#223 Sporen
Sporen
Er was eens een heel lief meisje, dat aan de hand van haar grootmoeder door het grote bos liep.
‘Wat is het bos mooi, vind je niet?’ vroeg de oude vrouw.
‘Alles is zo mooi wit,’ antwoordde het meisje. Ze trok haar kapje wat strakker om het hoofd en vervolgde:
‘Het is wel koud.’
Ze liet de hand van haar grootmoeder los en wreef zichzelf warm.
‘Ja, inderdaad. Kijk, als je uitademt zie je de wolkjes uit je mond komen.’
‘Wat zijn die wolkjes oma?’
‘Dat zijn onze voorouders die ons beschermen. Ze komen naar buiten en later adem je ze weer in. Zo blijven ze altijd bij je.’
‘Oma, jij bent ook een voorouder van mij. Toch?’
‘Ja kind,’ zei de oude vrouw glimlachend, ‘maar ik bescherm je door er gewoon voor je te zijn. Ik ben nog lang geen wolkje.’
‘Nee, oma, gelukkig niet.’
Haar kleine kinderhandje reikte naar de gerimpelde, maar warme en vertrouwde vingers, die op haar gebaar met een stevige en liefdevolle grip reageerden.
De sneeuw op het pad voor hen was nog niet door mensenvoeten betreden. De afdrukken van de beesten uit het bos waren duidelijk zichtbaar.
‘Kijk, een reeënspoor,’ wees grootmoeder naar de sneeuw, ‘dat zijn je vrienden. Toch zul je ze niet snel dichtbij zien.’
Beiden bogen zich een poosje over de bewijzen van de nabijheid van deze schichtige dieren.
‘En daar, konijnen.’
Ze liepen een paar meter naar voren en zakten op hun hurken.
‘Dat daar zijn sporen van hazen en kijk, daar, fazanten.’
De wolkjes dansten rond hun hoofden. Het meisje snapte precies wat haar grootmoeder bedoelde met de voorouders die haar beschermde. Haar kon niets gebeuren. Ze stond op en sloeg haar armen om de nek van haar grootmoeder die nog steeds gehurkt op het pad zat. Ze dook met haar neus in haar haren en rook de geur van het vertrouwde, van thuis. Toen ze haar hoofd weer bevrijdde uit de innige omhelzing, dwaalde haar ogen naar de afdrukken aan de rand van het pad.
‘Van welk dier zijn die, oma?’
De oude vrouw bleef een poosje stil. Even rilde ze. Het was ook wel koud. Ze stond behoedzaam op. Het meisje vervolgde:
‘Het lijken wel pootafdrukken met een soort sleep erachter.’
De blik van grootmoeder verstarde.
‘Blijf altijd op het pad meisje. Laat je niet verleiden om het bos in te gaan.’
Even aarzelde ze.
‘Hier liep de wolf. Als hij je ziet, zal hij je lokken met lieve woorden. Trap er nooit in. Hoor je me liefje?’
Ze keek haar kleindochter strak in de ogen. Het meisje nam zich voor om nooit, nee nooit van het pad af te dwalen, nooit zou ze zich door de lieve woorden van de wolf laten verleiden. De wolkjes van de voorouders dansten in een onrustige regelmaat rond hun hoofden.
‘Kom, laten we reuzensporen maken om alle boze dieren af te schrikken.’
De reuzensporen maakten ze vaker. Snel kroop het meisje achter haar grootmoeder en sloeg haar armen om haar middel.
‘Links eerst,’ schreeuwde ze.
Zo sleepten ze hun voeten achter elkaar, door de sneeuw. Grootmoeder zette een lied in en op die manier ploegden zij zich opgewekt een weg naar huis.
Jaren later, zal het meisje zich toch laten verleiden om het pad te verlaten. Op een mooie zonnige dag, als de bloemen volop bloeien en de voorouders zich niet zullen tonen in de wolkjes rond haar hoofd.
‘Hallo meisje,’ zal een laag grommende, maar warme stem haar vriendelijk begroeten, ‘hoe heet jij?’
‘Roodkapje,’ zal ze antwoorden, ‘ik ben op weg naar mijn zieke oma.’
Maar dat is een heel ander verhaal.
Lief. Heerlijke
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Beeldend geschreven in een
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
nyceway schreef: Ik heb wat
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Heel mooi verhaal,
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Grootmoeder,oma , oude vrouw.
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Hadeke wat een heerlijk
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Dank voor jullie
Lid sinds
12 jaar 1 maandRol
Hadeke, fantasievolle
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Met die voorouders geef je
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Dank Tilma en Chantal. Eens
Lid sinds
12 jaar 1 maandRol
Wat een sfeervolle en
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Dank voor je reactie. Ik heb
Lid sinds
12 jaar 1 maandRol