Zo maak je een cliché origineel: de saaie introductie

Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: de saaie introductie.

Het cliché: de ochtendroutine

Je start je boek en de eerste scène, zo niet het eerste hoofdstuk beschrijft de ochtendroutine van je personage of iets anders dat een ritueel beschrijft dat je personage dagelijks op de automatische piloot doormaakt. En vaker niet dan wel komen daar ook de nodige onbelangrijke uiterlijke kenmerken bij kijken.

Waarom stoort dit cliché zo?

In de eerste pagina’s, zo niet alinea’s of zelfs regels, wil je lezer maar één ding, ongeacht genre. De held hoeft niet meteen herkenbaar te zijn, het plot hoeft niet als het meest originele van de laatste vijf jaar over te komen. De moordenaar de engste, de Romeo de knapste… Wat de lezer wil, is dat er een verhaal van start gaat. Iets wat een aanloop geeft van waar je de komende bladzijde of twee- à driehonderd nog tevreden mee kan zijn. Een introductie of routine heeft als gevolg twee grote nadelen. Als eerste voorkomt het dat het verhaal van begin af aan de nodige vaart krijgt en ten tweede heeft een introductie na een X aantal alinea’s of pagina’s zijn doel bereikt. Een verhaal kan eindeloos doorgaan, introducerende informatie raakt op een bepaald moment uitgeput.

De oorzaak van het cliché: vlees in de kuip

Het idee achter dit cliché is dat je lezer meteen weet wat voor vlees die in de kuip heeft als het gaat om de hoofdpersoon. Met dat idee is niets mis, maar zoals je dat vaak in de cliché-uitvoering ziet, gaat het mis bij de aanname wat de lezer over de hoofdpersoon wil weten.
De aanname is: als je weet wat de (ochtend)routine is van dit personage, kan je je er een beeld bij vormen. Maar ‘beeld’ is in dit geval net iets te letterlijk in de visuele zin.
Je lezer hoeft zich geen uiterlijkheden of routines te visualiseren. Sterker nog: mik liever niet op visualiseren, maar meer op een breder gevoel. Het gevoel dat er iets te gebeuren staat.

Het cliché fiksen: stel je een huwelijksaanzoek voor

Het idee van weten wat voor vlees je in de kuip hebt met een hoofdpersoon gaat nog steeds op. Maar je lezer moet dus voor de langere termijn weten of die de held wel ziet zitten. Laat die eens een ‘huwelijksaanzoek’ aan je lezer doen: een serieuze belofte voor de langere termijn.
Zou jij daar ‘ja’ op antwoorden als je dingen weet als haarkleur, beroep, leeftijd en het type auto voor de deur? Waarschijnlijk wil je liever weten hoe je held problemen aanpakt, wat de grootste wensen zijn en op wat voor levensveranderingen je kan rekenen. Het soort zaken waarvan je bij echte mensen ook zou kunnen zeggen dat je ze goed kent, als je daarvan weet.

Tip voor het verminderen van het cliché

Wil je dat je lezer een visuele voorstelling kan maken bij je held in de introductie? Kijk dan of je bepaalde (uiterlijke) kenmerken kan verweven in de actie die het verhaal start en blijft aandrijven. Zo kan je personage van 2.10 meter in alle haast het hoofd stoten, omdat het vergeet te bukken als het onder te trap doorloopt. Dan staat die vermelding van de lengte in dienst van de actie van de scène, of een karaktertrek van altijd gehaast zijn. Wie weet staat deze informatie in dienst van een thema van je verhaal, afhankelijk van wat er nog meer in de scène zelf gebeurt.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen. Ze geeft ook een cursus dialogen schrijven.