Afbeelding
Element Digital (via Pexels)
Element Digital (via Pexels)
Je kunt een verteller goddelijke krachten toekennen en deze alwetend laten zijn in het plot. Eeuwenlang maakten schrijvers gebruik van zo’n een alwetende verteller. Tot ongeveer de 19e eeuw was dit de meest gebruikelijke vertelvorm. Tegenwoordig is de populariteit van de vertelmethode afgenomen en hechten schrijvers meer waarde aan dat lezers zelf kunnen interpreteren. Maar is deze vertelvorm wel handig?
De alwetende verteller (ook wel auctoriele verteller) vertelt over het verloop van het verhaal, maar maakt er zelf geen deel van uit. De verteller en de personages kennen geen interacties met elkaar. Toch is de verteller in staat om weer te geven wat personages denken, gaan doen en wat hen drijft om bepaalde acties te ondernemen. Dit maakt dat de verteller alwetend is, omdat het het gehele verhaal al kent.
De alwetende verteller wordt al gebruikt sinds de middeleeuwen. Het doel is om de lezer te confronteren of te amuseren. De verteller spreekt de lezer direct aan, maar daarbij komt wel een valkuil. Doordat de verteller al op voorhand dingen ‘verklapt’, blijft er weinig ruimte over voor de lezer om zelf te interpreteren. In moderne literatuur zijn vaak ‘open plekken’ te vinden, die juist ruimte laten voor eigen invulling. Aan het einde van de 19e eeuw stoppen veel schrijvers met het gebruik van deze vertelvorm, mede vanwege het bemoeizuchtige karakter van de verteller.
Het gebruik van de alwetende verteller brengt een aantal nadelen met zich mee. Een van de belangrijkste is dat je als schrijver weinig informatie kunt achterhouden, wat weleens ten kostte kan gaan van de spanning van je verhaal. Bijkomend is dat je weinig tot geen ruimte overlaat aan je lezers om zelf bepaalde stukken te interpreteren. De alwetende verteller vult in zekere zin de ‘open plekken’ binnen het verhaal in.
Maar er zijn gelukkig ook voordelen te noemen. De alwetende verteller kun je ook inzetten om te spanning juist op te bouwen. Bijvoorbeeld door alvast een bepaald detail weg te geven aan de lezer. Die weet vervolgens dat er wat gaat gebeuren, maar je kunt als schrijver in het midden laten hoe en wanneer er iets gaat gebeuren. Wel zul je hier voorzichtig mee om moeten gaan en ervoor moeten zorgen dat de manier van vertellen van toegevoegde waarde is voor je verhaal. Een ander voordeel is dat een auctoriele verteller de gedachten, gevoelens en emoties van de personages nader kan toelichten. Je biedt je lezer hiermee een andere blik op hetgeen wat zich afspeelt.
Als je overweegt om de auctoriele vertelvorm te proberen, is het goed om met wat dingen rekening te houden. Bij de alwetende verteller is het lastig om informatie achter te houden. Deze vertelvorm leent zich daarom niet goed als spanningsopbouw belangrijk voor je is, zoals bij een thriller. Verder kan de alwetende verteller een bemoeizuchtig karakter krijgen, wat kan leiden dat lezers hem/haar als irritant ervaren. Wil je voorbeelden van succesvolle (modernere) schrijvers die de alwetende verteller verwerkte in hun boeken? Lees dan romans van Cees Nooteboom, Willem Frederik Hermans en Hugo Claus. Recenter kun je denken aan: Connie Palmen, Esther Gerritsen en Tommy Wieringa.
Bron:
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.