Afbeelding

Titia Vaags

Het is maar hoe je het bekijkt - over perspectief

Het is maar hoe je het bekijkt - over perspectiefBeginnende schrijvers vinden de schrijftechniek perspectief vaak lastig. De een struikelt over de veelheid aan technieken die hij tijdens een schrijfcursus krijgt aangereikt en stuitert via plot, scène, personage naar perspectief en terug. De ander raakt alleen al van slag door alle soorten perspectief die hij kan gebruiken.

In mijn praktijk blijkt de analogie van de regisseur nogal eens aan te slaan. Graag laat ik mijn cursisten in diens huid kruipen. Eerst wat uitleg, dan een oefening vanuit de luie stoel.

Lezen over de regisseur

Ik ga ervan uit dat de cursist een globale verhaallijn heeft bedacht. Als regisseur heeft hij ook zijn ‘cast’ al uitgezocht. Hij weet wie de spelers zijn en bovendien wat het decor, de ruimte is.

Als hij weet wat hij wil vertellen, dan is de volgende stap: vanuit wiens perspectief? Als Mathilde het verhaal moet vertellen, plaatst hij de camera op haar schouder, of tussen haar wenkbrauwen als derde oog. Hoe dan ook: haar gezichtspunt wordt leidend. De kijker leeft helemaal met haar avontuur mee. Hij kijkt door haar ogen, voelt wat zij voelt, ruikt wat zij ruikt en hoort wat zij hoort. Als ze zich in de woonkamer bevindt, kan ze eenvoudigweg haar zintuigen niet laten afdwalen naar de zolder.

Mocht er zich op zolder iets afspelen wat de kijker absoluut moet weten, dan heeft de regisseur de volgende opties. Ofwel hij plaatst nu de camera op de schouder van een ander belangrijk figuur: ‘Op zolder draaide Gijs razendsnel een joint. Hij verlangde naar het moment dat hij weer eens diep zou kunnen inhaleren.’ Ofwel hij hangt de camera aan een helikopter. Nu kan de camera meer zaken tegelijkertijd tonen, zoals: ‘Mathilde smeet de stoel van haar opa tegen de koelkast en op zolder draaide Gijs razendsnel een joint. Wat had hij er zin in om weer een diep te kunnen inhaleren. Het leek zo’n doodnormaal huis. Zo een uit een Vinex- wijk.’

Van belang is altijd de vraag: is het relevant om te wisselen van perspectief? Zo ja, waarom moet het zwaartepunt dan bij de ander liggen of bij de alwetende verteller in zijn helikopter? Als je daar een goed argument voor hebt, dan is het voor de kijker heel prettig om te snappen dat hij in een nieuwe scène terechtkomt. Gebruik je allerlei soorten perspectief door elkaar, dan snappen de lezers niet vanuit wiens standpunt het verhaal wordt verteld. Hierdoor raken ze gedesoriënteerd en waarschijnlijk geïrriteerd. Wie moeten ze nu eigenlijk volgen?

Kijken als een collega-regisseur

Kies een film uit waar je lekker voor kunt gaan zitten, of een aflevering van een serie die je graag ziet. Het moet wel fictie zijn (voor kinderen of voor volwassenen, dat maakt voor deze oefening niet uit). Vanuit je luie regisseursstoel observeer je de film alsof het een boek is. Maak eens aantekeningen bij een paar scènes.

  • Opening: waar zijn we? Wie wordt/worden er geïntroduceerd? Welke karakters hebben ze? Hoe weet je dat: let op kleding, houding, taalgebruik.
  • Volgende scène: hoe weet je dat het de volgende scène is? Wat valt op wat betreft personages, locatie? Wat is het belangrijkste ‘conflict’?
  • Als je bent uitgekeken, vraag je dan af: welke parallellen zijn er met het schrijven van mijn eigen verhaal? Wat leer ik hiervan?

Kortom: ken je personages door en door, bedenk een interessant plot, plaats de camera daar waar hij hoort en draaien maar. Veel kijk- en schijfplezier.

Titia Vaags – www.vaagstaalenverhaal.nl

Comments

Even een vraagje over perspectief. Eigenlijk over perspectieven. Ik ben bezig met een verhaal waar ik regelmatig wissel van perspectief (dat liegt niet aan mij maar aan mijn personages). Soms vier keer per hoofdstuk. Zien jullie dat als ergerlijk, onlogisch of stoort het je niet?