Lid sinds

15 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

opdringende gedachten weergeven in tekst

11 oktober 2009 - 14:38
Hoi, Hoe geef je in een tekst een opdringende gedachte weer? Ik bedoel een gedachte van het onbewuste naar het bewuste? Doe je dat in italic? En hoe verwoord je dan de verwarring? Een voorbeeldje: Een vrachtwagen van merk X brengt een onderdrukte traumatische ervaring boven bij Pietje. Bijvoorbeeld sexueel misbruik door de buurman. Pietje en Jantje zitten op een terras van het plaatselijke cafe. Jantje:"Wat vond je van de wedstrijd gisteren?" Pietje: "Van Basten had nooit die laatste wissel moeten doen!" Er rijd vrachtwagen van merk X voorbij. Het groene hekje van de buurman springt ineens op in zijn gedachte. Jantje: "Ja dat was stom." Pietje was afgedwaald door de vrachtwagen. De buurman. Het zweet brak hem uit. Pietje: "Wat zei je?" Jantje: " Dat dat stom was. Hij had hem gewoon moeten laten doorspelen. Die 10 minuten maakte ook niets meer uiit." Gelukkig, dacht Pietje, Jantje had niets gemerkt.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 oktober 2009 - 16:42
Ja, cursief kan goed in dit geval :nod: Je kunt het zelfs nog sterker maken door het laatste stukje weg te laten. Het groene hekje van de buurman. Pietjes maag kromp samen. Dat het een gedachte is, geeft het cursief al aan.

Lid sinds

15 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
14 oktober 2009 - 11:06
Nog even een keer doorvragen. Op een gegeven moment moet Pietje het trauma gaan herbeleven. En hoe bouw je dit dan goed om Jantje uit Pietjes gedachte verdwijnt en compleet het trauma voor zich ziet? Kan je dit als alwetende verteller even ingrijpen? En moet dat dan italic blijven of kan dat weer gewoon? Bijvoorbeeld zo?: Pietje en Jantje zitten op een terras van het plaatselijke cafe. Jantje:"Wat vond je van de wedstrijd gisteren?" Pietje: "Van Basten had nooit die laatste wissel moeten doen!" Er rijd vrachtwagen van merk X voorbij. Het groene hekje van de buurman springt ineens op in zijn gedachte. Jantje: "Ja dat was stom." Pietje was afgedwaald door de vrachtwagen. De buurman. Het zweet brak hem uit. Pietje: "Wat zei je?" Jantje: " Dat dat stom was. Hij had hem gewoon moeten laten doorspelen. Die 10 minuten maakte ook niets meer uiit." Gelukkig, dacht Pietje, Jantje had niets gemerkt. Trauma gedachte twee Pietje was weer afgeleid. Jantje: "..." Pietje: "Wat zei je?" Trauma gedachte drie (==> Alwetende verteller grijpt hier in.<==) Pietje zag de buurman weer op hem afkomen. "Ga je mee Pietje", zei de buurman. "Euhh.." trilde Pietjes stem. "Kom maar, dan gaan we weer gezellig naar het schuurtje. En niets vertellen he." De buurman glimlachte en legde zijn hand op Pietjes schouder.

14 oktober 2009 - 13:20
Ik denk dat het beter is om de herinneringen niet zo strak af te bakenen met cursief. Je kunt het wel gebruiken, voor een idee dat bijv. Pietje ineens krijgt, maar zoals Micha al zegt, zou ik er niet nog eens: "springt ineens op in zijn gedachte." erachter zetten. Aan het feit dat "Het groene hekje" cursief staat, kunnen mensen al zien dat het een gedachte is, of misschien wel een flashback. Zelf doe ik het eigenlijk nooit. En een kleine opmerking over "de alwetende verteller", ik denk niet dat die aanwezig is in het laatste stukje. Het is een scene, een traumatische ervaring uit het verleden die Pietje herbeleeft en dat kun je heel goed verwerken in het verhaal. Een flashback eigenlijk. Zoals ik het zelf zou aanpakken, zou zoiets als het onderstaande zijn, maar dat is heel persoonlijk natuurlijk. De traumatische triggers zijn in het voorbeeld: de groene kleur van de vrachtwagen en een voorbij lopende voetganger met een lange tweedjas. *** "Hé Pietje, wat vond je van de wedstrijd gisteren?" Pietje leunde heerlijk achterover in zijn stoel en strekte zijn benen eens lang uit. Hij keek Jantje even peinzend aan. "Van Basten had nooit die laatste wissel moeten doen!" Zijn ogen vallen op een groene vrachtwagen die aan de overkant stopt. De chauffeur stapt uit en opent de achterkleppen. Die kleur groen... "Ja die wissel was echt stom ja!" Het hekje van de buurman... precies dezelfde kleur groen. De buurman! Pietje kreeg klamme handen, het koude zweet brak hem uit. "Eeh, wat zei je nou?" "Dat die wissel stom was. Hij had hem gewoon moeten laten doorspelen. Die 10 minuten maakte ook niets meer uiit." Gelukkig, Jantje had niets gemerkt. Pietje glimlachte krampachtig en met dat hij een slok van zijn biertje wilde nemen, zag hij vanuit zijn ooghoeken een man langslopen. De man droeg een lange tweedjas. Oh nee, die jas! Pietje keek weg, maar hij bleef die jas zien. De muffe geur van die jas, stinkend naar sigaren! Hij voelde zich misselijk worden. Hij zag de buurman weer voor zich. Het groene hekje. De lange tweedjas. De buurman kwam weer op hem af. Hoe oud was hij toen, zeven? "Ga je mee Pietje?" vroeg de buurman met dat akelige glimlachje. "Eeuh.." Pietjes stem trilde en hij keek angstig om zich heen. Zijn handjes klauwden zenuwachtig in zijn spijkerbroek. "Kom maar, dan gaan we weer gezellig naar het schuurtje. En niets vertellen he." De buurman glimlachte en legde zijn hand zacht maar dwingend op Pietjes schouder... "Hé Pietje, ben je er wel bij vandaag?" vroeg Jantje en Pietje schrok op. etc. etc. etc. *** Nou ja, zo zou ik het ongeveer aanpakken, ik hoop dat je er iets aan hebt.