# 228 Gered
Ik had gehoopt mijn plaaggeesten te kunnen ontlopen, maar toen ik hun zoekende schuifelende voetstappen hoorde wist ik dat mijn poging jammerlijk was mislukt. Ieder moment kon één van hen zijn hoofd om de hoek steken en in mijn wit weggetrokken doodsbange gezicht staren. Ik voelde de machteloosheid en angst tot in mijn botten. Eigenlijk wilde ik gillen maar er leefde nog een sprankje hoop in de vezels van mijn lichaam dat ze verder zouden lopen. Ik had niet de moed om mijn hoofd om de hoek te steken.
Ik keek achter mij in de donkere steeg waar donkere plassen herinnerden aan de zware regenbui van gisteravond. Een penetrante geur kwam uit de containers waarin vuilniszakken hoog waren opgestapeld. Katten, ratten en vogels hadden ze kapot gemaakt en de stinkende inhoud langs de container op de grond doen belanden. Een aantal zakken lag opgestapeld tegen de muur .
'Daar ben je.'klonk een schampere stem. Jordy, de oudste en grootste van de pestkoppen stond opeens voor me en duwde me hard tegen mijn borst. Gelijk waren zijn kornuiten bij hem en stonden in een zwijgende kring om me heen.
'We hadden toch tegen je gezegd dat we je niet meer wilden zien. Waren we niet duidelijk genoeg. Ben je soms doof?'
Mijn keel was dichtgeknepen van de angst en mijn wangen waren nat van mijn tranen.
'Jij hoort niet in onze klas,'zegt Jordy.'Je stinkt net zoals die zakken hier en die bril van je is van het jaar nul. En nog niet te spreken over die kleren van je.'
'We hebben niet zo veel geld,'fluisterde ik handenwringend,mijn ogen neergeslagen..'Laat me gaan,alsjeblieft. Ik wil naar huis.'
'Pas als wij met je klaar zijn,'zei Jordy,terwijl hij mij aankeek alsof ik uit de goot was gekomen.'Wie niet horen wil, moet maar voelen.'
Hij duwde me nu zo hard dat ik achterover struikelde en viel. Mijn kleren kwamen in de plas en met mijn hoofd raakte ik een vuilniszak.
'Sleep haar erop,'beval Jordy.'En trek dan gelijk dat vod uit wat ze een jurk noemt. Eens kijken wat ze daaronder aan heeft.'
Ik keek mijn kwelgeest aan met zijn belachelijke, superieure glimlach en zijn knappe gezicht. De klootzak. Twee van zijn vrienden grepen me vast en sleepten mijn tegenstribbelende lichaam achteruit. Ik probeerde te schoppen maar opeens staakten ze hun pogingen mijn jurk uit te trekken. In de verte klonk het blaffen van een grote hond, een geluid dat snel dichterbij kwam. Het weerkaatste tegen de muren en klonk alsof er een heel leger aan kwam. Grommend schoot een herder de hoek om en hapte nijdig naar een van de jongens die niet wisten hoe snel ze weg moesten komen.
'Je bent nog niet van ons af,'schreeuwde Jordy. Tranen van opluchting schoten in mijn ogen en hullend van geluk sloeg ik mijn armen om zijn nek. Een lange ruwe tong likte de tranen van mijn wangen en zijn snuit wroette in mijn lange haar.
'Heb je me eindelijk gevonden, Rex.'
Ik stond wankelend op en wreef over zijn kop.
'Kom, we gaan naar huis.'
We liepen samen de steeg uit en op dat moment brak de zon door en streelde met zijn warme stralen mijn gezicht. Een glimlach brak door en ik huppelde bijna over de straat. Rex liep voor me uit en keek even snel om.
Als ik niet beter wist zou ik denken dat hij ook lachte
Hoi John, wat heb ik toch een
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Hoi John Doe, mooi geschreven
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
John bij mij doen dit soort
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
John ik heb je verhaal graag
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Beste John, Je verhaal was
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol