Zo wek je jouw verzonnen wezen in je fantasieverhaal tot leven

Legendarische werelden waar het onwerkelijke werkelijkheid wordt. Fantasieboeken staan er bekend om. Maar hoe schrijf je over iets wat niet bestaat? In deze serie leer je welke bovennatuurlijke elementen er zijn, hoe je ze kan gebruiken en waar je rekening mee moet houden. Deze week: verzonnen wezens.


Lezers zijn gek op een unieke, creatieve wezens. Het roept gelijk interessante vragen op: hoe zijn ze ontstaan, hoe gaan de bewoners van hun wereld met ze om en hoe leven de wezens überhaupt? Ook is het een mooie kans om symboliek en mythologie in je verhaal te verwerken.

Gebruik mythologie

Bij mythische wezens denk je al gauw aan dwergen, elfen, goden, reuzen en vampiers. Ook zijn fabeldieren, zoals weerwolven, eenhoorns, draken en griffioenen niet weg te denken in de mythologie. De verhalen over deze wezens zijn jarenlang van generatie op generatie doorverteld. De mythes vormen een grote inspiratiebron voor veel fantasyschrijvers, zoals bijvoorbeeld Rick Riordan, die de bekende boeken Percy Jackson en de Olympiërs schreef en C.S. Lewis, die de wereld van Narnia creëerde. Ook kunnen mythes jou helpen bij je verhaal. Je kan mythische wezens beschrijven zoals ze in de verhalen bekend staan, maar je kan ze ook op je eigen manier uniek maken door het net even anders te doen. Je kan het mythische wezen bijvoorbeeld andere eigenschappen geven die juist tegen het beeld ingaat dat men van het wezen heeft. Denk aan een duistere eenhoorn of een zachtaardige weerwolf. Veel mythische wezens zijn een mix van twee echte wezens. Een centaur is bijvoorbeeld een fabeldier dat half mens, half paard is. Zo kan jij ook experimenteren en lichaamsdelen van verschillende dieren bij elkaar mixen. Schubben, klauwen, een hoorn, het kan zo gek als je zelf wilt! Verdiep je in de mythologie die je het interessants lijkt, en kijk ook naar (redelijk) onbekende wezens. Natuurlijk kan je ook gewoon een origineel wezen verzinnen dat nog niet bestaat, zoals J.R.R. Tolkien de ‘hobbits’ heeft bedacht.

Geef je wezen een verhaal

Als je wezen echt had bestaan, hoe zou zijn leven eruit hebben gezien? Wordt het opgejaagd, staat het aan de hoofd van andere wezens, welke rol spelen zij in de wereld? Is het wezen kwaadaardig, goedaardig of ligt het gecompliceerder? Ook jouw wezen heeft net zoals elk personage een (achtergrond)verhaal nodig. Diepgang en motivatie brengen een personage tot leven en dat geldt ook voor jouw verzonnen wezen. Let er dus op dat je een eng wezen niet gewoon slecht maakt, maar daarvoor een goede reden geeft. Misschien lukt het je zelfs om lezers aan hun eigen moraal te laten twijfelen als ze zich afvragen of het wezen wel echt zo slecht was.

Bedenk een thuis voor je wezen

Ook verzonnen wezens hebben een leefomgeving nodig. Kies je voor een nieuwe wereld of speelt het verhaal zich af in onze wereld? Denk na over waar de grootste uitdaging ligt voor je karakters. Hoe het wezen omgaat met de wereld en hoe het zich erin gedraagt is namelijk belangrijk voor het verhaal. ‘De hobbits’ van J.R.R. Tolkien leven bijvoorbeeld in de Gouw, een rustig, groen gebied in het fictieve Midden-aarde, terwijl de ‘orks’ in Mordor, het land van duisternis leven.

Geef je wezen een doel in je verhaal

Speelt jouw wezen een belangrijke rol in jouw wereld of plot? Of gebruik je het wezen alleen als bijzaak? Vraag jezelf af of het wezen echt wat toevoegt aan het verhaal. Als je verzonnen wezen maar heel kort voorkomt in je verhaal, zorgt het alleen maar voor afleiding van de hoofdplot en haken lezers af.

Bron: Jericho Writers