3 dingen die ik mezelf heb afgeleerd als schrijver

Als schrijver ben je voortdurend in ontwikkeling. Ik begon mijn schrijfactiviteiten ooit met een cursus journalistiek in Amsterdam en sindsdien ben ik steeds meer non-fictie gaan schrijven. Iedereen die blijft schrijven en vooral ook veel leest, leert technieken en stijlvormen bij, en zal het schrijversvak steeds beter beheersen. Deze drie dingen heb ik gaandeweg geprobeerd af te leren. 


1. Veel willen uitleggen

Toen ik in 2015 een blog over Dublin startte, nam ik mijn lezer gezellig aan de hand mee. Ik legde uit waar plaatsen zich geografisch bevonden en gebruikte veel woorden om iets relatiefs simpels uit te leggen. Naast schrijver ben ik taaldocent, dus het willen uitleggen zit in mijn bloed. Het liefst schets ik na mijn uitleg nog drie levensechte voorbeelden om iets nóg duidelijker te maken. In mijn vak als docent is dit prima, als schrijver moet ik deze neiging onderdrukken. Het leest namelijk niet lekker, en kan zelfs irriteren. Deze tip voor schrijvers hield mij dan ook een goede spiegel voor: behandel je lezer niet als kinderen en veronderstel een grote mate van achtergrondkennis. Als ik nu veel uitleg, kan ik daarna lekker gaan schrappen. 

2. Wachten op de perfecte zin

Veel schrijvers zullen dit herkennen: je zit klaar achter je computer, de inspiratie is er, maar je vingers blijven boven het toetsenbord zweven. Je weet wat je wil zeggen, alleen komen de juiste woorden niet in één keer. De valkuil bestaat dan om niets te typen totdat de perfecte zin eruit rolt. Dat gebeurt misschien heel af en toe, maar doorgaans ontstaan die feilloze zinnen pas nadat je je eigen tekst hebt aangepast. Ik heb mezelf aangeleerd om ‘gewoon’ te blijven typen, en desnoods tekst eruit te persen waarvan ik gelijk weet dat het niet goed is. Later kan ik dit namelijk herzien. Boetseren is een stuk makkelijker als je een homp klei hebt, maak eerst de klei, en daar mag alles nog aan mankeren. 

3. De kracht van inspiratie overschatten

Schrijven is een creatief vak, maar het blijft een vak. En net als voor ieder andere baan moet je in ieder geval komen opdagen. Toen ik mijn eerste boek schreef, zat ik in een beginnersflow, de woorden en ideeën stroomden in overvloed. Wat heerlijk! Nu realiseer ik me dat inspiratie iets verraderlijks is, want na die eerste golf van inspiratie leek het alsof ik niets meer kon produceren zonder diezelfde bevlogenheid opnieuw te voelen. Ik begin me vaker te realiseren dat als ik mijn geld wil verdienen met schrijven, ik dit dan meer als een normale baan moet behandelen, met vaste(re) werktijden. Kortom, wacht niet tot geweldige ideeën je invallen, inspiratie kan ook ontstaan nadat je simpelweg ervoor bent gaan zitten.

Over de auteur

Lucy Deutekom is schrijver en Nt2-docent. Onlangs verscheen van haar Let’s talk Dutch, een Engelstalig boek over de Nederlandse taal en cultuur, geschreven voor nieuwkomers in Nederland. Zie haar werk op Boeken | mijnstaddublin
 

Techniek