Hoe kies je in welk perspectief je gaat schrijven?

Voor je begint met het schrijven van je boek, is het handig om de keuze te maken in welk perspectief je gaat schrijven. Kies je voor de eerste- of derde persoon? Beide hebben voor- en nadelen en hebben op een andere manier invloed op je verhaal. We zetten het voor je op een rij, zodat jij een weloverwogen keuze kan maken!

Derde persoon

Veel schrijvers neigen voor hun eerste boek naar het gebruik de derde persoon, vaak in combinatie met verleden tijd. Dit geeft namelijk automatisch meer ruimte om informatie te delen. Zie bijvoorbeeld de eerste zin van De Da Vinci code van Dan Brown:

De beroemde conservator Jacques Saunière wankelde door de boogvormige entree de Grande Galerie van het museum binnen.

Brown krijgt het dankzij verleden tijd/derde persoon voor elkaar om veel informatie kwijt te kunnen in één zin. We weten die de hoofdpersoon is, wat hij doet in het leven, daar blijkbaar goed in is en wat de setting is. Zou je deze zin opschrijven als tegenwoordige tijd, eerste persoon krijg je: Ik wankel door de boogvormige entree van het Grande Galerie museum binnen. Nu weten we een stuk minder, alleen de setting is nog overeind gebleven.

Ook geeft de derde persoon je de kans om meerdere perspectieven te introduceren. Je springt heen en weer tussen personages, en als je dit goed doet, kan je het gebruiken om spanning op te bouwen en geheimen te houden voor je lezer. Hoewel we dit niet aanraden om te doen met je eerste boek, kan het zeker een goed experiment zijn op een later moment.

Eerste persoon

Wanneer je schrijft vanuit de eerste persoon, schrijf je vanuit de ik-persoon. Dit zorgt voor een hele intieme leeservaring, doordat de lezer als het ware in de huid van de lezer kruipt. Vooral als je dit combineert met het schrijven in tegenwoordige tijd, creëer je urgentie. Ook kan je spelen met de informatie die je je lezer geeft. Deze weet alleen wat je hoofdpersoon weet, waardoor je elementen van je plot een tijdje geheim kan houden, totdat je hoofdpersoon erachter komt. Een nadeel daarbij: je kan niet geheimhouden voor de lezer wat je personage al weet. Dat voelt geforceerd en de lezer zal de hand van de schrijver hierin voelen. Als je verhaal draait om geheimen houden, dan kan je beter kiezen voor de derde persoon.

Dit perspectief is minder geschikt als je meerdere perspectieven wil gebruiken. Ook al is het niet ongehoord, is het lastig voor beginnende schrijvers. Doordat je met de ik-persoon zo dicht in het hoofd van het personage zit, moet je dan voor ieder personage een hele duidelijke stem creëren. Anders kan de lezer ze niet uit elkaar houden, en klinken ze allemaal hetzelfde. Makkelijker is om te kiezen voor de derde persoon.

Andere vormen

Dit zijn de twee meest gangbare perspectieven, maar er bestaan er meer. Je kan kiezen voor de tweede persoon (vanuit een je-personage) of een alwetende verteller. Hoewel de alwetende verteller van oudsher de standaard was, is deze minder populair geworden. Ook de tweede persoon is ongebruikelijk. Voor je eerste boek is het dus handig om te kiezen tussen de eerste en derde persoon. 

Genre

Hou in je keuze ook rekening met het genre dat je schrijft en wat hier bij past. Dit hoeft je keuze niet 100% te bepalen, maar het kan een eerste richtlijn zijn. Eerste persoon is gebruikelijker in jeugdboeken en derde persoon in fantasy. Terwijl eerste persoon een thriller extra spannend kan maken doordat de lezer extra bang wordt dat de hoofdpersoon iets overkomt. Open eens een paar boeken in jouw genre en kijk wat andere schrijvers gedaan hebben!

Bron: Writer’s Digest