#228 - Dat soort dingen
Met een zucht haalde ik mijn handen van het toetsenbord. ‘Potverdorie Beau, wat mankeert jou toch vandaag?’ Het was winterdag, vroeg in de ochtend. Ik werkte aan een artikel over mindfulness. Leven in het hier en nu. Dat soort dingen. De deadline kwam steeds dichterbij en door het uitzinnige geblaf van mijn hond wilde het niet erg vlotten.
‘Ophouden. Nu!’ Het werkte. De bruine labrador ging liggen en plaatste zijn kop demonstratief op zijn linker voorpoot, een verongelijkte blik in zijn lodderige ogen.
Ik verdiepte me verder in de mindfulness, maar de rust was van korte duur. Beau kwam weer omhoog. Hij drentelde naar de tuindeuren en bleef daar stokstijf staan. Hij zuchtte en piepte, terwijl hij mij doordringend aankeek. Zo kon ik niet werken. ‘Oké, oké, jij je zin. Ik ga wel kijken, maar daarna is het afgelopen.’ Ik dacht aan die keer dat de glazenwasser zijn ladder tegen de gevel van de buren had gezet. Ook een hoop drukte om niks.
In het schemerdonker schuifelde ik over het pad dat van het terras naar het grasveld liep en net toen ik me ervan overtuigd had dat er niets aan de hand was, hoorde ik gerommel aan de poort. Van schrik bleef ik staan. Als vanzelf keek ik naar Beau. Hij stond hijgend achter de tuindeuren. Ik bedacht me dat ik naar hem had moeten luisteren. Het beeld van een inbreker, of erger, drong zich aan me op. De onrust trok als een razende werveling door mijn lichaam.
De schuttingdeur zwaaide open. ‘Hij heeft er weer zin in!’
Ik was even de kluts kwijt, maar al snel herkende ik de opgewekte stem.
‘Ben jij het?,’ vroeg ik terwijl dat eigenlijk niet nodig was. De opluchting in mijn stem was duidelijk hoorbaar.
‘Ja, natuurlijk. Wie anders?’
Het was Gerda. Gerda van de hondenuitlaat. Al zeven jaar ging Beau een keer per week met haar mee, tot zijn grote vreugde. Nu hij haar eenmaal gezien had, was hij niet meer te houden. Met het enthousiasme van een dolle stier die na een lange winter op stal eindelijk de wei in mocht, rende hij op haar af. Uit zijn bek klonken hoge kreten, alsof hij wilde vertellen hoe blij hij was.
‘Rustig, jongen. Rustig.’ Met een handig gebaar slingerde Gerda een lijn om zijn nek. Daarna keek ze mij met een schuin oogje aan. ‘Was je nou alweer vergeten dat het donderdag is?’
Ik knikte. Dat heb je met schrijvers. Die leven nooit in het hier en nu.
SanVis, ik zit hier te
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hoi Sanvis, Prachtige twist!
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Hoi Sandra, goed geschreven
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Ha Sanvis, Het begint bijna
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Levina Levja schreef: Ha
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
mw.Marie schreef: SanVis, ik
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Ton Badhemd schreef: Hoi
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Hoi SanVis, Een heel leuk
Lid sinds
7 jaarRol
Dank je wel, Anke. Ja, onze
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Leuk verhaal met een
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
N.D.D. schreef: Leuk verhaal
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Beste Sandra, Ook bij mij
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
Schrijfcoach Mabel Verstappen
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Hallo SanVis, … met plezier
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Riny schreef: Hallo SanVis, …
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol