Lid sinds

16 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Maakte/Maakten

3 december 2010 - 19:02
Ik zit met een klein probleempje. Welk van de twee volgende zinnen is juist? Zitten en uitrusten maakte hem zenuwachtig. Zitten en uitrusten maakten hem zenuwachtig. Zitten + rusten, dat is meervoud, dus dan zou het 'maakten' zijn. Maar onderwerp is enkelvoud, dus dan lijkt 'maakte' weer beter... Weet iemand de goede vorm?

Lid sinds

13 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
3 december 2010 - 19:27
Ik denk dat het 'maakten' moet zijn. Als je 'zitten en rusten' vervangt door 'de dingen' klinkt het al heel anders: De dingen maakte hem zenuwachtig. De dingen maakten hem zenuwachtig. Tenzij je de nadruk wilt leggen op het een geheel zijn van 'zitten en rusten', dan zou het onderwerp, namelijk 'zitten en rusten' als enkelvoudig kunnen worden gezien. De 'hem' in de zin is m.i. in ieder geval geen onderwerp. (Zie 'Schrijfwijzer' van Jan Renkema, pagina 197)

Lid sinds

14 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
3 december 2010 - 20:39
Ik denk dat het ervan afhangt of je "zitten en uitrusten" als twee aparte handelingen ziet of niet. Je kunt de zin natuurlijk ook anders formuleren om het probleem te omzeilen. Van zitten en uitrusten werd hij zenuwachtig.

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
3 december 2010 - 20:48
Trucje: vervang 'zitten en uitrusten' door 'kat en hond': kat en hond maakten hem zenuwachtig. Maar als je hier eigenlijk bedoelt 'zitten uitrusten maakte hem zenuwachtig' dan ligt het even anders. Dan kun je bij deze groep namelijk nog maar één lidwoord gebruiken: het zitten en ook het uitrusten -> de kat en de hond -> maken. het zitten uitrusten - > de kattende hond (of zoiets) -> maakt. Dan krijg je dus wat Prefabgirl zegt. Hoop dat dit helpt.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 7:20
Eerst dacht ik dat het 'maakte' moet zijn, omdat ik dacht hem = onderwerp. Maar dat is het niet, omdat het geen 'hij' is, dus ik ga voor maakten, want het zijn twee dingen :nod:

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 8:35
'Hem' kan nooit onderwerp zijn. Dan is het 'hij'. De werkwoorden zijn hier gebruikt alsof het zelfstandig naamwoorden zijn, doe de lidwoordproef: het zitten, het uitrusten. Als je ergens een lidwoord voor kunt zetten (de, het of een) is het een zelfstandig naamwoord. Zelfstandig naamwoorden kunnen onderwerp zijn.

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 9:21
Om uit te vinden wat het onderwerp is kun je de wie/wat vraag stellen. Wat maakte hem zenuwachtig? Het antwoord is 'zitten en uitrusten', dus het onderwerp is meervoud en daarom is het maakten.

Lid sinds

14 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 13:12
Ik dacht dat de vraag was of "zitten en uitrusten" enkelvoud of meervoud was - en dat is inderdaad voor interpretatie vatbaar. Hem of een andere vervoegde vorm kan uiteraard geen onderwerp zijn, ook niet als het over God gaat, waar haal je dat vandaan, Bobcat? Het onderwerp staat altijd in de nominatief, dus hij.

Lid sinds

17 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 18:16
Het is toch meer "het zitten en uitrusten" dat hem zenuwachtig maakte? En da's enkelvoud. Het is het geheel van zitten en uitrusten dat hem zenuwachtig maakt. Aan de andere kant kun je natuurlijk ook zeggen "Hij werd zenuwachtig van zitten en uitrusten." Dan ben je overal vanaf ;)

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 december 2010 - 23:06
'Hem' is wel het onderwerp als je over God spreekt. dan is het enkelvoud, dus maakte.
Zoals in: Hem maakte de aarde en de hemel? :confused:

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 10:14
'Hem' is wel het onderwerp als je over God spreekt. dan is het enkelvoud, dus maakte.
Zoals in: Hem maakte de aarde en de hemel? :confused:
Zou het kunnen dat Bobcat doelt op de oude Statenvertaling uit 1635? Johannes 5:14 Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede. Het lijkt erop dat in die tijd hem ook onderwerp kon zijn, al was het niet alleen de aanduiding voor God

Lid sinds

15 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 11:24
Dit is echt wel een twijfelgeval. De vraag is of je 'zitten' en uitrusten' als twee aparte acties beschouwt, of als één geheel. En kan je het wel als één geheel beschouwen? Je kan zitten om te werken en je kan uitrusten in een bed... 'Eten en drinken was voor hem geen probleem' : hier voel ik aan dat het gaat om één geheel, dus zou ik enkelvoud hanteren. Ik heb ook gevonden in het Engels : 'The hammer and sickle was flying from a tall flagpole' : het geheel is een vlag. Dit probleem moet staan in een cursus Germaanse talen. Persoonlijk zou ik gaan voor meervoud.

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 12:49
'Hem' is wel het onderwerp als je over God spreekt. dan is het enkelvoud, dus maakte.
Zoals in: Hem maakte de aarde en de hemel? :confused:
Zou het kunnen dat Bobcat doelt op de oude Statenvertaling uit 1635? Johannes 5:14 Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede. Het lijkt erop dat in die tijd hem ook onderwerp kon zijn, al was het niet alleen de aanduiding voor God
Simon, ik heb niet jouw bijbelkennis, gelukkig heb je er netjes bijgezet waar ik het kan vinden :). Ik heb hier de vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap uit 1952. Daar lees ik: Daarna vond Jezus hem in den tempel en zeide tot hem: etc. Het lijkt me dat met 'hem' de genezen persoon is bedoeld, dus niet God. Een Statenvertaling heb ik niet zo gauw bij de hand, maar ik neem aan dat je citaat correct is. In het Nederlands uit de tijd van de Statenvertaling was de woordvolgorde blijkbaar iets anders dan in modern Nederlands. Ik denk dat er verder precies hetzelfde staat als in de vertaling van 1952. 'Hem' is dus de genezen persoon, niet God.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 13:17
In die van 1637 (niet 1635) staat bij Johannes 5:14: Daer na vondt hem Iesus inden Tempel, ende seyde tot hem, Siet, ghy zijt gesont geworden: en sondight niet meer, op dat u niet wat ergers en geschiede. (bron) Het lijkt me toch dat in die tijd 'hem' en het onderwerop omgedraaid konden worden.

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 13:31
Aha, ik blijk uit de Jongbloed editie te citeren, waarschijnlijk uit 1888. Ik denk dat je gelijk hebt, Tantebetje. Met de link van Waus zie je de modernere vertaling ernaast en wordt het voor mij ook duidelijk.

Lid sinds

13 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 december 2010 - 16:18
Dit is duidelijk een geval van wanneer, (in tijd), je de taal analyseert. Ik hou mij wel aan 2010, als het in mijn oren niet goed klinkt dan schuffel ik er wel mee in een andere volgorde van woorden of totdat iemand mij op de vingers tikt zoals tantebetje... :) :) Bobcat.