zelfinvulling van een personage door de lezer
Tijdens het proeflezen (niet hier) stoot ik op een probleem waar ik geen benul van had.
Eerst wat opmerkingen gegeven over een personage (er zijn er maar twee), vragen gesteld. Het antwoord was: 'de lezer vult het zelf in'.
Oké, vanuit die optiek dan 'lezen'. Dat ging niet. Er schortte iets. Zoeken, zoeken zoeken in de tekst, en dan kwam ik eropuit dat het veld van de zelfinvulling te groot was, volgens de tekst. Dus heb ik voorgesteld aan de auteur om dat veld kleiner te maken. Ook dat lukt momenteel niet helemaal. Voor de schrijver een probleem, voor mij zeer zeker.
Ik zoek naar een oplossing en heb dus gevraagd aan de auteur om op papier, apart van de tekst, een duidelijke profilering tot in de puntjes te geven van de twee personages. Ook van het plot.
Waarom? Omdat ik redeneer dat zelfs als je je verhaal concipeert als 'zelfinvulling door de lezer', je als schrijver die 'zelfinvulling door de lezer' moet structureren, plannen, uitkienen. Dat je als schrijver exact moet weten wie je personages zijn, wat hen motiveert en waarom.
Tijdens die hoofdbrekens heb ik ook de bedenking gemaakt dat zelfinvulling één van de moeilijkste technieken moet zijn in het schrijven om dat geslaagd te doen.
Ik probeer de 'zelfinvulling als lezer' te volgen in dat verhaal maar stoot dus op het feit dat:
er drie of vier mogelijkheden zijn om één personage in te vullen, maar slechts gedeeltelijk in de tekst. Sommige zinnen geven dit aan, andere zinnen ontkrachten dat en geven een andere invulling aan, enz.
Mijn vragen:
1° ga ik te ver om te vragen alles schematisch op papier te zetten en van daaruit te opereren omdat ik vind dat het noodzakelijk is dat een schrijver zijn personages vooraf exact heeft geprofileerd? Ook al is er zelfinvulling voor de lezer? Misschien juist omdat er zelfinvulling van de lezer wordt gevraagd?
2° is het inderdaad een moeilijke schrijftechniek? Zo ja, waar liggen dan de moeilijke punten? Misschien zie ik er nog over het hoofd.
3° Waar ligt de grens tussen zelfinvulling van de lezer van een personage en inconsistenties in de beschrijving van de personages en het plot? Er moet een grens zijn, dat kan niet anders.
Is het bv oké als de lezer over een personage denkt: hij is een psychopaat of hij is een leugenaar of hij is een droombeeld, of een uitzonderlijk iemand of...
In sommige zinnen denk je 'hij is dat', en in andere zinnen denk je, neen hij is dat, want wat ik lees strookt niet met wat ik eerder dacht, enz. En dan denk ik bij mezelf: de schrijver weet het zelf niet. Mijn uitgangspunt is dat de schrijver alles moet weten over personages en plot. Maar dan ook alles. En dan pas kijken hoe de lezer zelf kan invullen.
Ik ga ervanuit dat een lezer geen behoefte heeft aan drie invullingen van een personage. Het kan ook zijn omdat ik proefles dat ik dat 'zie' maar een ontspannen lezer niet, en de inconsequenties ook niet zal opmerken. Moeilijk, heel moeilijk.
Toelichtingen en hulp en adviezen, meer dan welkom.
ps: dit zou iets te maken kunnen hebben met 'show en tell', maar niet helemaal.
chrislaevers schreef: 1° ga
Lid sinds
18 jaar 9 maandenRol
Ik begrijp eerlijk gezegd
Hoe zit het dan met een
Lid sinds
16 jaarRol
Dan bedoel je iemand die doet
Lid sinds
18 jaar 9 maandenRol
Nou, ik bedoel niet een
Lid sinds
16 jaarRol
Ik bedoel ook niet bedriegen,
Lid sinds
18 jaar 9 maandenRol
Iedereen bedankt voor de
Lid sinds
15 jaar 2 maandenRol
Ik moet in dit geval denken
Lid sinds
15 jaar 3 maandenRol
Ja, Thérèse, je voorbeelden
Lid sinds
15 jaar 2 maandenRol