Wekelijkse schrijfopdracht #79C - Who run the world?
Het was me op z’n zachtst gezegd enorm tegengevallen.
We waren nu een maand verder en ze had nog geen poot uitgestoken. Gejankt had ze wel, om haar kind en haar man. Dat ze al zo weinig tijd samen doorbrachten en dat ze daar zo’n spijt van had. Ook had ze gesport, om vervolgens weer overstuur te raken over het verval van haar lichaam. Ondertussen had ze wel dankbaar van mijn gevangen vis gegeten en in mijn gebouwde hut geslapen, de bitch.
Het is niet dat ik het niet geprobeerd heb. Integendeel, aanvankelijk was ik enorm enthousiast over het feit dat ons vliegtuig neerstortte en wij het alleen overleefd hadden. Ik zag al helemaal voor me hoe we de beste vriendinnen zouden worden en voor altijd een bijzondere band zouden hebben door deze speciale gebeurtenis. De eerste week was dan ook nog wel gezellig te noemen. We waren allebei vol goede hoop dat de zwarte dozen wel een signaal zouden uitzenden dat op te pikken was. We maakten elke avond een kampvuur en zij zong terwijl ik het eten bereidde. Het ging mis toen ik voorstelde om in plaats van elke avond een paar zielige visje op te eten maar te beginnen aan de enorme voorraad mensenvlees. Ik vond het zonde om al dat vlees maar zo te laten verrotten in de hete zon. Ze krijste het hele eiland bij elkaar. In de daaropvolgende nacht heb ik zoveel mogelijk vlees afgesneden en in aangespoelde bakken met zout water gelegd, net als vroeger, kwamen mijn geschiedenislessen toch nog van pas.
In week twee was er door dat gegil dan ook geen vis meer te bekennen. Ze stortte helemaal in, ik had nog tegen haar gemopperd dat ze wel zo goed kon zingen dat vrouwen de wereld konden leiden en dat ze een onafhankelijke vrouw was, maar dat ze zich daar nu niet naar gedroeg, het leverde me alleen een boze blik op. De honger die langzamerhand grip op ons begon te krijgen hielp natuurlijk ook niet mee aan de speciale band die ik graag had willen opbouwen. Pas op dag vier van week twee keerden de vissen weer terug.
De gedachte om stiekem weg te lopen was ondertussen wel in mij opgekomen. Ware het niet dat het zo’n klein eiland was dat ze me zo weer terug zou vinden. Bovendien zou ik niet op veel sympathie kunnen rekenen wanneer ik een wereldster voor dood achter zou laten met haar nepnagels en wimperextentions.
Ondertussen zijn er al vier weken verstreken. De hulptroepen zijn nog niet gekomen. Tegenwoordig volgt ze het ritueel om ’s avonds te ijsberen terwijl ze ‘oh my god, oh my god’ mompelt. Ik laat haar maar en zwijg wijselijk over het feit dat het niet alleen vis is wat we hebben gegeten de afgelopen weken.
Anne, geweldig verhaal! Het
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Dankjewel Richard .
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Anne Borneman, Hoewel er
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
@Anne, dat terwijl ze All the
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Enorm bedankt janpmeijers! Ik
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Een heerlijk Anne verhaal.
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
@Anne, je bent mijn waardige
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Marietje schreef: Een
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Anne, weer eens een goed
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Dag Anne, ik weet het niet,
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
leuk dat je er weer bent, en
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol