Zo laat je jouw personages geloofwaardig tijdreizen

Legendarische werelden waar het onwerkelijke werkelijkheid wordt. Fantasieboeken staan er bekend om. Maar hoe schrijf je over iets wat niet bestaat? In deze serie leer je welke bovennatuurlijke elementen er zijn, hoe je ze kan gebruiken en waar je rekening mee moet houden. Deze week: tijdreizen.


Soms is het heerlijk om te dromen over een andere tijd. Zie jij al voor je hoe het zou zijn als je plots naar het verleden kan reizen of een glimp kan opvangen van de toekomst? Schrijf erover! Tijdreizen is een interessante manier om jouw personages nieuwe werelden te laten ontdekken en geeft je de vrijheid om ze overal, naar welke tijd dan ook, te laten reizen.

Stel een aantal regels op

De manier waarop jouw personage(s) tijdreizen moet geloofwaardig overkomen, ook al is het niet mogelijk. Je kan kiezen voor een tijdmachine, maar je kan ook een nieuwe, originele manier bedenken waarop jouw personage kan tijdreizen. Leg duidelijk uit hoe het werkt en wat ervoor nodig is. Moeten personages er iets voor opofferen? Denk daarnaast na over hoe ver in de tijd personages kunnen reizen. Waar ligt de grens en is er überhaupt een limiet? In bijvoorbeeld de Netflix-serie Dark kunnen de personages precies 33 jaar naar het verleden of de toekomst reizen. Ook is het belangrijk om te bepalen of personages alleen binnen een bepaalde tijd kunnen reizen en of ze kunnen terugkeren naar hun eigen tijd. Wie kan door de tijd kan reizen en wat is zijn of haar doel?

Een andere belangrijke vraag is of het verleden verandert kan worden als je personage naar het verleden reist. Kan een personage dat in het verleden opduikt de toekomst veranderen? Of hebben de veranderingen alleen op korte termijn effect? Sommige auteurs kiezen ervoor om de veranderingen die hun personages in het verleden maken, geen grote invloed te laten hebben op hun eigen tijd. Als je personage bijvoorbeeld een belangrijk historisch figuur als Napoleon zou doden als baby, zou dat niet gelijk betekenen dat Frankrijk later geen groot rijk zal worden. Een andere vraag om over na te denken is of personages ook terug kunnen gaan naar jaren van hun eigen leven of hun eigen voorouders kunnen ontmoeten. Een bekende trope in tijdreisverhalen is dat je jezelf niet mag ontmoeten.

Vermijd paradoxen

Er zijn twee veelvoorkomende tegenstrijdigheden in tijdreisverhalen.

  1. De grootvaderparadox: de geschiedenis verandert op een manier dat het reizen naar het verleden, dat in eerste instantie de actie veroorzaakte, niet langer mogelijk is. In bijvoorbeeld de film The Time Machine bouwt een tijdreiziger een tijdmachine om terug te gaan in het verleden en zijn geliefde te redden van de dood. Echter zou haar redding leiden naar een toekomst waar de machine nooit heeft bestaan, omdat haar dood een directe motivatie was om de tijdmachine te bouwen. Hoe kan de reiziger dan teruggaan naar het verleden? Deze paradox verstoort de tijdlijn.
     
  2. Het vlindereffect: een situatie waarbij een schijnbare kleine actie of verandering enorme effecten kunnen hebben op langere perioden. Zelfs kleine veranderingen kunnen de geschiedenis hervormen.

Om deze tijdreisparadoxen te voorkomen, kan je een aantal strategieën gebruiken.

  1. Je zou kunnen stellen dat de tijdlijn zichzelf zal corrigeren als het verandert tijdens het tijdreizen. Het veranderen van het verleden zal dus een alternatieve kettingreactie veroorzaken, waardoor het heden ongewijzigd blijft. Je hoeft als auteur de specifieke gebeurtenissen die de tijd herstellen niet te beschrijven, maar je kan wel bevestigen dat ze plaatsvinden.
     
  2. Een tweede strategie is om een tijdlus te gebruiken. Dit houdt in dat je personage door de tijd kan reizen, maar dat alle wijzigingen die hij of zij maakt vooraf zijn bepaald. Wat het personage ook doet, alle belangrijke gebeurtenissen gebeuren gewoon opnieuw.
     
  3. Een derde mogelijkheid is om een parallel universum te creëren. De toekomst of het verleden kan dan een alternatieve werkelijkheid worden. Als je personage bijvoorbeeld naar het verleden reist en in een alternatieve werkelijkheid terechtkomt, heeft dat geen invloed op zijn of haar oorspronkelijke wereld.

Hoewel je een paradox het liefste wil voorkomen, ben je natuurlijk vrij om je eigen regels te bepalen en het verhaal te maken zoals jij het wil.

Hou rekening met wat jouw hoofdpersoon wel en niet weet

Wees bewust van de spanning tussen jouw hoofdpersoon en de wereld waar hij of zij zich in bevindt. Je hoofdpersonage is nieuw in deze tijd en wereld. Een lezer zou raar opkijken als je personage meer van de gang van zaken lijkt te weten in die tijd dan je zou verwachten. Tenzij hij of zij een universitaire professor is die zich in die specifieke periode heeft gespecialiseerd, maar de gemiddelde hoofdpersoon is geen historicus. Weet dus dat de kennis van je personage (en de lezer) beperkt is, ook al heb je zelf veel research gedaan. Nog beter is om gebruik te maken van de onwetendheid van de hoofdpersoon. Je personage kan door zijn of haar onwetendheid in gevaarlijke situaties terechtkomen, waardoor de spanning in het verhaal oploopt.

Let hier ook op bij dialoog tussen personages uit die tijdperiode. Als personages uit die tijd het ergens over hebben, gaan ze ervan uit dat het hoofdpersonage op de hoogte is van alle culturele, sociale en politieke ontwikkelingen. Ze zullen bijvoorbeeld naar bepaalde personen verwijzen met bijnamen of straattaal gebruiken. De manier van praten kan ook erg verschillen met de tijd, als de hoofdpersoon de taal überhaupt al verstaat. Op hetzelfde moment moet je de lezer op de hoogte brengen van wat er aan de hand is. Dit kan lastig zijn, omdat de conversaties wel realistisch moeten zijn. Je moet niet een personage informatie vrij laten geven als het onwaarschijnlijk is dat ze dat zouden bespreken.

Bron: Writer's DigestServiceScape