Afbeelding
Freerk Teunissen
Freerk Teunissen
Ik vroeg schrijvers waar en hoe ze het schrijven leerden. Sylvia Witteman zei: 'Door belachelijk veel te lezen.' Geen een zei me dat hij (of zij) het schrijven leerde op school. Hoe kan dat?
Als je schrijft voer je twee soorten taken uit die elkaar nogal bijten. Je hebt allereerst convergente taken: een schrijver heeft meer mogelijkheden, maar er is er uiteindelijk maar één goed. Denk aan de vraag hoe je ‘ik word’ of ‘przewalskipaard’ correct spelt. Daarnaast heb je divergente taken: taken waarbij je – in elk geval in theorie – een oneindig aantal oplossingen hebt. Wat is een goede beginzin? Wat kun je doen met een fles?
Het is lastiger om divergente taken te onderwijzen en te toetsen. Hoe meet je overtuigingskracht, sociaal inzicht of innovativiteit? Een oplossing waar soms voor wordt gekozen, is om divergente taken alsnog convergent aan te bieden. Neem als voorbeeld het schrijven van een goede inleiding. Dat kan op duizenden manieren (divergent dus). Barbara Minto biedt bij de door haar ontwikkelde methode Piramideschrijven één manier aan. Zij stelt dat je een zakelijke tekst moet beginnen met het beschrijven van de situatie, het probleem en de vragen van de lezer (behoorlijk convergent). Je kunt studenten dat onderwijzen en ze vervolgens een toets geven waarin je meet of ze deze methode beheersen.
Deze oplossing lijkt voor docenten op het eerste gezicht voordelig. De toets wordt eenvoudiger (je kunt zelfs met multiplechoicevragen testen of een student uit drie inleidingen kan kiezen welke voldoet aan de standaard van Minto). De beoordeling wordt transparanter: je geeft precies aan wat je toetst. En een laatste voordeel is dat docenten die onzeker zijn over hun eigen schrijfvaardigheid zo houvast krijgen.
Maar ja. Op het tweede gezicht kleven er wel nadelen aan deze oplossing. Het wordt zo minder zichtbaar welke kwaliteiten studenten nou eigenlijk hebben. De studenten die de Minto-methode netjes uitvoeren, worden beloond. Een leerling die een andere, mogelijk unieke oplossing heeft, krijgt minder aandacht. Remco Campert zou met Het leven is verrukkulluk een onvoldoende hebben gehaald, want hij bedacht voor dat boek een eigen spelling.
Het probleem is dat de docent op deze manier vooral convergente vaardigheden traint en minder de divergente. Dat kan zelfs leiden tot een vermindering van de schrijfvaardigheid. Kortgezegd: studenten leren wel om taalfouten uit een tekst te halen of drogredenen te herkennen, maar leren niet overtuigend, helder en aantrekkelijk schrijven.
En de studenten? Die kunnen terecht volhouden dat ze de toets weliswaar niet gehaald hebben, maar dat de leerstof ook kwalitatief onvoldoende is. ‘Schrijven leer je nou eenmaal niet op school.’ ’Volgens Minto moet je met de vragen van de lezer beginnen, maar in de praktijk werkt het echt niet zo.’
Het probleem is dat er in het onderwijs uitgegaan wordt van een frame: de student weet het (nog) niet en de docent wel. Wat werkt volgens framing-expert George Lakoff als een frame het probleem is? Het frame zichtbaar maken en vertellen wat je eigen frame is. Mijn advies: keer het bestaande onderwijsframe om. Toets niet de studenten, maar laat de studenten de regels van schrijfexperts toetsen.
Hoe? Met Remco Campert als voorbeeld stimuleer ik studenten om tegen heersende opvattingen over schrijven in te gaan. Om juist niet te beginnen met de situatie van de lezer en toch een overtuigende brief te schrijven: weg met Minto. Organiseer de rebellie. En dan blijken studenten soms met uitstekende ideeën te komen en soms blijken de heersende opvattingen zo gek nog niet.
Ik help schrijftrainers, docenten en schrijvers het schrijfvaardigheidsonderwijs te verbeteren. Dan leg ik regelmatig deze methode van de omkering uit. Natuurlijk vraag ik dan onmiddellijk om de methode onderuit te halen. Soms werpen docenten tegen dat alleen intelligente, gemotiveerde studenten het aankunnen. Ik weet dat dat onzin is. Na een training van een uur of vier zei een docente van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: 'Het kan dus toch... sprankelend schrijfonderwijs.'
Bijkomende voordelen: je krijgt meer lol in je werk en je studenten bieden je goede ideeën en inspiratie. Daardoor geef je het goede voorbeeld: studenten leren, want ze zien hoeveel jij leert. Niet de toets is het doel, maar leren. Leer leren.
Correspondentieadres: freerk@schoolvoorschrijftraining.nl
Freerk Teunissen is trainer bij de School voor Schrijftraining. Hij studeerde Culturele Studies aan de Universiteit van Amsterdam, was diverse jaren als freelance journalist aan de slag en volgde daarna een particuliere trainersopleiding. Teunissen ontwikkelde twee kant-en-klare schrijftrainingsmethoden: de Schrijfcarrousel (2011) en Het Niet Te Vermijden Taalspel (2013). Zie voor meer informatie: www.schoolvoorschrijftraining.nl.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Comments
Ik ben al een poos weg uit
Ik ben al een poos weg uit