Afbeelding

bange balerina

Photo by Solen Feyissa on Unsplash

Drie redenen om je personage eens goed bang te maken

Het is handig om je personage in aantekeningenboekje verschillende dingen te laten meemaken die niet in je boek gebeuren. Zo leer je hem beter kennen. Laat je personage eens een heel angstig moment doorleven en je zal versteld staan wat je over hem leert. 


1. Waar is je personage bang voor?

“Je moet je kind één uur alleen thuislaten.”
De moeder met een pasgeboren, zieke baby zal dit idee erg eng vinden. De moeder van een tiener zal haar schouders ophalen: “Dat redt-ie echt wel, hoor…”
Het lijkt een open deur, maar als je niet weet waar iemand bang voor is of bang van zou worden, weet je ook niet waarmee je diegene bang kan maken. En dat is belangrijk om te weten voor een schrijver: angst kan een aanleiding zijn om een comfortzone te verlaten en daarmee een verhaal te starten. 


2. Welke hulpbronnen spreekt je personage aan?

Als je personage daadwerkelijk met zijn angst geconfronteerd wordt, zal hij proberen deze angst als een probleem op te lossen.  De oplossing is per situatie verschillend, maar het kan zijn dat je personage als eerste impuls naar dezelfde hulpbron of aanpak neigt. 
“Ik schrijf wel een blanco cheque uit om mijn advocaat de aanklacht die tegen mij is ingediend af te handelen, mocht ik worden beschuldigd van fraude.” / “Ik betaal een huurmoordenaar om mijn stalker om te leggen als ik word bedreigd.” (Geld lost het probleem wel op.)
“Ik zoek zelf wel naar een nieuwe baan als ik die kwijtraak.” / “Ik vraag mijn vrienden niet om hulp bij het vinden van een nieuwe woning als ik dreig mijn huis uitgezet te worden.” (Ik kan of moet alles zelf oplossen.) 
“Ik vraag mijn vrienden om mijn heimelijke liefde namens mij op date te vragen als ik dat zelf doodeng vind.” / “Ik vraag mijn vrienden om me te helpen om de sollicitatiebrief na te kijken als ik bang ben onprofessioneel en onkundig over te komen.” (Anderen kunnen mij helpen.) 
Deze (eerste) keuze zegt veel over je personage. Of hij zijn eigen verantwoordelijkheid neemt of niet, of hij afhankelijk of zelfstandig is en welke mate van trots hij heeft.  Deze bevindingen kunnen je helpen bij het uitwerken van het karakter van je personage.  

3. Hoe sterk is de ruggengraat van je personage?

Om een verhaal boeiend te houden, moet je personage vroeg of laat zijn comfortzone verlaten. Dat kan betekenen dat hij zijn angsten onder ogen moet zien. Hoe hij dat vervolgens doet, zegt veel over hem. Probeert hij waar het kan de schuld of de verantwoordelijkheid van de aanpak van het probleem naar een ander te schuiven? Is hij na twee keer spreekwoordelijk vallen al te veel van zijn stuk gebracht om nog op te kunnen staan en moet hij dan (al) geholpen worden door iemand om zijn angsten te kunnen overwinnen? Of is hij juist iemand die zo gehard is dat hij blijft vechten tot hij niet meer kan? 
Als je weet hoe veerkrachtig je personage is, weet je hoeveel en wat voor tegenslagen je hem moet geven om je verhaal interessant te houden. De tegenslagen moeten in evenwicht zijn met hetgeen wat je personage aan doorzettingsvermogen kan opbrengen. Geef je te weinig tegenslag, dan is je verhaal niet spannend genoeg. Is de tegenslag te heftig voor je personage, dan moet hij noodgedwongen zijn heldenreis voortijdig stoppen. 

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool. 
 

Techniek