# 50 Pepijn en het mensenfruit
‘Mooi!’ zegt Pepijn.
Mama hoort het niet. En papa hoort het ook niet. Dat is niet eens zo gek, want Pepijn kan nog niet echt praten. Maar binnen in het hoofd van Pepijn zitten al bijna alle woorden.
Pepijn heeft zich met twee handjes aan de luie stoel opgetrokken. De stoel staat voor een raam waardoor je de hele wereld kan zien.
Er is veel te zien in de wereld. Vandaag ziet Pepijn de hoge bomen die tegen de blauwe lucht aan zijn geplakt. Hij zoekt de allerhoogste en begint met kijken bij het groene gras, waar de voeten van de boom in staan. Dan gaan de ogen van Pepijn langs de dikke bruine stam omhoog. Na een poosje steken er mooie takken uit. Net armen. Er komen steeds meer groene blaadjes aan de armen. Verder omhoog beginnen de blaadjes te trillen. En de boom begint een beetje te wiebelen. Net als Pepijn. Zijn ogen zijn nu bij het topje van de boom. Daar wapperen de blaadjes heel hard en het topje zwaait heen en weer. Het zwaait naar Pepijn.
‘Hallo!’ zegt Pepijn tegen de boom.
‘Tot ziens!’ zwaait het topje.
En weg is de boom. Nu ziet Pepijn alleen nog maar lucht. En die lucht, die gaat nooit weg, zó groot is die. Pepijn’s hoofd ligt al helemaal in zijn nek en nog steeds is de lucht niet weg. Er drijven witte schaapjes in. Nu moet het hoofd weer een beetje recht, want Pepijn valt bijna om. Ha, daar is de boom weer. Het lijkt wel alsof de zwaaiende top van de boom de schaapjes probeert te aaien! Dat moet Joris zien! Joris is de allerbeste grote broer.
Maar dan komt mama de kamer binnen.
‘Fruithap!’ roept ze.
Lekker, denkt Pepijn tevreden. Hij is gek op fruithap. Fruit groeit aan een boom, heeft Joris hem verteld. Maar Pepijn is zojuist geen fruit tegengekomen in zijn boom. Hij zal straks beter kijken. Pepijn eet snel door.
‘Je hebt snel gegeten Pepijn’, zegt mama.
Dat moest ook, denkt Pepijn, want ik moet nog even naar mijn boom. Hij wijst met zijn handje naar het raam.
‘Fruit kijken!’ roept hij.
‘Mooi buiten hè?’ zegt mama. ‘We gaan zo lekker wandelen.’
En dat doen ze.
Pepijn rolt in zijn buggy door de wereld. Hij komt steeds dichter bij de bomen.
De allerhoogste is van hem. Maar waar is het fruit?
Dan ziet Pepijn Joris. Hij hangt op zijn kop in de boom. Naast hem hangt Sam, zijn vriend. En daar is Eefje, het buurmeisje. Die hangt iets hoger.
Mensenfruit, denkt Pepijn, dat kan ook.
Maar dan springt al het fruit uit de boom. En samen gaan ze terug naar huis.
Een heel lief
Lid sinds
9 jaar 9 maandenRol
Een werkelijk subliem verhaal
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Dat mensenfruit vind ik een
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dankjewel nyceway Lief
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
Mijn zoon laat het makkelijk
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Als moeder smelt ik helemaal
Lid sinds
18 jaar 3 maandenRol
Elysevdr, Prachtig geschreven
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Ik zag allemaal mensen in
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Dag elysevdr, Inderdaad een
Een vrolijk en lief
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Een kind weet meer dan de
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
zo lief! ik twijfelde ook
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
elysevdr schreef: Maar dan
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
Stond wat twijfelachtig
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Ik vraag me weleens af of
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Leuk om vanuit Pepijn naar
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
@ Johanna: een ontwapenende
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
@ Woodpecker: Ben blij dat ik
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
@ schrijvenmaar: Zo lief dat
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
@ Anne: Ik weet het wel zeker
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
elysevdr schreef: In welk
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol