggen in de trant van 'There's no such thing as bad publicity'. Hij weet ook wel dat het een strijd is die hij wint, dat mensen hem altijd zullen blijven aanbidden.

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Miller, Het verhaal is duidelijk zonder het laaste stuk, vind ik. Met name de alinea: 'Ik was erbij toen Narcissus ...' is directe uitleg. Maak er geen educatief stuk van, het is een verhaal.

Lid sinds

5 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Het is een verhaal dat mij een beetje aan het denken zet. De eerste 3 alinea's voelen een beetje als het verhaal van een zorgzaam en wijs persoon. Daarna komt de verteller wat meer confronterend over.Tot daar vind ik het verhaal leuk om te lezen. Het laatste stuk vind ik iets minder, misschien ook omdat ik een aantal referenties niet ken. Hoe snel de wisseling van wijs naar confrontatie en soort beargumenteren gaat vind ik wel mooi passen bij iemand die zijn geduld verliest. Zo komt het in ieder geval op mij over met een vleugje frustratie.

Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hallo Miller, … wat een heerlijk verhaal. Ik lees graag over goden en hun heldendaden. Of ik ze allemaal goed interpreteer is een tweede. Dank voor de invulling van deze opdracht.