#160 Met open ogen
‘Er gaan koppen rollen, jongedame en ik wil dat je weet dat de mijne niet bij het grof vuil zal belanden!’
Voor haar ogen transformeert haar baas in een reusachtig weekdier met een bronzen masker op de plek van zijn hoofd. Het slijm dat uit elke opening naar beneden begint te sijpelen laat uitgebeten ronde plekken achter in het designhout van het bureau. Hoewel fysiek slechts een meter gescheiden lijkt het voor het eerst in haar carrière of ze van een andere planeet komt. Eén plusje maar bidt ze tussen de in haar schoot gevouwen handen. ‘Geef me één pluspunt om de grootste misstap in mijn leven te verzachten’, mompelt ze tussen haar versteende lippen. Wanneer de ernst van de situatie langzaam terrein wint in haar verwarde gedachtewereld voelt ze woede als een verboden emotie vanuit haar bekken omhoog trekken.
‘Vuile, gore klootzak. Dat flik je me niet. Hoor je me!’
De lage keelklanken brengen hem een seconde in verwarring. Genoeg om terug te slaan. Goud is sterker dan brons ziet ze wanneer de lampvoet voor de derde keer op zijn hoofd terechtkomt. Ze staat op en strijkt langs de achterkant van haar rokje voordat ze de bovenste knoopjes van haar blouse sluit. Door het vertrouwde klikken van haar hakken op de marmeren vloertegels bij het verlaten van de kamer lijkt er niets te zijn voorgevallen. Louise trekt de deurklink iets omhoog voordat ze deur afsluit en de sleutel tussen de hydrokorrels van de Ficus drukt.
Ze ligt op de bodem van een container en zoekt tussen de voorwerpen door naar boodschappen in de blauwe lucht. Iets, een minieme aanwijzing, hoe ze hier terecht is gekomen en wat het vuil is dat met tussenpozen boven haar uitgestort worden. Het voelt glad en ruikt nergens naar. Ze moet even weg zijn geweest want als ze haar ogen weer opent ziet ze samensmeltende wolken. Een gouden koord dwarrelt uit het wolkendek naar beneden tussen de voorwerpen in de container door en belandt naast haar oor. Er komt geluid uit.
‘Louise, ik ben het, je beschermengel. Je hebt je laten verleiden en misbruiken. Was je naïef of was het hebzucht?’
Daar moet ze even over nadenken. Hoe antwoord je een beschermengel? Kijkt die niet dwars door je heen? Ineens herkent ze de voorwerpen die haar zo zwaar belasten en voelt zich dankbaar dat háár hoofd tenminste nog verbonden is met haar hart. Ze drukt zichzelf tussen de poppenhoofden door naar boven en slaat een been over de rand van de container.
Niceway t/m de ficus zit ik
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
Dank je, Nancy. Ik heb het
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
ik ben verrast door je
Lid sinds
9 jaarRol
Nyceway, Mooi verhaal -
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Niceway de aanpassing had ik
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
Schrijfcoach Elizabeth van
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
janpmeijers schreef: Nyceway,
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
Nancy Bastiaans
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
Naar mijn mening zeer sterk
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Nyceway wat een daverend stuk
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Angus schreef: Naar mijn
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
mw.Marie schreef: Nyceway wat
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
Aparte invulling, raakte ook
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Ik moest het een paar keer
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
Ontluisterend verhaal. Zo
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
nyceway schreef: ‘ Door het
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol
De sprong van de tweede
Lid sinds
9 jaarRol
Maddbrug, I-Kat, Marceline,
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol