De onbetrouwbare verteller

‘Onbetrouwbare verteller’ klinkt nogal omineus; zit je nou een boek te lezen die je dingen vertelt die niet kloppen? Ben je je tijd aan het verspillen? Het antwoord op de eerste vraag is ja (deels), het antwoord op de tweede is nee (tenzij het een flutboek is maar daar gaan we niet van uit).

Een onbetrouwbare verteller misleidt de lezer inderdaad. Hij schotelt haar fake facts voor, laat belangrijke informatie die tipjes van de sluier oplicht weg en manipuleert zo haar blik op het verhaal.

Kan zo’n bedrieger nuttig zijn? Jazeker. Met een onbetrouwbare verteller kun je je verhaal extra spannend en complex maken. Als de situatie een schijnvertoning is, geeft dat veel mogelijkheden voor verrassingen en daar kun je als schrijver mooi mee spelen, zeker bij thrillers, detectives, horror en andere spannende verhalen, waar een groot deel van de lol van de lezer zit in het uitvogelen wie de waarheid spreekt en wie niet (daarbij zien ze de verteller zelf meestal over het hoofd. ;-). Dat spelen met je lezers kennis en verwachtingen kan heel leuk zijn en het leesplezier verhogen.

Maar vroeg of laat zul je je lezer moeten laten weten dat niet alles (of bijna niets) klopt van wat haar verteld is.

Onthulling aan het einde…

Die openbaring kan bijvoorbeeld aan het einde van je boek komen. Wat je daarbij moet vermijden is je verteller aan het einde laten bekennen dat het allemaal bedrog was en dat het echte verhaal helemaal anders is. Dan voelt je lezer zich genept.

Maak in plaats daarvan een fraaie twist aan het einde van je boek. Een mooi voorbeeld daarvan is The Murder of Roger Ackroyd van Agatha Christie. (SPOILER) Daarin onthult ze tegen het einde dat de ik-verteller, dr Sheppard, degene die het hele boek door verslag heeft gedaan van het moordonderzoek, de dader is. Zoiets was nog nooit eerder gedaan en het was een sensatie.

… of aan het begin of iets later

Je lezer kan ook al meteen aan het begin doorhebben – of vermoeden – dat de verteller niet te vertrouwen is. Bijvoorbeeld omdat hij een psychiatrische patiënt met waandenkbeelden is dan wel een gek (Patrick Bateman in American Psycho). Of omdat hij een misdadiger is, of een geest (Dr Malcolm Crowe in The Sixth Sense), of een kind (Scout in To Kill a Mockingbird).

Je kunt je lezer ook stukje bij beetje aanwijzingen te geven dat ze niet alles wat de verteller opdist moet geloven. Voorbeelden: er komt een leugen aan het licht, of gebeurtenissen botsen met het verhaal, of de verteller blijkt dubbelzinnige belangen te hebben. Of andere personages zaaien twijfel. Hierdoor gaat je lezer langzaam maar zeker de onechte waarheid doorzien. En al die hints bij elkaar kunnen uiteindelijk een heleboel kwartjes laten vallen.

Tot slot

De term ‘onbetrouwbaar’ suggereert opzettelijk liegen, maar dat hoeft niet zo te zijn, zoals de voorbeelden van The Sixth Sense en To Kill a Mockingbird al laten zien. 

Daarnaast bestaat ‘een beetje liegen’ ook: de verteller kan iets bagatelliseren of weglaten omdat hij zich ervoor schaamt, of iets waar hij trots op is juist overdrijven.

Ook een mogelijkheid: hij heeft iets (cruciaals) verdrongen, vergeten, of weet het gewoon niet.

En: weet je al welk al dan niet opzettelijk liegbeest jouw verhaal gaat vertellen? Veel plezier ermee!