# 229 nooit vergeten
Langzaam werd de geur van dennennaalden verdrongen door een geur die ik nooit meer zou vergeten en nog dagenlang op mijn huig zou blijven liggen. Ik verliet het wandelpad en liep een stukje verder het bos in. Plotseling zag ik haar hangen. Een naakte vrouw was aan polsen en enkels vastgebonden aan twee bomen. Haar witte lichaam leek wel van marmer en stak scherp af tegen de grijze lucht.
Haar armen en benen waren wijd gespreid en het touw zat zo strak dat het diepe wonden achterliet in het vlees. Rijp had zich afgezet op haar lange haar. De stank van uitwerpselen en een lichaam in ontbinding
kwamen als een mokerslag binnen. Gebiologeerd staarde ik naar het tafereel, niet bij machte me te verroeren terwijl mijn overlevingsmechanisme me toeschreeuwde te maken dat ik wegkwam. Wie had dit in Godsnaam op zijn geweten...
Rechercheur Abel Laarman had al een hoop meegemaakt tijdens zijn politie carrière maar dit deed hem de koude rillingen over zijn rug lopen. Op zijn gezicht streden afschuw en woede om voorrang. Hij parkeerde achter twee politie auto's. Drie agenten stonden op het bospad. Twee ervan zochten steun bij een boom, de derde kwam overeind uit zijn gebogen houding en veegde met de bovenkant van zijn hand over zijn mond. Abel zag dat hij zijn maaginhoud aan het bos had toevertrouwd. Met een wit gezicht keek hij op en herkende Laarman.
'Wie heeft haar gevonden. Is er al een ambulance onderweg?'
De agent wees naar een donkere verschijning achter in de auto.'Een wandelaar heeft haar zo aangetroffen, hij zit achterin. We hebben een ambulance gebeld, maar...'
Hij keek Laarman veelbetekenend aan.'Die kunnen niets meer voor haar doen.'
Vanuit de verte klonk het geloei van een sirene dat snel sterker werd. Tussen de takken door zag hij een ambulance bus aankomen, gevolgd door een lijkwagen.
Abel liep onder de vrouw door en keek omhoog. Lang blond haar viel voor haar gezicht langs. Onder haar lagen uitwerpselen op het pad. Hij sloot zijn ogen en slikte de misselijkheid weg die omhoog kwam. De ambulance naderde stapvoets en stopte bij Laarman. Een broeder stapte uit en keek hoofdschuddend omhoog. De afschuw was te lezen op zijn gezicht.
'Rijd even onder haar door. Dan klim ik op het dak en snijd haar los,'zei Laarman.
John wat een gruwelijk
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Hoi John, wat heftig!
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Dat is inherent de opdracht,
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Een gruwelijk tafereel
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Brr John, iets minder mag wel
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hallo John, … een prachtige
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Heftig verhaal, beeldend
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol