Afbeelding
Beeld Bich Tran van Pexels
Beeld Bich Tran van Pexels
Twee jaar geleden deed ik voor het eerst mee aan NaNoWriMo. Ik had net een boek uitgegeven bij een POD-uitgeverij en zelf een verhalenbundel gepubliceerd. Ik ging me wagen aan iets nieuws: een hele roman schrijven, iets wat ik nog nooit had gedaan.
Omdat ik voor het eerst meedeed, wilde ik niet iets compleet nieuws beginnen en dook ik in mijn rijkelijke collectie fanfiction. Vol enthousiasme ging ik aan de slag met mijn uitgekozen verhaal; zonder enige verdere voorbereiding. Het verhaal nam bochten en keringen die ik in de verste verte niet zag aankomen, maar ik rondde wel af met een cijfer dat net boven de 50.000 zat. Trots als ik was, gaf ik enkele weken later mijn young adult roman uit. Mijn NaNoWriMo kon niet meer stuk en ik nam me voor om nu ieder jaar mee te doen.
Vorig jaar ben ik ook weer zonder voorbereiding begonnen, maar toen staakte ik al na één week mijn avontuur. Dit had te maken met een gigantische writer’s block die vijf maanden heeft geduurd.
Dit jaar besloot ik het helemaal anders aan te pakken. In september, na de launch van mijn nieuwste novelle, begon ik me voor te bereiden. Ik schreef een hele structuur uit, maakte karakters en was veel beter voorbereid dan de voorgaande keren. Want ondanks dat het de eerste keer goed uitpakte, was het op het einde een echte veldslag om de eindstreep te halen. Dat wilde ik niet meer.
Week twee zit er ondertussen op. De euforie en de adrenaline van de eerste week gingen plots peilsnel achteruit. Het enthousiasme en de inspiratie van de eerste week was verdwenen. De bekende tweede-week-blues van NaNoWriMo had vat op me gekregen.
De eerste week ging ik als een speer, maar daarna kreeg ik ineens geen woord meer op papier. Nou ja, de woorden kwamen wel, maar niet zoals ik het wilde. Toch zette ik door. Want daar gaat NaNoWriMo over: verstand op nul (bij wijze van spreken) en schrijven! Dat nadien de helft wordt geschrapt, is van geen tel.
Het belangrijkste is nu dat je je woordenaantal aanhoudt en in het ritme blijft. En dat is in week twee het moeilijkst. Maar is dat niet met alles zo? Als ik op dieet ben, gaat het na week twee bergaf. Nagelbijten afleren? Na iets meer dan een week komt de drang terug. En dan? Dan is het de bedoeling om door te zetten! Bijt door de zure appel heen. Negeer het gevoel van 'ik heb er geen zin meer in'. Blijf er voor gaan, ook al haal je het vooropgestelde woordenaantal niet.
Dit schrijven voor een ander is makkelijker dan er zelf voor blijven gaan. Maar deze derde week heb ik weer héél veel zin in! Week drie is het kantelpunt. Als je nu niet doorzet, lukt het waarschijnlijk niet om die 50.000 woorden te halen. Maar vergeet niet: meedoen is nog altijd belangrijker dan winnen. Hoe je het ook draait of keert, alles wat je nu schrijft is meegenomen.
En zo voelt het nu ook voor mij. Ik blijf schrijven, al ga ik helaas dit jaar mijn woordenaantal niet halen. Een combinatie van een springvinger (grappig woord, hè? De pijn is iets minder grappig helaas) en de tweede-week-blues, waar ik moeilijk uit geraakte dit jaar. Ondanks dat ga ik er nu weer volledig voor! En met dit blog wil ik graag iedereen aanmoedigen om te blijven gaan, hoe slecht het er ook voor staat. Ieder woord is er eentje en brengt je weer verder in het proces.
Succes aan alle schrijvers en hopelijk zijn jullie, net als ik, voorbij die tweede-week-blues en gaan we samen de spurt inzetten naar de eindstreep!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!