Afbeelding
Foto: Dan op Unsplash
Foto: Dan op Unsplash
Ken je dat? Je hebt zoveel over je personages nagedacht dat je nu wel alles over ze moet weten. Maar bij het schrijven, missen ze toch die eigenheid. Ze komen niet tot leven als een bekende. Lees hier hoe jij je personages uniek en herkenbaar maakt in het verhaal.
Manier van spreken is iets waarin personages zich van elkaar onderscheiden. Net als in het echt heeft iedereen zijn eigen toon en stopwoordjes. Je personages een aantal stopwoordjes geven, maakt ze realistischer. Schrijf deze op en zorg dat je ze af en toe gebruikt. Let er wel op dat het niet geforceerd wordt en gebruik ze alleen als ze natuurlijk in een zin passen. Idealiter kan je aan hun tekst raden welk personage er spreekt. Niet erg als het taalgebruik van sommigen op elkaar lijkt, maar zorg dat er ook verschil in zit.
Om het uiterlijk van je personages echt kenmerkend te maken, zoek je iets uniek aan ze uit. Hebben ze bijvoorbeeld een litteken, een tatoeage of een piercing op een bijzondere plaats, haar dat altijd in een vlecht zit of een opvallende moedervlek? Verwerk dit dan zo nu en dan subtiel in je omschrijvingen. Door in je manuscript een paar keer terug te komen op dit beeldende element onthoudt je lezer dit.
Je kunt dit dynamisch terug laten keren door het te noemen in een actie. In het voorbeeld van de vlecht kan je omschrijven hoe de vlecht tegen hun rug slaat als ze zich plotseling omdraaien, of hoe de punt van de vlecht op tafel hangt als ze voorovergebogen zitten te schrijven. Dit blijft beter hangen dan een statische omschrijving van het uiterlijk.
Iedereen heeft zijn eigen gewoontes. De één kan niet stilzitten, de ander fluit altijd als ze ergens mee bezig zijn, weer een ander praat tegen voorwerpen of smakt bij het eten. Kies voor je hoofdpersonages een paar gewoontes en laat die in je manuscript terugkomen als je scène ‘leeg’ aanvoelt. Zo maak je tegelijkertijd de wereld levendiger en zorg je ervoor dat de lezer je personages herkent. Zorg opnieuw dat je dit met mate doet en vooral varieert in de manier waarop je de gewoonte omschrijft. Als je het telkens met dezelfde woorden zegt, wordt het al snel saai.
Misschien geef jij je personages al bepaalde voorkeuren, maar laat je ze ook terugkomen? Noteer voor ieder hoofdpersoon een paar dingen waar ze van houden. Drinken ze bijvoorbeeld graag koffie, of is hun ontbijt met cornflakes heilig? Het is niet moeilijk om dit tijdens alledaagse activiteiten of conversaties te verwerken. Misschien zit je personage het liefste op een bank en zal je hen dan ook bijna nooit aan tafel of op een stoel aantreffen. Of halen ze een enorm genoegen uit het luisteren van muziek en moeten ze altijd eerst hun koptelefoon afzetten als iemand tegen ze praat?
Naast voorkeuren heeft iedereen ook afkeren. Waar is je personage bang voor of hebben ze een hekel aan? Denk aan iemand met smetvrees die hun glas altijd eerst afspoelt voor ze drinken pakken. Bedenk welke angst of afkeer terugkomt in alledaagse dingen. De diepgaande trauma’s van je personage heb je misschien al uitgedacht, maar vergeet niet wat er aan de oppervlakte te zien is.
Ook leuk om over na te denken: is je personage ergens allergisch voor dat ze moeten vermijden in het dagelijks leven?
Het kan veel zijn om dit allemaal van je personages te onthouden. Daarom is het raadzaam dit op te schrijven en erbij te pakken als je gaat herschrijven. Zo ga je meteen na of de eigenheid van je personages echt naar voren komt. Let er altijd op dat je het niet forceert of te veel gebruikt. Als je twijfelt, gebruik dan proeflezers. Zij kunnen je vertellen hoe het overkomt.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!