opdracht 79A zie: 'de regels #115'
Korstmos
Wat maakt het uit als het pontje zinkt en mijn jas zich volzuigt met water. Bijna vijftig, de kinderen zijn volwassen, het is klaar. Toch? Doe niet zo gek. Ik huiver en trek mijn kraag nog verder op. De rivier stroomt onverschillig door, alsof de rimpelingen me uitlachen.
Was het de laag kinderbehang die tevoorschijn kwam. Nee, toen was ik nooit somber. Het lege huis dan, ja – een beetje. De overbodigheid ervan. Maar misschien meer de strakke muren van het nieuwe appartement en het kinderlijk genoegen van Jan over zijn hobbyruimte. Nou ja, heb ik in elk geval geen last meer van die vieze lijmlucht en zijn modelbouwtroep. Ik vraag me af wanneer ik gestopt ben van hem te houden. Toen de kinderen in de pubertijd kwamen of daarvoor al?
Het pontje bonkt tegen de dukdalf. Ik grijp me vast aan de reling – de schipper zit zeker al aan de schnapps.
'Lekker weertje hè, mevrouw. Voor een zeehond dan,' zegt de man van de pont. Ik negeer hem en kijk naar de klep die traag naar de steiger zakt. Op de basaltkeien eronder groeit korstmos, rommelig geel.
De zeurderige miezer gaat over in regen. Ik laat de druppels over mijn gezicht lopen en slenter verder alsof er een reden is deze stad te verkennen. Tegen het eind van de kade liggen vrachtschepen zij aan zij, sommige met een kerstboom op de voorsteven. Boven de rivier meanderen wolken eensgezind. Aan de overkant heb ik twintig jaar gewoond. Er is niets van te zien.
Annemieke, voor jou dus een
Lid sinds
11 jaar 10 maandenRol
Boeiend. Ook ik dacht in
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol