Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#256 De afdaling

Ze hebben zelfs geen fut meer om te kibbelen. Het is merkelijk koeler geworden. Halftien. De nacht valt genadeloos. Achter de bergen klinkt gedonder. De bliksem hangt overal. Waar ben je veiliger? Onder de bomen of in het open veld? De drie zusjes hebben hun truien aangetrokken en stappen nu hand in hand. Hun mobieltje is waardeloos, deze middag in het water gevallen toen ze in de bergbeek aan het lummelen waren. Ze hadden het moeten zien, dat het aan het regenen was op de hoogten, dat de grond stoomwolken blies en dat ze beter hadden voortgemaakt. Het staat vast dat ze voor het einde van de dag niet beneden zullen zijn. Als ze nu eens wisten waar ze waren. Dan komen ze aan bij een hut. Er zijn geen sterren en er is geen maan, maar dankzij de bliksemflitsen kunnen ze toch nog iets zien. Het is eigenlijk meer een halfopen schuurtje, met drie opstaande wanden en een afdak. Er ligt hout en er is een steenkring. De drie meisjes maken een vuur, de aansteker is gelukkig nog droog gebleven. Ze kruipen in hun slaapzakken en schuiven tegen de achterwand van de hut aan, dicht tegen elkaar. Ze zeggen niet veel. ‘Morgen gaan we naar beneden.’ Het is griezelverhaal genoeg. De oudste heeft nog een mueslireep. Juist voldoende voor elk een hap. ‘Papa en mama zijn nu waarschijnlijk een pizza aan het eten,’ zegt de oudste. ‘Een flammkuchen met spekjes en rode uien,’ zegt de tweede. ‘Als ik beneden ben, dan ga ik pannenkoeken bakken,’ zegt de jongste. Het vuur doet hen soezen en de vermoeidheid eist haar tol. Kort daarna vallen ze in slaap. Bij het eerste ochtendlicht gilt de jongste haar twee zussen wakker. De slaapzakken en hun voeten zijn droog. De vuurkring en de rest van de wereld is bedekt met een wonderlijke laag sneeuw. Ik wenste dat het een grote plak mozzarella was, denkt de oudste. Was het maar crème fraîche, denkt de tweede. Was het maar suiker, denkt de jongste. Vandaag moeten ze naar beneden komen. Ik hoop dat het hen lukt.

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooi! Ik ben vooral geïntrigeerd door de "Ik hoop dat het hen lukt." Wie is die derde persoon? Is het de alwetende schrijver? Die komt dan wel heel laat in het verhaal op de proppen. Of is het iemand die hen al de hele tijd geobserveerd heeft? Dat maakt het verhaal nog verontrustender. Stel dat het zo verlopen was: 'Ik wenste dat het een grote plak mozzarella was,' zegt de oudste. 'Was het maar crème fraîche,' zegt de tweede. 'Van wie zijn die voetstappen in de sneeuw?' zegt de jongste.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
:) Dank je wel, Bruno. Ik was benieuwd hoe het over kwam. Verontrusting was wel mijn bedoeling. We zijn net terug van een reis door de bergen. Op de voorlaatste dag maakten we een zomers onweder mee. Heel raar is dat daar, dat het daar zo snel kan veranderen, overdag snikheet met temperaturen tot in de dertig graden, en dan ineens sneeuw. 'C'est la montagne,' is een spreuk die bergbewoners vaak in de mond nemen als ze het hebben over de natuurkrachten van de berg. Alsof hij een ziel heeft, en misschien is dat wel zo. De derde persoon is voor mij de berg zelf, maar lezers zijn vrij om hieraan zelf een invulling te geven. Als de berg met hen mee hoopt, is hun situatie misschien toch niet helemaal precair. Leuke suggestie over die voetstappen, die ik hier welbewust niet wou gebruiken. Maar tegelijk ook heel curieus dat één zin zoveel verschil kan maken in de sfeer die je wilt scheppen.

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Verontrusting was wel mijn bedoeling.
Daar ben je voor mij in geslaagd.
De derde persoon is voor mij de berg zelf, maar lezers zijn vrij om hieraan zelf een invulling te geven. Als de berg met hen mee hoopt, is hun situatie misschien toch niet helemaal precair.
Dat is een mooie invulling. Ik had ook gedacht aan een soort lokale beschermengel, maar ik ben aan het broeden op een thriller voor een wedstrijd, dus neig ik momenteel eerder naar donkerder gedachten.

Lid sinds

8 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Nele, de drie meisjes (neem ik aan) redden zich eigenlijk heel goed, knap. Dat de berg met hen meegaat vind ik een heel mooi gegeven :thumbsup: . Ik had dat er niet uitgehaald, maar dat is niet erg. Voor mij voelen de laatste twee zinnen als een soort Deus ex machina. Ik merk dat ik niet zo'n 'last' heb van perspectiefwisselingen in een tekst, maar dat is persoonlijk. Voor mij is het een 'wakker makertje'' naar een nieuw gedeelte of een nieuw gegeven van een tekst. Zelf bezondig ik me aan perspectiefwisselingen, waar schrijfcoach Katja een heldere blijk opwerpt, die zeer leerzaam is. Kortom je verhaal weer graag gelezen. Fijne dag.

Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Nele, Een mooi en een spannend verhaal. De korte zinnen lezen vlot, je hebt het beeldend weergegeven. Je laatste zin is bijzonder, ik had de ziel van de berg er ook niet uitgehaald. Misschien zou je eerder in de tekst de lezer al kunnen verassen met de stem van de berg? Graag gelezen!

Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Nele, erg mooi geschreven. De mozzarella, crème fraiche en suiker; mooie projecties! Ik had ook alleen niet direct de stem van de berg uit de laatste zin gehaald. Maar ik denk dat de berg de meisjes zal helpen. Heel graag gelezen!

Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hallo Nele,] … wat een leuk verhaaltje. Je ging op in een sprookje. Een pratende berg, daar had ik niet aan gedacht. Het was gezellig om te lezen, er zat warmte in. :nod: :thumbsup:

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik vind het een leuk gegeven en je hebt het heel mooi uitgewerkt. Het einde zou volgens mij wel wat sterker kunnen. Wat is er zo wonderlijk aan die sneeuw? Je geeft ook niet aan hoe dik de sneeuwlaag is, dus is het voor de lezer onmogelijk in te schatten hoe moeilijk het wel niet zal worden om van de berg af te komen. Je hebt overigens geen perspectiefwisselingen toegepast, maar gewoon heel consequent een alwetende verteller, in de ik-persoon, gebruikt. Zo'n alwetende verteller kan de gedachten van alle personages lezen. Je hebt als lezer immers niet het gevoel dat je bijvoorbeeld 'in het hoofd' van een specifiek zusje zit: over de meisjes wordt steeds in de derde persoon, soms enkel- en soms meervoud, gesproken. Als ik het me goed herinner hoor je graag welke woorden of uitdrukkingen voor Nederlanders als ongebruikelijk overkomen. Dat zijn volgens mij deze: - in plaats van 'merkelijk' gebruiken Nederlanders eerder 'aanmerkelijk'. - '...dat ze beter hadden voortgemaakt': dit zou een Nederlander niet zo construeren - het wordt dan bijvoorbeeld '...dat ze er beter meer vaart in hadden kunnen zetten'. Het 'probleem' zit hem hier zowel in het woord 'voortmaken', dat een Nederlander net iets minder snel zou gebruiken, als in de werkwoordconstructie. In plaats van 'We hadden beter iets gegeten' zou een Nederlander zeggen: 'We hadden beter iets kunnen eten' of 'We hadden iets moeten eten'. - 'Dan komen ze aan een hut.' -> hier zou een Nederlander 'bij' in plaats van 'aan' gebruiken. Of eventueel 'aan bij' (waarbij dan het werkwoord 'aankomen' in plaats van 'komen' wordt gebruikt. - 'Ik wenste dat het een grote plak mozzarella was': hier zou een Nederlander 'wou' in plaats van 'wenste' gebruiken. En dan nog een paar dingetjes (veel pijnpunten bevat je tekst niet): 'Hun mobieltjes zijn waardeloos, deze middag in het water gevallen toen ze in de bergbeek aan het lummelen waren.' -> Alle drie de mobieltjes die in het water vallen vind ik een beetje veel van het goede, qua geloofwaardigheid. Ik zou dan bijvoorbeeld liever zeggen dat ze maar één mobieltje bij zich hadden en dat dat dus in het water was gevallen. Klein slordigheidsfoutje: 'Het is een eigenlijk meer een halfopen schuurtje...' -> 'een' moet daar natuurlijk weg. '...de vermoeidheid eist zijn tol.' -> 'verrmoeidheid' is vrouwelijk (ik dacht dat Belgen daar een feilloos gevoel voor hadden, ik moet het voor de zekerheid nu even nazoeken, maar als ik me niet vergis zijn alle woorden op -'heid' vrouwelijk. Dus 'de vermoeidheid eist HAAR tol'. '‘Onze ouders zijn nu waarschijnlijk een pizza aan het eten,' -> 'onze ouders' vind ik nogal geforceerd klinken. Het zijn zussen. Die spreken denk ik niet tegen elkaar over 'onze ouders'. Dus wat mij betreft liever 'Papa en mama' of iets dergelijks.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Bruno, @mw.Marie, @Anke Kessels, @edwinchantalenquinten, @Riny: zeer veel dank voor jullie comments. :) @Katja schrijfcoach: zeer veel dank voor de uitgebreide analyse. :) :ninja: