#227 Weg
Het wolkenpak dat boven de school hangt, lijkt eindelijk open te breken als Jennifer haar auto parkeert. Ze is laat. Net voor ze weg wilde gaan kreeg ze nog een telefoontje en het verkeer zat ook nog eens niet mee. De bel is al gegaan en ze haast zich door een wirwar van ouders, kinderen, buggy’s en honden naar de ingang van de school.
Bij het hek blijft Jennifer staan. Bram is altijd een van de laatsten. Ze vindt het niet erg om even te wachten. De zon verwarmt haar gezicht en dat was welkom na alle stortbuien van de afgelopen dagen. Ze verheugt zich op de lente. Eindelijk kunnen Martijn en zij aan de slag in de tuin. Wat een geluk dat ze de boerderij aan de rand van het dorp hadden gevonden. Dat het pand verwaarloosd was en meer geschikt leek voor sloop dan voor bewoning had hen niet tegen gehouden. Sterker nog, het architectenhart van Martijn was meteen sneller gaan kloppen bij het zien van het zadeldak met dakkapel, de opkamer en de bedstee en hij was eerder begonnen het maken van tekeningen dan met onderhandelingen over de prijs. Maar wat de doorslag had gegeven was toch wel dit dorpsschooltje. Het gebouwtje ademt de sfeer van vroeger en is zeker honderd jaar oud. De toegangsdeur in het midden, de symmetrie in de reeks van ramen, het smeedijzer, de ornamenten en het pleisterwerk komen nog meer tot hun recht doordat de school lijkt te worden omarmd door eikenbomen die er vast al net zo lang staan als de school zelf. Het kon niet anders dan dat Bram het hier naar zijn zin zou hebben.
Jennifer kijkt om zich heen en ziet dat ze inmiddels alleen bij de poort staat. Verdorie, denkt ze. Het is ook altijd hetzelfde. Ze loopt langs het speeltoestel naar de voordeur en als ze de school binnengaat, voelt ze een tinteling van onbehagen door haar heen gaan. De gang naar het lokaal van Bram weerkaatst het geluid van haar hakken. De juffrouw van Bram komt tegelijk met haar aan bij het lokaal, een mok koffie in haar hand.
‘De mama van Bram’, zegt ze. ‘Wat doe jij nou hier?’ De verbazing op haar gezicht spreekt boekdelen.
‘Eh, sorry?’ zegt Jennifer.
‘Ik kom Bram halen,’ en ze kijkt zoekend om zich heen
‘Halen? Maar Bram is toch ziek?’
Jennifer weet even niet wat ze moet zeggen. Ze pakt haar telefoon en ziet geen gemiste oproepen of een bericht van Martijn.
Gehaast drukt ze op de sneltoets voor het nummer van Martijn. Ze voelt zich misselijk worden als de telefoon overgaat en hij niet opneemt.
‘Nou ja, dan zal hij wel vergeten zijn je te bellen,’ zegt de juf.
Jennifer knikt, maar ze lijkt niet overtuigd.
Heb behoorlijk getwijfeld of
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Je verhaal doet wat mij
Lid sinds
6 jaarRol
Hoi Vonne, ik zat helemaal in
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Huh Vonne, dit is waar je
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Dank voor de feedback. De
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol