tips voor webteksten schrijvenSchrijfwijzer voor het web van Chrétien Breukers en Merel Roze is een boek waarin ‘tactieken en technieken voor creatief schrijvers op internet’ uit de doeken worden gedaan.

Een weblog is voor de creatief schrijver een zeer geschikt communicatiemiddel. Je bent er eigen baas en je hebt complete vrijheid. Je kunt zelf kiezen hoe vaak je iets nieuws schrijft, hoe je de tekst opmaakt, en of je soms een foto, een filmpje of een geluidsopname plaatst. Niets is onmogelijk en daarom is een eigen weblog hebben zo fijn. Jij bent hoofdredacteur, eindredacteur en verslaggever ineen. En het mooie is: in de meeste gevallen kost het niets.

Je kunt binnen een paar minuten een weblog aanmaken via bijvoorbeeld PivotX.net (Nederlands), WordPress.com of Blogger.com. Bij deze aanbieders kun je gratis bloggen. Je kunt kiezen uit tal van standaard-lay-outs die direct klaar zijn voor gebruik.

Bij WordPress.com en Blogger.com hoef je niet eens een eigen domein te hebben. Je site krijgt dan bijvoorbeeld het adres: eschrijver.wordpress.com. Het voordeel is dat je zelf werkelijk niets van techniek hoeft te weten om binnen een paar minuten een site te hebben waarop je kunt gaan schrijven. Je hoeft dan zelfs geen standaard-lay-out te kiezen. Zo heb je ook makkelijk een eigen achtergrondfoto gemaakt en kun je eenvoudig de kleurstellingen aanpassen.

Het mooie van deze weblogdiensten is dat ook mensen die een stapje hogerop willen hier terechtkunnen. Je kunt de genoemde software namelijk ook gebruiken voor je eigen domeinnaam. Dat vereist iets meer technische kennis. Maar de snelle leerling en de doorzetter zullen merken dat het minder moeilijk is dat het misschien lijkt. Bijvoorbeeld WordPress heb je binnen vijf minuten via wordpress.org gedownload en op je eigen domein geïnstalleerd. Bovendien hebben deze weblogdiensten prima forums waar je vragen kunt stellen. Zorg er dan wel voor dat je een hosting neemt die een Mysql database en php ondersteunt.

Een veelgebruikte, standaard lay-out gebruiken is af te raden. Je weblog straalt niets eigens uit als je een lay-out kiest die al heel veel blogs hebben. Experimenteer met eigen afbeeldingen of met een standaard lay-out die nog niet zo vaak gebruikt is. Een andere foto aan de bovenkant van je site doet al wonderen. Veel lay-outs kun je gratis downloaden op de sites van de verschillende aanbieders. Vaak zie je ook hoe populair de lay-outs zijn.

Een groot voordeel van bovenstaande aanbieders is dat zij zich ontwikkelen zonder dat jij daar iets voor hoeft te doen. Als een nieuw genre van bloggen of webschrijven erg populair is, bijvoorbeeld Twitter, dan is de kans groot dat je via deze weblogdiensten gratis een plug-in kunt downloaden zodat je Twitter op je eigen weblog kwijt kunt. Zo combineer je Twitter in een handomdraai met je weblog. Het web groeit sowieso toe naar een situatie waarin persoonlijke sites die verschillende internetmedia combineren de boventoon voeren.

Weblog: doen!

  • Plaats geregeld iets nieuws. Het liefst enkele malen per week. Red je dat niet? Probeer dan toch een bepaalde regelmaat aan te houden. De lezers moeten kunnen inschatten hoe vaak ze terug moeten komen.
  • Ping als je een nieuw stukje hebt geschreven. En zorg voor een rss-feed.
  • Maak een interessante pagina over jezelf. Daar hoef je geen intieme details neer te zetten (liever niet, en doe je het wel: fingeer dan (bijna) alles), maar mensen zijn nu eenmaal benieuwd wie er achter de teksten op zo’n site schuilgaat. Doe dus je best op het tekstje.
  • Link naar mensen die jij interessant vindt. Niet alleen naar de Groten, maar juist ook naar anderen die iets moois proberen te maken.
  • Gebruik een eigen domeinnaam. Daarvoor heb je meer technische kennis nodig, maar je komt wel veel professioneler over.
  • Maak je site eigen door bijvoorbeeld een eigen afbeelding te gebruiken.

Weblog: niet doen!

  • Schrijf geen stukjes vol excuses dat je al zo lang niet hebt geschreven.
  • Bedel niet bij anderen om gelinkt te worden; en als je het wel doet: bedel beleefd.
  • Zet geen hele lappen tekst zonder alinea’s online; die zijn onleesbaar.
  • Maak geen spelfouten. Het klinkt als een open deur, maar werkelijk: gebruik de spellingcheck, daarmee haal je in ieder geval een deel van de fouten weg.
  • Geef geen gevoelige informatie. Noem geen mensen bij naam als zij dat niet willen. Word niet te intiem. Dat is beter voor jezelf en voor de lezer. Dit geldt ook voor teksten op websites, Twitter, Facebook et cetera.
  • Hou vol. Een week pauze kan, maar maanden niks toevoegen
  • werkt tegen je.

Twitter

Wat kan een schrijver nou met 140 tekens? Heel veel, zeker als je je best doet en creatief bent. Gebruik Twitter bijvoorbeeld voor een gedicht. Haiku’s lenen zich natuurlijk goed voor de beperkte ruimte, maar ook langere gedichten kunnen in Twitter geschreven worden. Als de zinnen zich maar tot 140 tekens beperken, kun je een gedicht over meer tweets uitsmeren. Ook dwingt de beperkte ruimte je om goed na te denken over wat je nou echt wilt zeggen.

Het genre leent zich naast nieuws, vragen en acties bijvoorbeeld erg goed voor absurdisme. Korte, droge zinnetjes die opvallen tussen de enorme brij almaar nieuw verschijnende korte berichten van allerlei nieuwssites, kranten en omroepen die óók aan de Twitter zijn gegaan. Columniste Jacq. Veldman is er goed in: ‘Ik ga gewoon met mijn Teva’s aan naar de sportschool en als ze er wat van zeggen, sla ik ze op hun bek. #bodybalance’ Of: ‘Gaat een secretaire kopen bij antiekwinkel en hoopt op geheim laatje met oude brieven waarover ik dan een bestsellerroman ga schrijven.’

Er wordt al geëxperimenteerd met literatuur op Twitter. Zo twitterde Louis Stiller in twee tweets een vertaling van een bestaand kort verhaal: ‘Het is erg lastig om in een eenkamerappartement in San José te wonen, met een man die viool probeert te leren spelen.’ ‘Dat is wat ze de politie vertelde, toen ze hun de lege revolver overhandigde. “The Scarlatti Tilt” — het kortste verhaal van Richard Brautigan.’

Dat werkt goed, omdat je als lezer direct een setting voor je ziet en de context van het verhaal kunt bedenken. Je zou van verhalen van deze lengte op Twitter prima je specialiteit kunnen maken. Het dwingt je om extreem te schrappen en alleen de essentie over te houden.

Andere twitteraars proberen bestaande werken via Twitter te publiceren. Iemand die zich Hans Warren noemt, zet bijvoorbeeld regels uit de Geheime Dagboeken van de schrijver via Twitter online. Een leuk idee, maar als lezer prikkelen de uit hun context gerukte zinnen vaak toch te weinig.

Twitter is meer dan welke andere internetdienst ook gebaseerd op een sociaal netwerk. Je volgt mensen en je wordt gevolgd. Je kunt op elkaar reageren. Hoe meer mensen je volgt, hoe vaker je nieuwe dingen op Twitter voorbij ziet komen.

Een technische tip: berichten over een bepaald onderwerp worden voorzien van een hekje, gevolgd door een trefwoord, een zogenoemde hashtag. Als je bijvoorbeeld twittert over sinterklaas, kun je #sinterklaas in je tweet zetten. Als iemand dan op ‘sinterklaas’ zoekt, krijgt diegene alle tweets over sinterklaas te zien.

Als eerste zie je de meest actuele tweets, met daaronder oudere berichten. Zo houdt Twitter bij welke zoekwoorden populair zijn. De gebruikers zelf leveren de input, de dienst bundelt de informatie. In het genoemde voorbeeld van Jacq. Veldman zie je dat je de # ook goed als humoristisch commentaar kunt inzetten.

Twitter: doen!

  • Volg andere twitteraars. Anders ben je een eenzijdig uitzendkanaal. 
  • Probeer mensen zover te krijgen dat ze jou volgen. Twitteren zonder publiek slaat nergens op. 
  • Schrijf veel en vaak. 
  • Kort url’s af (scheelt ruimte) met bijvoorbeeld tinyurl.com.
  • De uitdaging van Twitter zit ’m in het bedenken van krachtige, originele zinnetjes. Probeer juist door de beperking van 140 tekens tot een krachtige zin te komen.
  • Gebruik een mobiele telefoon waarmee je verbinding kunt maken met internet. Dat is het leukste van Twitter: waar je ook bent, je kunt altijd twitteren, zowel tekst als foto’s en als je dit leest vast ook al video’s.
  • Je kunt op Twitter aan je volgers kenbaar maken dat je een nieuw stukje op je weblog hebt geschreven, of op Hyves.
  • Je kunt mensen retweeten als ze iets leuks schrijven of naar iets leuks linken. Dan kopieer je als het ware de tweet van iemand anders (inclusief de bron), zodat jouw volgers het ook kunnen lezen. Dan zet je er rt voor.
  • Probeer iets nieuws, experimenteer! Het genre is jong genoeg om de eerste te zijn die [en voeg hier zelf je eigen originelevondst toe...]

Twitter: niet doen!

  • Schrijf niet louter op wat je doet. ‘Ik eet een appel’ is voor niemand interessant.
  • Gebruik Twitter ook niet alleen maar als medium om te vertellen dat je iets nieuws hebt geschreven op je blog.
  • Roep niet dat je meer volgers wilt.
  • Installeer Qwitter.com niet. Het bespaart je rekeningen voor een psychiater. (Qwitter.com houdt voor je bij wie jou eerst wel volgden en nu niet meer.)
  • Gebruik vanwege de beperking in aantal tekens geen onbegrijpelijke afkortingen.
  • Maak geen Twitterroman (vraag maar aan Ronald Giphart).

Boeken uit de schrijfbibliotheek zijn hier te bestellen.