Afbeelding

Beeld Pixabay
Beeld Pixabay
Clive Cusslers personages krijgen regelmatig een mok hete koffie aangereikt, om even bij te komen of bij te praten bijvoorbeeld. Ook in andere fictieboeken begon me op te vallen hoe vaak er tijd wordt uitgetrokken voor koffie.
Schrijvers blijken koffie (of andere drank, maar opvallend vaak koffie) op meerdere manieren in te zetten, onder meer als show-don’t-tell-methode.
In thrillers en andere verhalen met een hoog tempo bieden koffiepauzes een rustmomentje voor zowel de lezer als de personages. Personages worden menselijker als blijkt dat ze hier – net als echte mensen – af en toe behoefte aan hebben. (En wie weet was de schrijver ook nodig toe aan een bakkie.)
Tijdens koffiepauzes leert de lezer de personages en hun onderlinge verhoudingen kennen. Wie biedt wie een kop koffie aan? Hoe hartelijk doet hij of zij dit? ‘Je koffie staat in de keuken’ klinkt anders dan ‘Je bent vast wel toe aan een lekkere cappuccino’. En hoe wordt het in ontvangst genomen? Ongeduldig, verrast, dankbaar of als vanzelfsprekend?
In Voor de val, van Noah Hawley, komt een man met één bekertje automatenkoffie in zijn hand terug in de ziekenhuiskamer waar zijn vrouw aan het ziekbed van haar neefje zit. Ze vraagt voorzichtig of die koffie voor haar is, waarop haar man stuntelig antwoordt: ‘Uh, ja, natuurlijk… Alsjeblieft.’ Dit zegt niet alleen iets over hun relatie.
De schrijver kan natuurlijk ook andere drank serveren. Een welgestelde heer wordt extra welgesteld als hij zijn gasten een dertig jaar oude single malt whiskey aanbiedt. Subtiel verschil tussen hartelijk en hooghartig: zégt hij dit er ook bij?
Geen show-don’t-tell-methode, maar wel efficiënt: koffiepauzes bieden personages de gelegenheid om bij te kletsen, waarmee de schrijver tegelijkertijd de lezer kan informeren. Zo kan de alwetende (of betwetende) verteller even de mond worden gesnoerd.
Ook efficiënt: de schrijver kan een scène simpelweg laten beginnen met ‘Koffie?’. Zo bespaart hij de lezer een boel prietpraat (‘Fijn dat je kon komen, ik dacht laat ik weer eens blablabla…’).
Zo. Koffie!
Door Rob Steijger
Rob Steijger werkt op freelancebasis voor zowel uitgevers als schrijvers en richt zich vooral op fictie en waargebeurde verhalen. Hier (www.fzeven.nl) vind je zijn website.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!